Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Strijd tegen het boze – Verzorging van het innerlijke leven – Gewone zorgen

Jullie zullen je altijd in moeten spannen om tegen de macht van het kwaad te strijden, want zijn sluwheid en zijn boosaardigheid zijn ongelofelijk en werpen jullie steeds weer terug, als jullie je niet naar vermogen inspannen om hem meester te worden. En hij bedient zich van alle beschikbare middelen en probeert de harten van de gelovigen af te wenden van hun liefde voor God en hun worstelen voor volmaaktheid. En dit lukt hem heel vaak, omdat hij toch aan zijn kant alle middelen heeft, die dicht bij de wensen van de mensen van de aarde liggen, die al te graag vervulling verlangen.

Maar een gelovig hart, dat op God vertrouwt, zal alle prikkels en verzoekingen van deze wereld kunnen weerstaan. En zijn loon zal zijn, zoals het trouw de Vader dient. En degene, die van de strijd met de boze machten niet moe wordt, heeft dus groot voordeel te verwachten.

De mens moet de grootste zorgvuldigheid toepassen bij de verzorging van het innerlijke leven. Dan zal zich ook voor hem de bron van wijsheid ontsluiten. Hij moet proberen om het geringste gevaar voor zijn ziel af wenden, doordat hij zichzelf bedwingt en zo de tegenstander geen macht over zich verleent. Zodra hij merkt, dat alle menselijke opwellingen in een zekere tegenstelling staan tot de eisen van de ziel, ligt er gevaar op de loer, en als hij nu aan deze opwellingen toegeeft, is de eerste stap tot struikelen of afwijken van de juiste weg, genomen.

Dit wordt jullie juist duidelijk wanneer jullie de levende verbinding met God nastreven en moeten erkennen, hoe jullie je in de geest van de hemelse Vader verwijderen, als jullie aan de menselijke opwellingen toegeven. En hoeveel geweld jullie moeten gebruiken om je weer juist als kind van de Vader te voelen. In de juiste verhouding tot Hem te treden is vaak niet zo moeilijk, als de juiste verhouding tot stand te brengen, wanneer het eenmaal losgemaakt is.

En dit moet jullie waarschuwen. Er zijn dan steeds slechte krachten aan het werk, die zouden willen vernietigen, wat de goede krachten opgebouwd hebben. Volg de innerlijke stem, die jullie steeds weer aanwijzingen geeft hoeveel edeler het is om onrecht te verdragen, dan in opstand te komen tegen onrechtvaardigheden, waarvan de oorsprong altijd ligt in het gebrek aan geestelijke rijpheid.

Iedereen zorgt voor dat, wat hem als het belangrijkste voorkomt. Als nu deze zorgen de wereldse behoeften betreffen, is de zin van de mens juist nog behoorlijk aards en het kan nauwelijks van hem verwacht worden, dat hij zich met geestelijke goederen bezighoudt. En precies zo is voor een geestelijk gevorderd mens het opgaan in wereldse zorgen dus onbegrijpelijk, omdat hij geleerd heeft om deze als irrelevant en onbelangrijk te beschouwen en hij niet kan begrijpen dat de tijd, de kracht en de wil niet nuttiger voor de eeuwigheid gebruikt wordt.

De aardse mens wil dus vaak de zorgen uit oude gewoonte niet missen. Hij heeft de mogelijkheid om vrij van zorgen te worden, als hij alles vol vertrouwen aan de eeuwige Godheid overlaat, maar hij blijft er liever zelf mee belast en gaat elke hulp, die hem geboden wordt, uit de weg. En er is moeilijk vat op zo’n ziel te krijgen om hem de innerlijke vrede te verschaffen.

Toch moet de medemens zich dan in de grootste liefde en het grootste geduld beijveren en steeds weer proberen om zo’n dwalend mens goed te onderwijzen, zo vaak het mogelijk is, want alle tegenstand verflauwt eens en steeds zal degene, die zich in geduld oefent, nooit liefdeloosheid op laten komen en de Vader in de hemel om zegen voor zijn voornemen om de dwalende mens juist te leiden en hem aan innerlijke vrede te helpen, vraagt, de overwinnaar blijven.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Kampf wider das Böse.... Pflege des Innenlebens.... Gewohnheits-Sorgen....

Gegen die Macht des Bösen anzukämpfen werdet ihr euch immer bemühen müssen, denn seine List und seine Tücken sind unglaublich und werfen euch immer wieder zurück, seid ihr nicht nach Kräften bemüht, seiner Herr zu werden. Und aller verfügbaren Mittel bedient er sich und suchet die Herzen der Gläubigen abzuwenden von ihrer Liebe zu Gott und ihrem Ringen um Vollkommenheit. Und es gelingt ihm dies sehr oft, da er doch auf seiner Seite alle Mittel hat, die den Wünschen des Erdenmenschen näherliegen, die gar zu gern Erfüllung verlangen. Doch ein gläubiges, gottvertrauendes Herz wird widerstehen können allen Anreizen und Versuchungen dieser Welt, und sein Lohn wird ihm werden, so es in Treue dem Vater im Himmel dient. Und es hat somit größten Vorteil zu erwarten, der im Kampf mit den bösen Mächten nicht erlahmt....

Die größte Sorgfalt soll der Mensch verwenden auf die Pflege des Innenlebens, dann wird sich ihm auch die Quelle der Weisheit erschließen. Die leiseste Gefahr für seine Seele soll er abzuwenden trachten, indem er sich selbst bezähmt und so der Gegenmacht nicht die Gewalt über sich einräumt. Sowie er sich beobachtet, daß alle menschlichen Regungen in gewissem Gegensatz stehen zu den Anforderungen der Seele, ist Gefahr im Anzuge, und so er nun diesen Regungen nachgibt, ist der erste Schritt getan zum Straucheln oder Abweichen vom rechten Weg. Dies wird euch so recht klar, wenn ihr die lebendige Gottverbundenheit anstrebt und erkennen müßt, wie ihr euch im Geist vom himmlischen Vater entfernt, so ihr den menschlichen Regungen nachgebt.... und welche Gewalt ihr anwenden müßt, um euch wieder so recht als Kind des Vaters zu fühlen. In das rechte Verhältnis zu Ihm zu treten ist oft nicht so schwer, als das rechte Verhältnis wiederherzustellen, wenn es einmal gelockert worden ist. Und dies soll euch warnen. Es sind dann immer schlechte Kräfte am Werk, die zerstören möchten, was die guten Kräfte aufgebaut haben. Folget der inneren Stimme, die euch immer wieder Hinweise gibt, wieviel edler es ist, Unbill zu ertragen, als sich aufzulehnen gegen Ungerechtigkeiten, deren Ursprung immer der Mangel an geistiger Reife ist. Jeder sorgt sich um das, was ihm das Höchste dünkt.... So nun diese Sorge den irdischen Bedürfnissen gilt, ist der Sinn des Menschen eben noch reichlich irdisch, und es kann von ihm kaum erwartet werden, daß er sich mit geistigen Gütern befaßt. Und ebenso ist einem geistig vorgeschrittenen Menschen das Aufgehen in irdischen Sorgen so unverständlich, weil er dieselben als belanglos und unwichtig anzusehen gelernt hat und er nicht begreifen kann, daß die Zeit, die Kraft und der Wille nicht nutzbringender für die Ewigkeit verwendet wird. Es will der Erdenmensch so oft die Sorge nicht missen aus alter Gewohnheit heraus.... er hat die Möglichkeit, ihrer ledig zu werden, so er alles vertrauensvoll der ewigen Gottheit anheimstellt, doch er bleibt lieber selbst damit belastet und geht jeder Hilfe, die ihm geboten wird, aus dem Wege. Und einer solchen Seele ist schwer beizukommen, um ihr den inneren Frieden zu verschaffen. Doch soll dann der Mitmensch sich der größten Liebe und Geduld befleißigen und immer wieder versuchen, einen so irrenden Menschen recht zu unterweisen, sooft es angängig ist, denn aller Widerstand erlahmt einmal, und immer wird der Sieger bleiben, der in Geduld sich übet, niemals Lieblosigkeit aufkommen läßt und den Vater im Himmel um Segen bittet für sein Vorhaben, den irrenden Menschen recht zu leiten und ihm zu innerem Frieden zu verhelfen.

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde