De ziel, die verlangen heeft naar geestelijke spijziging, verlost zichzelf. Het bewustzijn van haar uitgaan uit God laat het verlangen naar geestelijke lafenis ontstaan en steeds sterker worden, want ze bemerkt haar verbondenheid met God en een onbedwingbaar verlangen in zich.
Om verenigd in een toestand van licht en in de innigste gemeenschap met de goddelijke Heiland te kunnen zijn, streeft ze met alle kracht naar geestelijke rijpheid. En ze scheidt zich bewust en in korte tijd van alle materie en streeft steeds alleen naar een zuiver geestelijke omgang en gedachtenuitwisseling met de vrienden uit het hiernamaals. En haar moeite zal ook spoedig succes hebben, want er wordt haar nu dus veel steun geboden. En ze wordt onderwezen en met spijs en drank uit de hemel verzadigd en blijft dus in voortdurende verbinding met geestelijke kracht.
De ziel is er nu op bedacht om al hetgeen opgenomen is te benutten om zo spoedig mogelijk de toestand van rijpheid te verwerven en ze wendt zich daarom ook bewust tot de ware bron van geestelijke kennis, tot de goddelijke Vader Zelf. En als de spijziging van Hem Zelf uitgaat, zal het mensenkind zich reeds in korte tijd vrij kunnen maken van elke materiële binding. Het zal steeds vaker lafenis halen en geen gelegenheid onbenut laten, die hem de aanwezigheid van de Heiland op zou kunnen leveren, en zo is hij steeds en op elk moment bereid om het leven op de aarde met het leven in het hiernamaals in te ruilen. Steeds in het geloof en de hoop om daardoor de scheiding van de Vader tot een einde te laten komen en voor eeuwig met Hem verenigd te zijn.
Een ziel, die zich inspant om zichzelf te verlossen doordat ze graag en gewillig van alle vreugden van de wereld afstand doet en volkomen werkzaam blijft in de liefde, zal binnen afzienbare tijd reeds contact hebben met de goddelijke Schepper Zelf. Ze wordt als het ware gegrepen door de geestelijke kracht, die op aarde nog probeert te beïnvloeden, wat zich niet direct tegenwerkend toont.
Hoe bereidwilliger de mens de moeite van deze schenker van kracht tegemoet treedt, des te duidelijker is het volledige effect aan de menselijke ziel te herkennen. En als de mens om kracht vraagt om de wil werkzaam te laten worden en tegelijkertijd ten dienste van de naastenliefde te staan, dan zal spoedig aan de geestelijk actieve zijde ook een succes te noteren zijn. De ziel zal in geestelijke arbeid haar volkomen bevrediging vinden en zal bereid zijn om het verblijf op aarde op elk moment op te geven om in het hiernamaals geheel in geestelijk streven op te kunnen gaan, bevrijd van de huidige ketenen, en in deemoed en liefde de goddelijke Heer en Meester te dienen. Als dit verlangen in de ziel ontwaakt is, wordt er op de aarde met alle wereldse genietingen geen acht geslagen en haar denken wendt zich enkel naar de goddelijke Schepper en ze streeft onophoudelijk alleen naar de definitieve vereniging met de hemelse Vader.
Amen
VertalerThe soul redeems itself, which longs for spiritual nourishment. The awareness of its departure from God causes the desire for spiritual nourishment to arise and grow ever stronger, for it feels within itself its belonging to God and an indomitable longing. Being united in the state of light and being able to be in closest communion with the divine saviour lets it strive for spiritual maturity with all its strength, and it consciously and in a short time separates itself from all matter and only ever strives for pure-spiritual contact and exchange of thoughts with the friends in the beyond, and its effort will also soon be successful because so much support is now offered to it, and it is instructed and satiated with food and drink from the heavens and thus remains in constant contact with spiritual strength. The soul is now anxious to utilize everything it has absorbed in order to attain the state of maturity as soon as possible, and therefore also consciously turns to the right source of spiritual knowledge.... to the divine father Himself, and if the nourishment originates from Him, the earthly child will already be able to free itself from every material bond in a short time. It will fetch refreshment ever more often and not miss any opportunity which could earn it the saviour's presence, and thus it is always and at all times willing to exchange life on earth for life in the beyond, always in the belief and hope that it will thereby put an end to the separation from the father and be eternally united with Him. A soul which endeavours to redeem itself by gladly and willingly renouncing all pleasures of the world and remaining completely active in love will already make contact with the divine creator Himself in the foreseeable future; it will, as it were, be seized by the spiritual strength which tries to influence on earth what does not exactly show itself reluctantly. The more willingly the human being approaches the efforts of these givers of strength the more obviously the overall effect on the human soul can be recognized, and if the human being asks for the strength to let the will become active and at the same time be at the service of neighbourly love.... the soul will find full satisfaction in spiritual work and be willing to give up its stay on earth at any time in order to be able to be completely absorbed in spiritual striving in the beyond, freed from its previous fetters, and to serve the divine lord and master in humility and love. Once this desire has awakened in the soul, the earth and all worldly pleasures will be completely disregarded and its mind will only turn to the divine creator and strive ceaselessly for final unification with the heavenly father....
Amen
Vertaler