• Terug

Kennis is macht – Aardse wijsheid – Geestelijke kennis

Er zullen zich altijd nieuwe gelegenheden voordoen die overeenkomen met de wil van de Heer, aanvankelijk vaak niet herkenbaar, maar naderhand in duidelijke samenhang met de wil van de Heer. Let daarom op de eeuwigdurende verandering rondom je en blijf in voortdurende liefde de Heer toegedaan, dan zal voor jou succes verzekerd zijn waarvan je nooit had durven dromen. Elke afzonderlijke schakel van een ketting moet gesmeed worden en zonder moeite valt niets te bereiken en evenzo moeten in een ononderbroken volgorde schakel voor schakel van geestelijke waarheden zich samenvoegen om een samenhangend geheel te krijgen. En zo verkondigt de Heer jou vandaag het volgende:

Kennis is macht. Wijst de mens aardse wijsheid af, dan is te verwachten dat ook alle aardse voordelen hem alleen maar in geringe mate toegekend worden. Onwetend zal hij door het leven gaan en nooit tot macht, aanzien en eer kunnen komen als hij op niets acht slaat wat hem helpt om kennis te verkrijgen. Maar het ware licht, het geestelijke weten, zal in zijn volle zegenrijke uitwerking ook alleen maar door hen erkend worden die zich inspannen om zich steeds meer te verrijken.

De mens zal pas levend worden als zijn kennis, hem verschaft door de geest van God in hem, gebruikt wordt om de geestelijke blindheid van de medemensen uit de weg te ruimen. Eindeloos veel mensen moeten geholpen worden de weg van het licht te betreden en hen moet een juiste kennis van de liefde en wijsheid van God bijgebracht worden. Maar ook dit kan pas dan gebeuren als de leraar zichzelf een weten eigen gemaakt heeft, dat hem in staat stelt zijn kennis te verbreiden en daarom zal nauwelijks iemand die de waarheid van boven ontvangt, het voldoende vinden alleen zelf maar de voordelen te benutten. Hij zal pas volkomen tevreden zijn als hij zijn kennis zo vaak mogelijk kan meedelen, waar het er om gaat de dwalende ziel naar de juiste weg te leiden.

En evenzo zal ook de wijze van de wereld altijd zijn kennis proberen te benutten, daar deze anders zowel voor hem als ook voor de wereld waardeloos zou zijn. Want wat de mens weet, krijgt pas waarde wanneer het passend benut kan worden voor de mensheid. Zo zal de geestelijke kennis zich ook alleen maar dan kunnen handhaven wanneer geheel en al de zegen herkenbaar is die als vaste begeleider van de geestelijke kennis door God gegarandeerd werd en zich ook vervult, waar men gewillig is de geestelijke waarheid aan te nemen.

Niets wat door de Heer en Schepper van de hemel en aarde aan de mensen getoond wordt, is zonder doel en bestemming. En zo zal nog eerder alle aardse wijsheid te gronde gaan, maar nooit het goddelijke woord, dat het toonbeeld van alle wijsheid van God is. Wie ook maar dit woord ontvangt en met het hart opneemt, wie niet aan werelds voordeel denkt maar enkel en alleen zijn eeuwige zielenheil voor ogen heeft, kan dus alleen maar aan wijsheid winnen. Want diens kennis zal in zo grote mate toenemen dat zelfs de wijste wereldse geleerde ver bij deze achterblijft, daar zijn kennis vergankelijk is en dus ook nutteloos voor de eeuwigheid.

Amen

Wissen ist Macht.... Irdische Weisheit.... Geistiges Wissen....

Es werden sich immer neue Gelegenheiten bieten, die dem Willen des Herrn entsprechen, oft anfangs nicht erkennbar, jedoch nachher in sichtlichem Zusammenhang stehend mit dem Willen des Herrn. Darum beachte den immerwährenden Wechsel um dich, und bleibe in steter Liebe dem Herrn zugetan, dann wird ein Erfolg dir sicher sein, wo du ihn dir nicht träumen läßt. Jedes einzelne Glied einer Kette muß geschmiedet werden, und ohne Mühe ist nichts zu erreichen, und ebenso muß in ununterbrochener Reihenfolge Glied für Glied der geistigen Wahrheiten sich aneinanderfügen, um ein zusammenhängendes Ganzes zu ergeben. Und so verkündet dir der Herr heut folgendes:

Wissen ist Macht.... Lehnt der Mensch irdische Weisheit ab, so ist zu erwarten, daß auch aller irdischer Vorteil ihm nur in geringem Maß beschieden ist. Unwissend wird er durch das Leben gehen und nimmer zu Macht, Ansehen und Ehre gelangen können, läßt er alles unbeachtet, was ihm zum Wissen verhilft.... Das rechte Licht aber, das geistige Wissen, wird in seiner vollen segensreichen Auswirkung auch nur von denen erkannt werden, die sich bemühen, sich stets mehr und mehr zu bereichern. Lebendig wird der Mensch dann erst werden, wenn sein Wissen, das ihm der Gottesgeist in sich vermittelt, verwertet wird, um die geistige Blindheit der Mitmenschen zu beheben. Es soll so unendlich vielen Menschen geholfen werden, den Weg des Lichtes zu beschreiten, und ihnen soll ein rechtes Wissen um die Liebe und Weisheit Gottes beigebracht werden. Doch dies kann wiederum erst dann geschehen, wenn der Lehrende sich selbst ein Wissen angeeignet hat, das ihn befähigt, seine Kenntnisse zu verbreiten, und es wird daher kaum ein die Wahrheit-von-oben-Empfangender sich genügen lassen, nur selbst daraus Nutzen zu ziehen, sondern erst dann restlos zufrieden sein, wenn er sein Wissen möglichst oft mitteilen kann, wo es gilt, die Seele, die irrend ist, auf den rechten Weg zu weisen. Und ebenso wird auch der Irdisch-Wissende immer sein Wissen auszunutzen versuchen, ansonsten dieses für ihn wie für die Welt wertlos wäre. Denn was der Mensch weiß, gewinnt erst dann Wert, so es entsprechend genützet werden kann für die Menschheit. So wird sich auch das geistige Wissen nur dann behaupten können, wenn der Segen voll und ganz erkennbar ist, der dem geistigen Wissen als ständiger Begleiter von Gott zugesichert wurde und sich auch erfüllt, wo man die geistige Wahrheit anzunehmen gewillt ist. Nichts ist ohne Zweck und Ziel, was vom Herrn und Schöpfer des Himmels und der Erde den Menschen erwiesen wird. Und so wird eher noch alle irdische Weisheit zugrunde gehen, niemals aber das göttliche Wort, das der Inbegriff aller Weisheit aus Gott ist. Und es kann somit nur an Weisheit gewinnen, wer immer diese empfängt und aufnimmt mit dem Herzen, wer nicht an irdischen Vorteil denkt, sondern einzig und allein sein ewiges Seelenheil vor Augen hat. Denn dessen Wissen wird vermehrt werden in so reichem Maß, daß selbst der weiseste irdische Gelehrte jenem weit zurücksteht, da sein Wissen vergänglich ist und somit auch unnütz für die Ewigkeit....

Amen