• Terug

Vrijheid van de geest –Hulpkrachten uit het hiernamaals voor aardse werkzaamheid

Verhef jullie geest en laat hem zich aan de aarde onttrekken, en jullie zullen de stem van de almachtige Schepper horen. Het beleven van een zichtbaar teken van Zijn almacht maakt de weg voor jullie vrij, want jullie geloof wordt versterkt en jullie kunnen nu door het diepe geloof ook het werkzaam zijn van de Schepper, dat niet zichtbaar voor jullie is, begrijpen .

Het is daarom een buitengewoon belangrijke opdracht om de geest in jullie ongehinderde vrijheid te verlenen om zich te verheffen in het domein van het goddelijk werkzaam zijn. Weliswaar is het uiterlijke omhulsel van de geest niet tot hetzelfde in staat, om welke reden een scheiding van geest en lichaam vooraf moet gaan, wat alleen dan uitvoerbaar is, wanneer aan het lichaam hulpkrachten ter beschikking staan, die het handelen van deze geest beslissend beïnvloeden, wanneer de geest van deze zich naar de hoogte verheft.

Dit moet zo begrepen worden, dat alle handelingen die het lichaam nu uitvoert in zekere zin een zekere drijvende kracht nodig hebben en dat deze drijvende kracht juist dat werken van de hulpvaardige geestelijke krachten is. Dit werkzaam zijn van de mens is niet anders merkbaar, dan dat hij gelijktijdig geestelijk actief is en ook de opdracht op aarde volledig vervult. Hij zal tegelijkertijd kunnen ontvangen en geven, hij zal wat zijn ziel betreft versterkt worden en lichamelijk zonder belemmering zijn, doordat een ijverig geestelijk streven geen vermindering van de lichamelijke werkzaamheid tot gevolg hoeft te hebben, wanneer het laatste zich vol vertrouwen aan de hulpvaardige wezens zal overgeven.

Het is steeds alleen de wil van de mens, dat hij, als hij bereid is om te ontvangen, op elke manier bedacht wordt. Degene, die ononderbroken voor de ontwikkeling van zijn ziel werkzaam is, blijft in een voortdurende gemeenschap met de goede geestelijke krachten, die hem op elk moment ten dienste staan, als hij ernaar verlangt hen te benutten. Als de mens dit ingezien en zich bereidwillig aan de bescherming van de geestelijke vrienden gegeven heeft, dan zal hij een falen van de kracht, die hij voor het leven op aarde en zijn aardse werkzaamheid nodig heeft, niet hoeven te vrezen.

Er wordt van goddelijke zijde nooit meer van de mens verlangd, dan hij in staat is om te geven en er staan hem ten allen tijden onbegrensd hulpmiddelen ter beschikking. Degene, die zich tot volle ontplooiing van zijn geest van al deze middelen bedient, is ook bevrijd van alle lasten van het leven op aarde. Hij wandelt nu als het ware nog op aarde, maar heeft reeds alle ketenen afgelegd als hij in bedrijvige geestelijke werkzaamheid het bovenaardse zoekt en in staat is om zich, wat de gedachten betreft, met de gehele wil van de aarde te scheiden.

Zo’n binnengaan in hogere sferen vergemakkelijkt voor hem de toestand op aarde buitengewoon en het brengt de ziel in veel kortere tijd de benodigde rijpheid. En dus moet de mens met gehele wil het geestelijke leven verzorgen. Hij moet zich niet terug laten schrikken door de aan hem opgelegde opdracht op aarde. Hij moet zich er steeds bewust van blijven, dat talloze wezens bereid zijn om te helpen bij dit vervullen, als hun hulp bewust verlangd wordt. Want alleen zo kan de ziel bijstand verleend worden en alle geestelijke krachten zijn voortdurend bereid om haar deze bijstand deelachtig te laten worden.

Amen

Freiheit des Geistes.... Jenseitige Hilfskräfte zur irdischen Tätigkeit....

Erhebet euren Geist und lasset ihn der Erde sich entrücken, und ihr werdet vernehmen die Sprache des allmächtigen Schöpfers. Ein sichtbares Zeichen Seiner Allmacht zu erleben macht euch den Weg frei, denn es wird euer Glauben gestärkt, und ihr könnet nun durch den tiefen Glauben auch erfassen die Werke des Schöpfers, die euch nicht sichtbar sind. Eine ungeheuer wichtige Aufgabe ist es daher, dem Geist in euch ungehinderte Freiheit zu gewähren, sich zu erheben in das Bereich göttlichen Wirkens. Zwar vermag die äußere Hülle des Geistes nicht das gleiche, weshalb eine Trennung von Geist und Körper vorausgehen muß, was nur dann ausführbar ist, wenn dem Körper Hilfskräfte zur Verfügung stehen, die das Handeln dessen bestimmend beeinflussen, wenn der Geist desselben sich zur Höhe schwingt. Es ist dies so zu verstehen, daß gleichsam alle Handlungen, die der Körper nun ausführt, eine gewisse Triebkraft benötigen und diese Triebkraft ebendas Wirken der hilfswilligen Geisteskräfte ist. Es ist dieses Wirken dem Menschen nicht anders spürbar, als daß er gleichzeitig geistig regsam ist und auch die Erdenaufgabe vollauf erfüllt.... Er wird empfangen und geben können zu gleicher Zeit, er wird seelisch gestärkt und körperlich ungehindert sein, indem ein eifriges geistiges Streben keine Verminderung der körperlichen Tätigkeit zur Folge zu haben braucht, wenn die letztere vertrauensvoll den hilfsbereiten Wesen übergeben wird. Es ist immer und immer nur der Wille des Menschen, daß er, so er empfangsbereit ist, in jeder Weise bedacht wird. Wer für seiner Seele Gestaltung ununterbrochen tätig ist, bleibt in einer steten Gemeinschaft mit guter Geisteskraft, sie steht ihm zu jeder Zeit zu Gebote, so er sie zu nützen begehrt. Hat der Mensch dies erkannt und sich willig in die Obhut der geistigen Freunde gegeben, so wird er nicht zu fürchten brauchen ein Versagen der Kraft, die er für das Erdenleben und seine irdische Tätigkeit benötigt. Es wird von dem Menschen göttlicherseits niemals mehr gefordert, als er zu leisten vermag, und Hilfsmittel stehen ihm allzeit unbegrenzt zur Verfügung. Wer in diesem Glauben sich zur vollen Entfaltung seines Geistes aller dieser Mittel bedient, ist auch allen Lasten des Erdenlebens enthoben.... er wandelt nun gleichsam noch auf der Erde, hat aber jegliche Fesseln schon abgestreift, so er in reger Geistestätigkeit das Überirdische sucht und sich mit vollem Willen von der Erde gedanklich zu trennen vermag. Ein solches Eingehen in höhere Sphären erleichtert ihm den Erdenzustand ungemein und bringt der Seele die nötige Reife in weit kürzerer Zeit.... und so soll der Mensch mit vollem Willen das geistige Leben in sich pflegen, er soll sich nicht zurückschrecken lassen durch die ihm gestellte Erdenaufgabe.... er soll sich immer dessen bewußt bleiben, daß unzählige Wesen bereit sind, diese erfüllen zu helfen, so ihre Hilfe bewußt verlangt wird. Denn nur so kann der Seele Beistand gewährt werden, und diesen Beistand ihr zuteil werden zu lassen, ist alle geistige Kraft immerwährend bereit....

Amen