• Terug

Voorspelling over een groot gebeuren

Gezegend zij Uw Werk. Terwille van de mensheid ontplooit zich een enorm vlijtige bedrijvigheid van al datgene wat verlossend werkzaam kan zijn. En zo is er wederom een gebeurtenis in zicht, die alle gemoederen zal verhitten of zich verlammend op het scheppingsvernuft zal uitwerken. En bij dit grote beleven zal de weerstand van zo vele mensen breken, menige ziel zal de weg terug vinden naar de Vader, Die door haar zal worden herkend als de Grondlegger van al het aards gebeuren.

En terwille hiervan zal de Heer Zijn Kracht en Macht openbaren. Hij, Die alle harten kent, weet ook welke zielen zich nog naar Hem kunnen keren en geeft dezen Zijn tekenen op zo’n manier, dat wel talloze mensen het aardse leven verliezen, maar ook vele het leven verwerven. Het leven dat eeuwig duurt.

En deze tijd, die nu over de aarde komt, is met recht een tijd van strijd te noemen, want zo menig mens zal ook met zichzelf in tweestrijd zijn. Enerzijds zal hij zijn opvattingen niet willen prijsgeven, maar anderzijds zal hij een Macht en een Wil onderkennen en deze Wil niet willen en kunnen weerstaan.

En de mens moet deze strijd tot een goed einde brengen. Hij moet uit vrije wil het eigen denken opofferen. Hij moet vooropgezette meningen prijsgeven. Hij moet de in hem opkomende gedachten van afwijzing de baas proberen te worden en hij moet zich uiteindelijk geheel en al inzetten voor dat, wat hij in zijn hart als waarheid voelt en dus alleen aan de stem in zich gevolg geven, die hem wel op de juiste weg wil leiden. En als deze zege is bevochten, zijn de mensen, voor wie het lichamelijke einde was voorbestemd, niet tevergeefs gestorven.

En dit staat zo kort voor de deur, dat ook de wetende verrast zal zijn. En daarom let op: waar de Heer zich openbaart, gevend en onderrichtend, is de grens van het gebeuren.

Die in de Geest des Heren voortgaat, zal onaangetast blijven. Doch de aarde wordt getroffen binnen het rijk waarvan de dagen zijn geteld en dat prat gaat op zijn kracht. Weer is er een ommekeer in de tijd gekomen en weer kijkt de wereld naar dit land en op het land begint de vonk te vallen die van de goddelijkheid getuigt.

De vonk, die de brand ontsteekt en die niet zal worden geblust, want de aandacht van de wereld richt zich op dat gebeuren, dat heel wat groter is dan alle ruzie en strijd van de wereld. Ze schenkt geen aandacht meer aan zaken, die de menselijke wil had opgeroepen, maar alleen nog aan de aanwijzingen van boven. En er zal een deur uit zijn hengsels worden gelicht, die tot nu toe geen doorkijk toeliet.

En nu pas ziet de mens de Grootte en Almacht in van Diegene, Die al het leven op aarde stuurt en leidt. En zalig, voor wie deze aanmaning niet te laat komt.

Amen

Voraussage auf großes Geschehen....

Gesegnet sei dein Beginnen. Um der Menschheit willen entfaltet sich eine ungeheuer emsige Tätigkeit alles dessen, was erlösend wirken kann. Und so ist wiederum ein Ereignis in Sicht, das alle Gemüter erregen oder sich lähmend auf den Schaffensgeist auswirken wird. Und an diesem großen Erleben wird der Widerstand so mancher Menschen scheitern.... es wird zurückfinden manche Seele zum Vater, Den sie erkennet als Urheber aller irdischen Geschehen. Und um dieser willen lässet der Herr Seine Kraft und Macht in Erscheinung treten. Er, Der alle Herzen kennt, weiß auch, welche Seelen sich Ihm noch zuwenden können, und gibt diesen Seine Zeichen auf solche Art, daß wohl zahllose Menschen das Leben verlieren irdisch, jedoch auch viele das Leben gewinnen, das Leben, das währet für die Ewigkeit. Und es ist diese Zeit, die nun über die Erde kommt, mit Recht eine Zeit des Kampfes zu nennen, denn es wird so mancher Mensch auch im Kampf liegen mit sich selbst.... Er wird einerseits seine Ansichten nicht dahingeben wollen, andererseits aber eine Macht und einen Willen erkennen und diesem Willen nicht widerstehen wollen und können. Und es muß der Mensch diesen Kampf durchfechten.... Er muß aus freiem Willen dahingeben das eigene Denken, er muß dahingeben vorgefaßte Meinungen, er muß Herr zu werden versuchen über die in ihm auftauchenden Gedanken der Ablehnung und muß sich schließlich voll und ganz einsetzen für das, was er im Herzen als Wahrheit empfindet, und also nur der Stimme in sich Folge leisten, die ihn schon führen wird auf rechter Bahn, und so dieser Sieg erfochten ist, sind die Menschen nicht vergeblich gestorben, denen das leibliche Ende bestimmt war.... Und es ist dies so kurz bevorstehend, daß überrascht sein wird auch der Wissende, und daher merket auf: Wo der Herr in Erscheinung tritt, gebend und belehrend, dort ist die Grenze des Geschehens.... Es wird unberührt bleiben, der im Geist des Herrn wandelt, doch es wird getroffen die Erde innerhalb des Reiches, das die Tage zählt und sich brüstet seiner Kraft. Wieder ist eine Wende der Zeit gekommen, und wieder sieht die Welt auf dieses Land, und es beginnt auf das Land der Funke zu fallen, der von der Göttlichkeit zeugt.... Der Funke, der den Brand entfacht und der nicht zum Austrag kommen wird, denn es wendet die Aufmerksamkeit der Welt sich jenem Geschehen zu, das weit größer ist als aller Hader und Streit der Welt. Sie achtet nicht mehr der Dinge, die menschlicher Wille heraufbeschworen, sondern nur noch der Weisungen von oben, und es wird aus ihren Angeln gehoben eine Tür, die bisher keinen Durchblick gestattete. Und nun erst erkennet der Mensch die Größe und Allmacht Dessen, Der alles Erdenleben lenkt und leitet.... und selig, dem diese Mahnung nicht zu spät kommt....

Amen