Werelden zullen vergaan en de zonnen zullen hun schijnsel verliezen. Maar de genade van God zal eeuwig en onveranderlijk aan Zijn schepselen geschonken worden. Want wat uit Hem voortgekomen is, gaat ook de weg van de voltooiing en zonder de goddelijke genade is de weg nooit terug af te leggen. Alles is om die reden zo wijs ingericht, zodat het wezen door de stroom van de goddelijke genade gegrepen wordt. Maar alleen als dit wezen zichzelf niet weerspannig van de toestroom van de genade verwijdert.
Degene die in de genade leeft, zal de weg naar voltooiing zonder moeite af kunnen leggen. Maar wie haar afwijst, zal hindernis na hindernis te overwinnen hebben. Zijn ziel zal niet de kracht vinden om zich te bevrijden en machteloos zal de geest in haar sluimeren, niet ontwaakt tot zelfontplooiing, omdat zonder de goddelijke genade het werk van de bevrijding voor het wezen te zwaar is.
Als nu de genade van God de voornaamste voorwaarde voor de verlossing is, dat wil zeggen absoluut noodzakelijk, dan is het nu ook begrijpelijk, hoe zeer de arbeid van de Godheid er op gericht is om de wezens het begrip van de genade uitvoerig te verklaren, want er zijn tot op zekere hoogte onbegrensde mogelijkheden, die de naar voltooiing strevende wezens geboden worden om hun doel te bereiken.
De eeuwige Godheid heeft in haar oneindige liefde en wijsheid heel goed bedacht welk een buitengewoon zware strijd het wezen te doorstaan heeft, maar deze strijd is niet te omzeilen, als een ontwikkeling tot een God gelijkend wezen, dat in alles net zo volmaakt moet zijn zoals de Vader in de hemel Zelf volmaakt is, zich moet voltrekken. Een worstelen uit eigen kracht om deze toestand van volmaaktheid te bereiken, zou door de tegenwerking van de boze macht niet heel succesvol zijn, want de laatste is sterker en het wezen zou niet voldoende tegenstand kunnen bieden.
En zo staat God degenen bij, die Hem belijden, die, bewust of onbewust, in zich het verlangen dragen naar de vereniging met God, en dat op elke manier. De hulp bij het opklimmen naar God. Zo moet alles heten, wat onder het begrip ‘genade’, toegankelijk voor de mensen gemaakt wordt. De mens begrijpt de betekenis van het woord niet in zijn volledige diepte. Overal en op elk moment komt de hulp van God het wezen tegemoet en het wil alleen maar vastgegrepen worden. Een innig gebed om de bijstand van God laat hem deze in zijn hele volheid ten deel vallen.
En daarom kan de mens zich met vol vertrouwen aan zijn arbeid aan de ziel wijden, want hij zal, als hij gelovig is en zich om hulp smekend tot de Vader in de hemel wendt, zo vol genade zijn dat hij van het grootste succes verzekerd is. Hij zal, staande in de goddelijke genadezon, buitengewoon gemakkelijk de gevaarlijkste klippen omzeilen en de lastigste wegen moeiteloos afleggen. Zijn ziel zal het losser worden van de boeien voelen, de geest zal actief worden en de omhulling doorbreken en zich eindelijk met de geest van de liefde uit God verenigen. En alles alleen door de goddelijke genade, die elk wezen kan vragen, die door God nooit beperkt uitgedeeld wordt, maar onbeperkt kan worden ontvangen door iedereen die dit maar verlangt.
De goddelijke Schepper eist van zijn schepselen in grote mate een opwaartse ontwikkeling, maar Hij geeft hen tegelijkertijd de aanwijzingen en middelen in de hand, zodat ze de wens van de Schepper kunnen vervullen. Dus het werk op zichzelf is weer niet moeilijk, als de wil maar hetzelfde nastreeft, want de Heer gebiedt de wil van het wezen niet. Het vormen van deze wil is alleen aan hemzelf overgelaten, maar het gebed om de genade van God kan daar dan krachtige hulp verlenen, want de liefde van God is overal werkzaam, waar een wezen zich tot Hem wendt, en deelt de genaden onbeperkt uit, opdat het onvolmaakte wezen eeuwig en altijd een redmiddel weet, die het in de nood en gevaar grijpen kan, en nooit zal een vragend wezen, dat vurig naar goddelijke genade verlangt, zonder hulp gelaten worden.
(08-01-1939) En talloze wezens zullen de genade van God bij zich bespeuren, zolang ze bereidwillig zijn om te ontvangen. Levend geloof en daadkrachtige liefde laat hen een stroom van de genade van God toevloeien. Steeds zal God bereid zijn om het wezen met hulp tegemoet te komen om de weg naar boven voor hem te vergemakkelijken, om het te beschermen tegen de macht van het kwaad en hem de aaneensluiting met de eeuwige geest van de liefde te verzekeren, want “waarlijk zeg Ik jullie”, spreekt de Heer, “jullie leed op aarde zal gering zijn, als jullie maar van Mijn genade gebruik maken. Jullie zullen de hoogste hoogte kunnen bereiken en in rechtstreeks contact tot Mij treden, en jullie ziel zal zweven in het licht”.
Amen
VertalerOs mundos passarão e os sóis perderão seu brilho, mas a graça de Deus descerá sobre Suas criaturas eternamente e imutavelmente. Pois o que dele emergiu também segue o caminho da perfeição, e sem a graça divina o caminho nunca poderá ser percorrido. Portanto, tudo é tão infinitamente ordenado sabiamente que o ser é tomado pelo fluxo da graça divina, se ao menos não se distancia contrariamente ao influxo da graça. Quem vive na graça será capaz de cobrir o caminho da perfeição sem esforço, mas quem o rejeitar terá de ultrapassar obstáculos sobre obstáculos.... A sua alma não encontrará forças para se libertar, e o espírito, impotente, adormecerá dentro dela, desperto para o autodesenvolvimento, porque sem a graça divina o trabalho de libertação é demasiado difícil para os seres. Se a graça de Deus é a condição básica, ou seja, indispensável, para a redenção, agora também é compreensível o quanto a atividade da Deidade visa explicar o conceito de graça aos seres em detalhes, pois aos seres que lutam pela perfeição são oferecidas possibilidades ilimitadas, por assim dizer, para alcançar seu objetivo. A Deidade eterna, no Seu infinito amor e sabedoria, considerou muito bem a luta extremamente difícil que esta tem de suportar, mas esta luta não pode ser evitada se se pretende evoluir para um ser semelhante a Deus, que deve ser igualmente perfeito em tudo como o próprio Pai do Céu é perfeito.... Uma luta das próprias forças para alcançar este estado de perfeição não teria muito sucesso devido à contra-influência do poder do mal, pois este último é mais forte e o ser não seria capaz de oferecer resistência suficiente. E assim Deus ajuda aqueles que O professam, que carregam dentro de si o desejo de união com Deus, consciente ou inconscientemente, e isto em todos os sentidos. A ajuda para ascender a Deus.... é o nome que deve ser dado a tudo o que se torna acessível às pessoas sob o termo 'graça' ..... O homem não entende o significado da palavra em toda a sua profundidade.... A ajuda de Deus vem ao ser em toda parte e em todos os momentos e só quer ser agarrada. A oração sincera pela ajuda de Deus lhe concederá em abundância e, portanto, o ser humano pode dedicar-se à obra da sua alma com total confiança, pois se acreditar e pedir ajuda ao Pai do Céu, estará tão cheio de graça que lhe será assegurado o maior sucesso. De pé no divino sol da graça, ele vai circum-navegar os penhascos mais perigosos com extrema facilidade e cobrir os caminhos mais árduos sem esforço.... sua alma sentirá o afrouxamento dos grilhões, o espírito se tornará vivo e quebrará a casca e finalmente se unirá com o espírito de amor de Deus.... e tudo através da graça divina que todo ser pode pedir.... que nunca pode ser distribuída por Deus de forma limitada, mas pode ser recebida sem medidas, por todos os que só a desejam. O Criador divino exige muito mais desenvolvimento de Suas criações, mas ao mesmo tempo Ele lhes dá as instruções e meios para que possam cumprir o desejo do Criador. Assim, mais uma vez, o trabalho em si não é difícil se apenas a vontade se esforça pelo mesmo, pois o Senhor não ordena a vontade do ser.... para moldá-la depende somente dele, mas a oração pela graça de Deus também pode conceder poderosa ajuda, pois o amor de Deus é ativo onde quer que o ser se volte para Ele e distribua graça ilimitada, para que o ser imperfeito saiba sempre e constantemente de uma linha de vida que possa agarrar na adversidade e no perigo, e nunca um ser orante ficará sem ajuda que anseia pela graça divina.... (8.1.1939) E incontáveis seres sentirão a graça de Deus neles, desde que estejam dispostos a recebê-la. Fé viva e amor enérgico deixem fluir para eles as correntes da graça de Deus.... Deus sempre ajudará a encontrar o ser para facilitar o seu caminho de ascensão, para protegê-lo do poder do mal e para assegurar a sua união com o espírito eterno de amor, pois "em verdade vos digo", diz o Senhor, "o vosso sofrimento será pouco na terra se apenas vos valerdes da Minha graça.... você poderá alcançar a altura mais alta e entrar em contato direto comigo, e sua alma flutuará na luz....".
Amém
Vertaler