De kracht van de mens werd eindeloos groter en zijn wil werd machtig, want de macht van de liefde kreeg de overhand over het kwaad. En wie nu in de liefde leeft, kan zich deze macht zo eigen maken dat het aardse bestaan volledig voldoende is om als gezuiverd wezen na de lichamelijke dood het gebied van de eeuwige zaligheid binnen te gaan. Alleen de wil van de mensen bleef onaantastbaar en de tegenstander probeert nu deze wil tot het uiterste te beïnvloeden, opdat de drang naar liefde zwakker wordt en daarmee de zelfverlossing door de liefde in twijfel getrokken wordt. Slechts het voortdurende streven om volgens de wil van God te leven stelt paal en perk aan de inspanning van de tegenstander. Waar de wil zich ernstig op God richt, daar heeft de tegenstander alle macht verloren. Hij probeert weliswaar telkens weer de mensen ten val te brengen, maar deze pogingen zijn zonder succes omdat de liefde voor God alles overheerst.
Zo was de menswording van Christus de overwinning op het kwaad. De macht van de tegenstander was gebroken en de kracht van de wezens op aarde die lief wilden hebben, was in dezelfde mate gestegen en een opstijgen naar God werd nu voor alle geestelijke wezens gewaarborgd. De demonen van het heelal proberen nu met alle list de zielen te bemachtigen en alle begeerten die verderf brengen op te wekken of te versterken, want deze verzwakken weer de wil, die anders sterk is en in staat om tegenstand te bieden. Daarom is ieder aards verlangen een hindernis voor de definitieve hereniging met God, want de wil wendt zich dan niet geheel en al naar de eeuwige Godheid toe, maar wordt gedeeld en zal zich geleidelijk steeds meer naar de wereld neigen, omdat de wil van de mensen steeds zwakker wordt en de verlokkingen van de zijde van het kwaad in gelijke mate sterker.
Op zich is het verlangen naar de wereld geen zonde zolang er niet in strijd met geboden van God gehandeld wordt, maar het afzien van alle wereldse vreugden is als het ware de ladder naar boven, want dan wisselt de mens deze om voor de goddelijke genade. Het lichaam geeft gewillig de vreugden van de wereld op, waarvoor de ziel echter onnoemelijk rijk bedacht wordt met kracht en genade voor haar eigenlijke bestemming. En de ziel voelt zich in deze toestand, waar ze zich in lichte sferen ophoudt, goed, terwijl het lichaam geleidelijk de hang naar de wereld volledig verliest en het offer voor het lichaam steeds makkelijker te dragen is, naarmate de toestand van de ziel volmaakter is.
Maar waar de mensen op aarde, die niet in de genade van God leven, naar streven, is alleen maar schijn en bedrog. Alles vloeit weg en vergaat als schuim. Het verschaft het lichaam slechts voor de tijd op aarde welbehagen, maar brengt de ziel in de gebrekkigste toestand. Dan heeft de mens zijn leven op aarde volledig nutteloos geleefd, niet denkend aan de taak die hij te vervullen had. Dan is dus ook het verlossingswerk, de menswording van God, zonder enige zegen voor zo’n mensenkind gebleven. De brug, die de Heiland naar de mensheid geslagen heeft, wordt door zulke mensen niet betreden. Zij gaan voort op de weg van de duisternis, die de mensen eerst op een dwaalspoor bracht, en zien niet de lichtvolle weg, die de liefde van God voor de mensenkinderen begaanbaar gemaakt heeft. Deze weg is wel smal en een weg van zelfverloochening en stelt hoge eisen aan de ziel, maar hij voert beslist naar het doel. Hij vormt de mens van de wereld tot kind van God, dat zich eindelijk verenigt met de hemelse Vader en zo de weg naar huis vindt, het huis van de Vader._>Amen
VertalerA força do ser humano tornou-se infinitamente maior e a sua vontade tornou-se poderosa, pois o poder do amorganhou vantagem sobre o mal, e quem agora vive no amor pode adquirir esse poder de tal modo que a sua carreira terrena é plenamente suficiente para entrar nos reinos da bem-aventurança eterna como um ser esclarecido após a morte corporal. Apenas a vontade do ser humano permaneceu inviolável, e o poder oposto tenta agora influenciar ao máximo essa vontade, de modo que a inclinação para o amor se enfraquece e, assim, a auto-redenção através do amor é posta em questão. Somente o esforço ininterrupto para viver na vontade de Deus é capaz de resistir aos esforços do adversário. Onde a vontade se volta seriamente para Deus, aí o poder oposto perdeu todo o poder.... Embora tente repetidamente derrubar o ser humano, essas tentativas são ineficazes porque o amor a Deus supera tudo. Assim, a encarnação de Cristo foi a vitória sobre o mal.... o poder do adversário foi quebrado e a força do ser terreno disposto a amar aumentou na mesma medida, e uma ascensão a Deus foi agora assegurada a todos os seres espirituais.... Os demônios do Universo procuram agora, com toda a astúcia, apoderar-se das almas e despertar ou fortalecer todos os desejos que são ruinosos, pois estes enfraquecem novamente a vontade que, de outra forma, é forte e resistente. É por isso que todo desejo mundano é um obstáculo à reunião final com Deus, pois então a vontade não se voltará totalmente para a Deidade eterna, mas será dividida e gradualmente se tornará mais e mais inclinada para o mundo, porque a vontade do ser humano se tornará cada vez mais fraca e as tentações do mal se tornarão mais fortes na mesma medida. Em si mesmo, o desejo do mundo não é pecado enquanto os mandamentos de Deus não forem violados, mas a renúncia a todos os prazeres mundanos é, por assim dizer, a escada para o topo, pois o homem então troca a graça divina por eles. O corpo desiste voluntariamente dos prazeres do mundo, para os quais a alma, no entanto, é inexprimivelmente rica de força e graça para o seu verdadeiro propósito. E a alma se sente bem neste estado que a deixa habitar em esferas leves, enquanto que o corpo perde gradualmente a sua inclinação para o mundo completamente e o sacrifício do corpo torna-se cada vez mais fácil de suportar quanto mais perfeito é o estado da alma. No entanto, o que as pessoas lutam na terra que não vivem na graça de Deus é apenas fingimento e engano, tudo se derrete e passa como espuma, apenas criando conforto para o corpo para o tempo na terra, mas deixando a alma no estado mais miserável.... Então o Homem viveu a sua vida terrena completamente inútil, não pensando na tarefa que ele tinha que cumprir. E assim o ato de Salvação, a encarnação de Deus, permaneceu sem qualquer bênção para uma criança tão terrena.... a ponte que o Salvador construiu para a humanidade não foi por eles entrada. Eles continuam a caminhar no caminho das trevas que antes levava as pessoas ao desvio e não vêem o caminho cheio de luz que o amor de Deus fez passar para as crianças terrenas..... Este caminho é certamente estreito e um caminho de renúncia, de renúncia a si mesmo e das mais altas exigências espirituais, mas leva inevitavelmente à meta.... Ela molda o ser humano terreno em um filho de Deus que finalmente se une ao Pai celestial e assim encontra seu caminho de casa para a casa do Pai....
Amém
Vertaler