De geestelijke zon is opgegaan en haar stralen ontsteken de ware liefde voor God in het hart. En wijsheid schijnt en verlicht de aanbrekende ochtend. En wat dan sluimert, wordt door het lichte schijnsel opgewekt. Al het leven ontplooit zich en de wil om werkzaam te zijn, wordt actief. En wat dood was, komt tot leven. Het ontwaakt in de warme stralen van de zon.
En dit alles, dat de stralende zon net zo leven gevend de ziel met kracht bedenkt en in een enorme omvang vrucht brengend op het menselijke hart inwerken kan, wordt door het woord van God veroorzaakt. Daarbij hoort ook een tuinier, die met wijs inzicht zijn te verzorgen planten zo aan de zonnestralen blootstelt, dat ze gedijen en zich kunnen ontwikkelen.
En de Heer werkt op dezelfde manier. Hij beschermt de tere planten tegen de verzengende hitte. Hij laat het hongerende mensenkind niet opeens een kijkje nemen in het geestelijke rijk, omdat dit hem schade zou kunnen berokkenen. En toch laat Hij het ook geen gebrek lijden en ontneemt hem niet de weldadige werking van de zonnestralen. Hij geeft het kind op aarde onophoudelijk geestelijke voeding en waarborgt zo zijn gedijen en zijn verdere ontwikkeling.
Een plantje, dat gebrek heeft aan licht en warmte of regen en dauw zal verkommeren en spoedig door zijn zwakte verwelken. Evenzo kan een mensenkind zonder de voeding van boven, zonder het goddelijke woord, zich niet tot de hoogste bloei ontwikkelen. Het heeft onophoudelijk de toestroom van geestelijke kracht nodig. Het heeft het licht van de goddelijke wijsheid en de warmte van de goddelijke liefde nodig en het kan alleen gedijen, als dit hem ononderbroken toegestuurd wordt.
En de hemelse tuinier verzorgt zijn planten met hemelse liefde en geduld. Hij laat de meest wonderbaarlijke scheppingen ontstaan in het heelal en alles is onderworpen aan Zijn wil. En alles wordt tot leven gebracht door geestelijke kracht. Zo is de tuin van God aan Zijn wil om vorm te geven overgelaten en het wordt met zorg gekoesterd en verzorgd. En de Heer laat Zijn zon schijnen op elk plantje en elk plantje streeft naar het licht.
Alleen de mens, als een schepsel van God met een vrije wil, onttrekt zich soms aan de weldadige werking van het licht: de geestelijke zon. Hij, als de kostbaarste plant in Gods tuin, wordt door zijn Schepper met speciale liefde bedacht. Al het voedsel, dat zijn bloei moet bevorderen, wordt hem aangeboden.
Maar hoe vaak wordt het licht van de geest en de warmte van de liefde niet opgenomen? Het plantje onttrekt zich uit eigen beweging aan de weldadige uitwerking van de geestelijke zon en lijdt gebrek en gaat geheel ten onder, waar hem deze uitwerking in alle overvloed en alle kracht geboden wordt. De zon met haar licht en haar warmte is absoluut noodzakelijk voor alles, wat op aarde leeft en net zo is het woord van God als geestelijke zon de eerste voorwaarde voor het leven later in het hiernamaals.
Amen
VertalerLe Soleil de l'Esprit s’est levé, et ses rayons allument dans les cœurs le vrai amour pour Dieu. La Sagesse brille et éclaire la source matinale, et ce qui somnole est réveillé avec une claire splendeur. Toute Vie s'ouvre, et la volonté se tourne vers l'activité. Et ce qui était mort se vivifie, se réveille à la Vie dans les rayons réchauffant du Soleil. Et toute cette œuvre qui est la Parole de Dieu offre la Force à l'âme en donnant la vie comme le soleil rayonnant et en agissant sur le cœur humain en portant du fruit dans une immense mesure. Mais pour cela il faut aussi des jardiniers, qui avec leur sage connaissance expose leurs protégés aux rayons du Soleil de sorte qu’ils prospèrent et puissent se développer. C’est de cette manière que le Seigneur agit. Il protège les plantes délicates de l'ardeur brûlante. Il ne laisse pas donner directement un regard dans le Royaume spirituel au fils affamé de la Terre, vu que cela pourrait lui nuire. Et malgré cela, Il ne le laisse pas languir et Il ne le soustrait pas à l'effet bénéfique des rayons du Soleil. Il fournit au fils de la Terre continuellement la nourriture spirituelle et assure ainsi sa prospérité et son développement continu. Une plante qui doit languir dans la Lumière et dans une chaleur ou bien dans la pluie et la rosée, se ridera et vite se fanera doucement. Un fils terrestre ne peut pas justement se développer et devenir la fleur la plus sublime sans nourriture d'en haut, sans la Parole divine, il a sans arrêt besoin de l'apport de la Force spirituelle, il a besoin de la Lumière de la Sagesse divine et de la Chaleur de l'Amour divin et peut prospérer seulement lorsque tout cela lui arrive sans arrêt. Et le Jardinier céleste soigne Ses plantes avec un Amour et une Patience célestes. Il fait se lever dans le Cosmos les Créations les plus merveilleuses, et tout est subordonné à Sa Volonté. Et tout est vivifié par la Force spirituelle. Ainsi le Jardin de Dieu est confié à Sa Volonté de former et est soigneusement soigné et chouchouté. Le Seigneur laisse briller Son Soleil sur chaque plante, et chaque plante tend vers la Lumière. Seulement l'homme en tant que créature de Dieu dans sa libre volonté se soustrait parfois à l'effet bénéfique de la Lumière du Soleil spirituel. Et en tant que plante la plus précieuse dans le Jardin de Dieu, il est pourvu avec l'Amour spécial de son Créateur, qui lui offre toute la Nourriture qui lui est nécessaire pour promouvoir sa prospérité. Mais combien de fois la Lumière de l'Esprit et la chaleur de l'Amour ne sont pas acceptées. La petite plante se soustrait elle-même à l'effet bénéfique du Soleil spirituel et languit et meurt entièrement, alors que celui-ci lui est offert dans toute la plénitude et toute la Force. Le Soleil avec sa lumière et sa chaleur est indispensable pour la prospérité de ce qui vit sur la Terre, et vraiment ainsi la Parole de Dieu comme le Soleil spirituel est la première condition pour la vie dans l’au-delà, dans l’Eternité.
Amen
Vertaler