Let op elke depressie die je overvalt en zie hierin steeds het middel, dat de Heer gebruikt om de ziel volgzaam te maken aan Zijn wil. Kijk, jullie mensen zouden je zonder enige schroom aan een zekere traagheid van de geest overgeven, als jullie niet ook aan stemmingen onderworpen zouden zijn, die zich zo uiten dat jullie denken mede aangetast wordt.
Een depressie die men probeert te doorgronden en daardoor op te heffen, heeft steeds louter een voordelige uitwerking op de geest, want het is de opdracht van de mens om onophoudelijk werkzaam te zijn, opdat de daadkracht niet minder wordt en dit betreft zowel het lichaam alsook de geest van de mens. Als de toestand ingetreden is, waarin de daadkracht minder is, dan valt een afnemen van de geestelijke, alsook de lichamelijke werkzaamheid te vrezen en dit zou steeds een achteruitgang betekenen, wat de goddelijke wijsheid probeert te verhinderen, zolang het mensenkind alle suggesties en alle preventie bereidwillig volgt. Want het gevaar van zo’n achteruitgang is te groot om eraan voorbij te gaan. Integendeel, het moet met alle middelen bestreden worden, wat dus wijselijk gebeurt, doordat de mens aan zulke depressies blootgesteld wordt, die weer aanleiding geven tot nadenken en stimulerend inwerken op het lichaam en de geest.
En degene, die nu steeds zulke slagen als een doen herleven van geest en lichaam opvat en op deze manier beschouwt, zal hier een groot voordeel uit trekken. Hij zal opletten van welke zijde het gevaar hem bedreigt en zich nog voordat de toestand van passiviteit hem overvallen heeft, te weer stellen.
Zo beschermt de Heer de Zijnen tegen vermoeidheid en verenigt Hij in zekere zin het opvoedkundige doel, de levendige werkzaamheid, door een peinzende zelfbezinning, hoe klein en ontoereikend het aardse wezen op zich is. En daarom komt de mens weer tot innerlijke deemoed, wanneer hij in het gevaar verkeert deze te verliezen.
De goddelijke wijsheid moet heel vaak ingrijpen, als het werk aan de ziel gelijkmatig verder moet gaan. Jullie mensen zijn zo zwak en zonder doorzettingsvermogen. Als het alleen aan jullie overgelaten zou worden en de goddelijke genade jullie niet zou ondersteunen, zou elke vooruitgang moeilijk zijn.
Niets in de wereld is duurzaam. Een eeuwig wisselen en veranderen houdt alles in een ononderbroken werkzaamheid. Daarom moet de geest ook voortdurend gestimuleerd worden en hier zorgt God op een veelvoudige, steeds andere manier voor. Maar steeds het welzijn van de kinderen op aarde voor ogen houdend en naargelang de behoefte aan deze kinderen denkend. Vaak op een smartelijke, maar ook op een verheffende manier. Maar steeds is doorslaggevend, welke uitwerking de gebeurtenissen of gevoelens op de geest van de mens hebben.
Zelden lukt het de mens om alle hindernissen, waar het leven hem voor plaatst, even gemakkelijk te overwinnen. Zo menig maal wordt hij door zijn kracht verlaten en dan moet er een zichtbare hulp van boven komen, die echter vaak ook zo’n uitwerking heeft, dat ze niet verheugd begroet wordt. Juist bij neerslachtige gevoelens, die het mensenkind dusdanig bezwaren, dat die probeert deze de baas te worden en zichzelf zo uit het hem bedreigende gevaar van vermoeidheid bevrijdt. Het probeert met verdubbelde kracht de wil van God te vervullen. Het probeert weer in de staat van innerlijke vrede te komen en kan dit alleen maar door een grotere werkzaamheid. Zodoende draagt ook deze depressie, hoe belastend deze ook voor het mensenkind lijkt, een zekere zegen in zich, als men dit maar goed beseft.
Amen
VertalerBada ad ogni depressione che ti capita, e vedi in lei sempre il mezzo che il Signore impiega per rendere l’anima duttile per la Sua Volontà. Guarda, voi uomini vi dareste senza timore ad una certa pigrizia dello spirito, se non foste anche sottoposti a degli umori che si manifestano in modo, che ne viene interessato il vostro pensare. Una depressione, che si cerca di sondare e da ciò eliminare, ha sempre soltanto un vantaggio per lo spirito, perché è il compito dell’uomo essere attivo ininterrottamente, affinché non diminuisca la forza d’azione, e questo vale per il corpo come anche dello spirito dell’uomo.
Quando è subentrato lo stato che la forza d’azione è diminuita, allora è da temere una paralisi dell’attività spirituale come quella corporea, che la Sapienza divina cerca di impedire, finché il figlio terreno segue volontariamente ogni stimolo e prevenzione, perché il pericolo di una tale retrocessione è troppo grande da poter essere ignorato, al contrario, vi si deve andare contro con tutti i mezzi, la qual cosa avviene in modo saggio, mentre l’uomo è esposto a tali depressioni, che danno di nuovo motivo per la riflessione ed agiscono in modo vivificante sul corpo e sullo spirito.
E chi interpreta sempre soltanto tali abbattimenti come una rivivificazione per spirito e corpo e li considera in tal senso, ne trarrà la più grande utilità. Farà attenzione da quale parte lo minaccia il pericolo e si pone alla difesa ancora prima che lo abbia attaccato lo stato dell’inattività. Così il Signore protegge i Suoi da affaticamento ed unisce contemporaneamente lo scopo educativo ad un’attività più stimolante, con riflessione su sé stesso, quanto piccolo ed imperfetto sia in sé stesso l’essere terreno, e con ciò l’uomo arriva di nuovo all’umiltà interiore, quando è in pericolo di perderla. La Sapienza divina deve intervenire molto sovente, se l’opera sull’anima deve procedere in modo equilibrato. Voi uomini siete così deboli e senza costanza, se fosse lasciato a voi soltanto e se la Grazia divina non vi sostenesse, allora ogni progresso sarebbe difficile.
Nel mondo, nulla ha sussistenza, un eterno scambio e cambiare mantiene tutto in ininterrotta attività. Così anche lo spirito deve costantemente essere stimolato, ed a questo provvede Dio in modo molteplice, sempre diverso, tenendo però sempre presente il bene dei figli della Terra e provvedendo a loro secondo il bisogno, sovente in modo doloroso, ma anche da elevare. Ma è sempre soltanto determinante, qual effetto esercitano degli avvenimenti o sensazioni sullo spirito dell’uomo.
All’uomo riesce raramente di superare subito facilmente tutti gli ostacoli che gli pone la vita. Qualche volta lo abbandona la sua forza ed allora deve arrivare un aiuto visibile dall’alto, che però si manifesta anche sovente in modo che non viene accolto con gioia, appunto in sentimenti d’abbattimento, che gravano talmente sul figlio terreno, che cerca di dominarli e così libera sé stesso dal minaccioso pericolo dell’affaticamento. Cerca di adempiere la Volontà di Dio con forza raddoppiata, cerca di giungere di nuovo nello stato della pace interiore e lo può soltanto attraverso l’attività aumentata, quindi ogni depressione, per quanto sembra gravante sul figlio terreno, ha in sé una certa benedizione, se soltanto la si riconosce bene.
Amen
Vertaler