Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Gods liefde – Kracht – Wil om te scheppen

Zie, hoe de zee van goddelijke liefde zich uitstort over alle schepselen. Hoe de bron van genade zich onophoudelijk opent en de volheid van Gods liefde zich aan Zijn wezens meedeelt. Steeds zijn zichtbare en onzichtbare krachten bereid het door de liefde van God gewilde uit te voeren en zo werkt de liefde van de Heer onbegrensd. Eeuwig en altijd. Zijn wil is macht, Zijn liefde kracht en Zijn wijsheid schept uit wil en liefde. Ieder ding is dus een in alle wijsheid uitgevoerd liefdeswerk van God. Het is uit zichzelf ontstaan, doordat de liefde van God werkzaam werd en zo’n liefdeswerk moet daarom ook het hoogste zijn. Het geschapene moet aanschouwelijk en tastbaar of zichtbaar de wil en de liefde van God bekendmaken en kan dus ook nooit meer terug in een niets verzinken, want al het geschapene is kracht. Maar de kracht wordt niet minder, maar vermeerdert zich als het ware tot in het oneindige.

Een geschapen wezen, als product van deze scheppingskracht, waarvan de oorsprong de goddelijke liefde is, moet dus eveneens die liefde en die kracht in zich bergen. Ook al in het kleinste deeltje. Ieder wezen bergt een vonk van deze goddelijke liefde en kracht in zich. Het wezen heeft nu, in het bijzondere bezit van een vrije wil, de opdracht om deze vonk evenzo steeds groter te laten worden. Dat wil zeggen in vereniging met de liefde van God de eigen kracht van de liefde te vergroten en zich zo weer met de oerkracht, de essentie van de liefde, te verenigen, opdat alles wat van God uitgegaan was, weer naar Hem terugkeert.

Voor wie dit niet begrijpt: stel je een krachtfabriek voor die kracht produceert en zulks weer afgeeft. Hoe meer kracht nu vereist wordt, des te meer wordt er ook voortgebracht. Maar de fabriek krijgt alle toegevoerde kracht onverminderd terug in de vorm, die door de gebruikte kracht verkregen werd. Er heeft zich dus alleen maar een omvorming van de oerkracht voltrokken, maar niet het geringste deel van die kracht is verloren gegaan. En er kan dus ook nooit het geringste in het heelal meer verloren gaan of vernietigd worden, omdat het steeds alleen maar in een andere vorm, beantwoordend aan de wil van de Heer, in het gehele heelal getuigenis aflegt van de nooit eindigende wil van de eeuwige Godheid om vorm te geven. Dit is voor jou wel begrijpelijk, maar niet hoe de kracht als zodanig zich vermeerdert in het door God geschapen wezen.

De lichtbron droogt in eeuwigheid niet op, want goddelijke kracht kan nooit worden opgebruikt, ofschoon ieder wezen zijn bestaan enkel en alleen aan deze krachtbron te danken heeft. Ononderbroken vermeerdert zich het licht en de kracht door de uitstralingen in het heelal. Deze zijn noch begrensd noch van één of andere invloed afhankelijk, maar ononderbroken uitingen van de werken en de liefde van God, die alleen maar dan zouden afnemen als de wil van God om te scheppen minder zou worden. Maar dit kan niet gebeuren, want het zou een gebrek aan liefde betekenen en daar God toch de liefde is Zelf, moet ze ook onophoudelijk scheppend werkzaam zijn en steeds weer nieuwe levende wezens voortbrengen, naar wie de nooit eindigende liefde van de Vader uitgaat.

Des te meer nu de scheppingsdrang werkzaam is, des te talrijker zijn de wonderen van de schepping. En omdat ieder scheppingswerk kracht uit God is, vermeerdert deze kracht zich dagelijks en ieder uur tot in het oneindige, want er komen voortdurend en overal in het hiernamaals de meest veelsoortige scheppingswerken uit de wil van God voort. En de schepping zal niet één seconde in vormgeving en grootte teruggaan of minder worden, maar in plaats daarvan omvangrijker en veelvormiger worden door de eeuwige onoverwinnelijke scheppingswil van God, die uit de oneindige liefde van God ontspringt. En de Heer heeft daarom ook in ieder geschapen wezen weer de liefde en de wil om zich te ontwikkelen gelegd die dan het wezen, als hij zich de vrije wil eigen gemaakt heeft, tot de hoogste voleinding brengen moet, opdat de kracht van God, die eeuwige liefde is, alleen altijd maar vermeerderd wordt en als zodanig het hoogste geluk in de hemel en op aarde teweegbrengt want het toonbeeld van alle goddelijkheid en daarmee de hoogste zaligheid is de liefde.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

El amor de Dios.... Poder.... La voluntad de crear....

Mirad, cómo el mar del amor divino se derrama sobre todas las criaturas.... como incesantemente se abre la fuente de la gracia y la plenitud del amor de Dios se comunica a sus seres. Siempre hay fuerzas visibles e invisibles dispuestas para llevar a cabo lo que el amor de Dios quiere, y es por eso que el amor de Dios obra ilimitado.... siempre y eternamente. Su voluntad es poder, Su amor es fuerza y Su sabiduría crea a partir de la voluntad y del amor.... Cada cosa es, por lo tanto, el obrar del amor de Dios realizado con toda sabiduría, surgió de sí mismo cuando el amor de Dios estaba activo, y tal obra de amor, por lo tanto, también debe ser lo más alto.... lo que ha sido creado debe anunciar clara y tangible o visiblemente la voluntad y el amor de Dios y, por lo tanto, nunca puede volver a hundirse en la nada, porque todo lo creado es fuerza.... pero la fuerza no se disminuye, sino que aumenta, por así decirlo, hasta el infinito.

Un ser creado como un producto de este poder creativo, cuyo origen es el amor divino, igualmente debe contener amor y poder en sí mismo, aunque sea en la parte más infinita.... Todo ser contiene una chispa de este amor divino y poder en sí mismo.... Ahora el ser tiene, especialmente en posesión del libre albedrío, la tarea de llevar esta chispa igualmente a una formación cada vez mayor, es decir, en la asociación con el amor de Dios aumentar la propia fuerza de amor y así de nuevo unificarse con el poder original, el epitome del amor, para que todo lo que partió de Dios vuelva de nuevo hacia Él.

A quien esto no le parece comprensible, se tiene que imaginar una planta de energía que continuamente genera y entrega energía al mismo tiempo. Cuanta más fuerza se requiere ahora, más se genera, pero a la planta sea devuelto todo el suministro de energía sin disminuir en la forma que fue ganado por la energía utilizada, por lo que solo se ha llevado a cabo una transformación de la fuerza primaria, pero ni la más pequeña parte de ella perdió fuerza.

Y así, la más mínima cosa jamás puede perderse o destruirse en el universo, porque siempre da testimonio de la voluntad creadora interminable de la Deidad eterna en todo el universo solo en una forma diferente correspondiente a la voluntad del Señor. Esto ciertamente puedes comprender, pero no cómo la fuerza como tal se aumenta en los seres creados por Dios....

La fuente de luz no se agota, porque la fuerza divina nunca puede agotarse, aunque cada ser debe su existencia sólo a esta fuente de poder.... La luz y la fuerza se aumentan ininterrumpidamente a través de las irradiaciones hacia al universo. Estas no están limitadas ni dependen de cualquier influencia, sino más bien expresiones ininterrumpidas del obrar y del amor de Dios, que solo se disminuirían si se quisiera reducir la voluntad de Dios de crear. Pero esto no puede suceder, porque significaría una falta de amor, y como Dios es el amor Mismo, también tiene que ser incesantemente activa creativamente y generar una y otra vez nuevos seres vivos, a quienes se aplica el amor eterno del Padre.

Cuanto más activo está ahora el impulso creativo, más numerosos son los milagros de la creación.... Y dado que cada obra de creación es fuerza de Dios, esta fuerza se multiplica diariamente y cada hora por el infinito, porque continúan y surgen en todas partes del universo, las más diversas obras de creación de la voluntad de Dios, y la creación como tal no retrocederá ni un segundo en forma y tamaño o disminuirá, sino que se hará cada vez más extensa y variada a través de la invencible voluntad creativa de Dios, que emana del amor infinito de Dios.

Y por eso el Señor ha vuelto a poner el amor y la voluntad de crear en cada ser creado, que el ser entonces, si dispone del libre albedrío, debe llevar la máxima perfección, para que la fuerza de Dios, lo cual es el amor eterno, solo siempre sea aumentada y como tal desencadenará la más alta felicidad en el cielo y en la tierra, porque el epítome de toda divinidad y, por lo tanto, de la más alta bienaventuranza es el amor....

Amén

Vertaler
Vertaald door: Hans-Dieter Heise