Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Oerkracht

Alle stromingen gaan vanuit de oerkracht het heelal in. Elke nog zo geringe uitstraling werkt tot leven brengend en opwekkend. En wanneer nu de oertoestand de uiting van kracht in alle dingen en scheppingen is en er dus aan niets gedacht kan worden wat niet door de oerkracht voortgebracht zou zijn, dan moet ook elk scheppingswerk van God kracht in zichzelf zijn. En dit weliswaar in die mate, zoals zijn aard de almacht en wijsheid van God in alle scheppingen tot uitdrukking brengt.

Hoe doelmatiger de bestemmingen zijn die aan deze scheppingswerken toegedacht zijn, des te begrijpelijker zal deze kracht voor de mensen tevoorschijn komen. En zo moet natuurlijk in de mens, als het schepsel van God, aan wie de edelste bestemming toegedacht is, de goddelijke kracht aanwezig zijn. Want hij is een door de oerkracht opgewekte en levende stralenbundel, die de goddelijke wil en liefde voortgebracht en in het heelal uitgezonden heeft, dat zich in de vorm verdichtte en eeuwig en altijd een deeltje van deze oerkracht is.

De diversiteit van de geschapen wezens zal steeds de veronderstelling toelaten dat ook de overvloed aan kracht ongelijk verdeeld is en ook verschillend tot uitdrukking komt. En deze veronderstelling is juist, want elk wezen is altijd in die mate bekwaam om zijn kracht te laten werken, voor zover de voor het wezen bestemde werkzaamheid hiermee overeenkomt. Elk wezen is uit zichzelf werkzaam. Het is een volledig geïsoleerd, in het heelal staand schepsel aan wie een zekere opdracht als taak gegeven is. En deze taak vervult hij door de in hem werkende kracht, die weer niets anders is dan de onmiddellijke uitstraling van de goddelijke oerkracht.

Wie het wonder van de schepping nauwkeuriger bekijkt, herkent de geest van God, de eeuwig onveranderlijke en eeuwig nooit opdrogende kracht, overal. Alles wat leeft, is door deze kracht doordrongen. En alles wat dood is, ontbeert deze kracht. Dat nu juist alle leven kracht in zichzelf is en dat de afwezigheid van dezelfde kracht voor een ding de dood betekent, is nog begrijpelijker.

En zodra nu deze kracht werkzaam wordt, zal alles leven. Die kracht is goddelijk en is daarom onvergankelijk en eeuwig dezelfde. Ook als ze een wezen duizenden jaren bewoont. Ze zal altijd haar vetrekpunt in God, de eeuwige oerkracht, hebben en daar ook naar terugverlangen, omdat de energieproducent de uitstralingen in het heelal onverminderd terug krijgt en de kringloop eeuwig en altijd hetzelfde is.

En zo is elk geschapen wezen uitgezonden in het heelal met een heel wijs doordachte bedoeling. Het moet zich van zijn kracht, die uit God is en dus het wezen als een gelijk product laat herkennen, bewust worden. Als dezelfde kracht in het kleinste deel; zoals de goddelijke kracht de oerkracht van al het bestaan is.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

La Forza Primordiale

Dalla Forza Primordiale partono tutte le Correnti nel Cosmo. Ogni Irradiazione, per quanto minima, agisce in modo vivificante e risvegliante, e se ora la manifestazione della Forza di tutte le cose e Creazioni è lo Stato Primordiale e non può essere nulla assegnato a queste, che non fosse generato dalla Forza Ur, allora anche ogni Opera di Creazione dev’essere in sé la Forza di Dio, e cioè questa in una misura, come nella sua costituzione nell’intera Creazione manifesta l’Onnipotenza e la Sapienza di Dio. Più sono assegnate all’Opera di Creazione delle destinazioni secondo lo scopo, più comprensibile si manifesterà per gli uomini questa Forza, e così per natura deve dimorare nell’uomo come la creatura di Dio, alla quale è assegnata la destinazione più nobile, anche la Forza divina, perché esso è un fascio di raggi risvegliato e vivificato dalla Forza Ur, che è generato dalla Volontà e dall’Amore divino e l’ha inviato nel Cosmo, che si è raddensato nella forma ed è sempre ed eternamente una particella di questa Forza Ur. La diversità degli esseri creati ammetterà sempre la supposizione, che anche la pienezza di Forza sia distribuita diversamente e si manifesti anche in modo diverso. E questa supposizione è giusta, perché ogni essere è sempre capace di far agire la sua forza fino al punto, di quanto corrisponde all’attività destinata all’essere. Ogni essere è attivo da sé stesso, è una creatura che sta nel Cosmo completamente isolata, ala quale spetta un certo compito, e lo adempie grazie alla Forza che agisce in lei, che nuovamente non è altro che la diretta Irradiazione della divina Forza Ur. Chi dà uno sguardo più da vicino nei Miracoli della Creazione, riconosce lo Spirito di Dio, l’eterna Forza immutabile ed eternamente non si esaurisce mai, ovunque. Tutto ciò che vive, è compenetrato da questa Forza, e tutto ciò che è morto, ne è privo, cosa che è ancora più comprensibile, che appunto ogni vita in sé è la Forza e la mancanza della stessa Forza significa per una cosa la morte. Ed appena questa Forza diventa ora attiva, tutto diventa Vita. La Forza è divina e perciò è imperitura ed eternamente la stessa, anche se attraverso millenni vivifica un essere. Avrà sempre il suo punto di partenza in Dio, l’eterna Forza Ur, e desidererà anche di ritornarvi, perché il Generatore di Energia riceve non sminuite le Irradiazione nel Cosmo e la Circolazione è sempre ed eternamente la stessa. E così ogni essere è mandato nel Cosmo nell’Intenzione ben saggiamente pensata. Si deve rendere conto della sua Forza che è da Dio e di conseguenza fa riconoscere l’essere come lo stesso prodotto, come la stessa Forza nella minimissima parte, che è la Forza divina come Forza Ur di tutto l’essere.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich