• Terug

Informeren van de onderwijzende geestelijke wezens door hogere lichtwezens is nodig

Een bijzonder belangrijke taak van de geestelijke wezens bestaat erin om met bepaalde tussenpozen in verbinding te treden met buitengewoon hoog ontwikkelde geestelijke wezens om door hen opheldering te krijgen over de met de wijste vooruitziende blik voorziene plannen van het goddelijke werkzaam zijn.

Dit is nodig, zodat de geestelijke wereld ernaar streeft om op overeenkomstige manier hun invloed op de mensen uit te oefenen. En daarom moeten alle onderwijzende geestelijke wezens goed onderricht zijn en alle desbetreffende informatie in ontvangst nemen, zolang ze zelf onderwijzend actief zijn, maar niet als volmaakte wezens de volledige kennis hebben. De werkzaamheid als leraar vereist weliswaar een uiterst omvangrijke kennis, maar deze omvat slechts alle reeds bestaande goddelijke scheppingswerken en de geestelijke taak van alle wezens.

Maar wat de Heer in Zijn wijsheid besluit om het lot van Zijn mensenkinderen in de eeuwigheid tot een buitengewoon heerlijke te vormen, is voor deze geestelijke wezens nog verborgen en wordt op een bepaald moment door de in de hoogste sferen verblijvende lichtwezens aan de eersten overgedragen en deze overdracht is voor het wezen in het hiernamaals op zich zowel buitengewoon succesvol, alsook onuitsprekelijke zaligmakend. Maar het ontvangende wezen neemt met deze overdracht tegelijkertijd licht en kracht in zich op en dit is weer een stap omhoog, een overgang naar een hogere sfeer. En zijn onderwijzende taak wordt van dat moment af aan veelzijdiger en het ontvangende mensenkind, alsook de zielen in het hiernamaals, die bereid zijn om op te nemen, worden deze toegenomen geestelijke kracht gewaar.

Deze stroom gaat onafgebroken voort op alle wezens, die in nader contact komen met het opnemend mensenkind, zowel op aarde als ook in het hiernamaals. Deze geestelijke uitwisseling moet van tijd tot tijd plaatsvinden, als er daardoor toch onafgebroken gedachten aan zowel aan het lerende, alsook aan het onderwijzende wezen gedachten toegestuurd moeten worden, die met het komende wereldgebeuren in verbinding staan. En deze kennis brengt successen in geestelijk opzicht aan het licht, want degene, die het geestelijke nastreeft, bekijkt elke gebeurtenis dan alleen met geestelijke ogen en hij herkent duidelijk de goddelijke leiding._>Amen

Information der lehrenden Geistwesen von höheren Lichtwesen nötig....

Eine besonders hohe Aufgabe des Geistwesens besteht darin, in gewissen Zeitabständen in Verbindung zu treten mit außergewöhnlich hochentwickelten geistigen Wesen, um durch diese Aufklärung zu erhalten über die in weiser Voraussicht vorgesehenen Pläne göttlichen Wirkens. Es ist dies nötig, auf daß die geistige Welt in entsprechender Weise auf die Menschen ihren Einfluß auszuüben bestrebt ist, und so müssen alle lehrenden Geistwesen wohlunterrichtet sein und alle diesbezüglichen Informationen in Empfang nehmen, solange sie selbst lehrend tätig sind, jedoch noch nicht als vollkommenste Wesen im vollsten Wissen sich befinden. Die Lehrtätigkeit erfordert zwar ein äußerst umfangreiches Wissen, doch dieses umfaßt nur alles schon bestehende göttliche Schöpfungswerk und die geistige Aufgabe aller Wesen.... Doch was der Herr in Seiner Weisheit beschließt, um Seiner Erdenkinder Los in der Ewigkeit zu einem überaus herrlichen zu gestalten, das ist diesen Geistwesen noch verborgen und wird zur gegebenen Zeit durch die in höchsten Sphären weilenden Lichtwesen den ersteren übermittelt, und es ist diese Vermittlung für das jenseitige Wesen sowohl überaus erfolgreich an sich als auch unsagbar beseligend, nimmt doch das empfangende Wesen mit dieser Vermittlung gleichzeitig Licht und Kraft in sich auf, und es ist dies wieder ein Schritt zur Höhe, ein Übergang in eine höhere Sphäre. Und sein Lehramt wird von Stund an immer vielseitiger, und es spürt auch das empfangende Erdenkind, sowie die aufnahmewilligen Seelen im Jenseits diese verstärkte geistige Kraft.... Es leitet sich dieser Strom unablässig fort auf alle in nähere Berührung mit dem aufnehmenden Erdenkind kommenden Wesen, auf Erden sowohl als auch im Jenseits. Es muß dieser geistige Austausch von Zeit zu Zeit stattfinden, gehen doch dadurch unablässig dem Lehrenden sowie dem Belehrenden (Wesen) Gedanken zu, die mit dem kommenden Weltgeschehen in Verbindung stehen, und es fördert dieses Wissen wieder Erfolge zutage in geistiger Beziehung, denn wer dem Geistigen zustrebt, der betrachtet ein jedes Ereignis dann nur mit geistigem Auge, und er erkennet sichtbar die göttliche Führung....

Amen