Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Grenzen van het verstand - Wereldwijs - “Ik weet dat ik niets weet”

Aan de grens van het verstand moeten de geestelijke krachten werkzaam worden, want jullie mensen zouden met jullie kennis nooit de raadselen van de natuur kunnen oplossen, wanneer juist deze krachten niet gelijktijdig voor kennis zouden willen zorgen, zodat jullie gemakkelijk ingang vinden tot de werking van de goddelijke schepping. De geesten die rondom jullie vertoeven, onderwijzen jullie en proberen jullie gedachten zo te sturen dat ze dichter bij de waarheid komen. En hoe meer jullie het geloof in jullie dragen, hoe meer jullie het wezen van de Godheid in jullie zelf gewaarworden, des te helderder en duidelijker zullen deze gedachten tot jullie kunnen doordringen. Alleen wie gelooft volledig op eigen kracht te kunnen doorgronden wat de Vader van het heelal nog verhult, diens streven naar kennis zal lange tijd zonder resultaat blijven.

Hij zal nooit helemaal zeker zijn van zijn resultaat. Steeds zal er twijfel worden gezaaid over de waarheid van zijn vaststellingen, en hij zal met de woorden “ik weet dat ik niets weet” de ontoereikendheid van zijn kennis moeten toegeven. Maar de innerlijke verbinding met God geeft hem de sleutel tot alle kennis en tegelijkertijd de zekerheid dat hij op de juiste weg is en zich in de volste waarheid bevindt. Het is door God zo beschikt dat het geestelijke leven van de mensen volledig losstaat van zuiver aardse inspanningen en dat de geestelijke brug enkel betreden wordt door degene die in het geestelijke opgaat en wiens doen en laten wortelt in het besef van zijn toebehoren aan God. Laat de wereldwijzen maar vorsen en piekeren.

De Heer heeft Zijn grenzen gesteld die ze niet kunnen overschrijden zonder Zijn hulp. En deze hulp moet heel bewust gevraagd worden.

Want wie zich boven het gebed verheven waant, is op weg zich volledig te verliezen.

Maar wie in staat is een vurig gebed op te zenden naar de Vader van het heelal, die werkt al met geestelijke kracht en die kan nu zijn vorsen en piekeren voortzetten zonder te hoeven vrezen dat hij verkeerd zal gaan.

Want de hulp die hij vraagt, is hem ook vanaf dat moment gegeven. Aan een echt vrome mens komen nu de gedachten zeer gemakkelijk toe, zodat hij ze alleen maar hoeft op te nemen en er nu kennis voor hem ontsloten wordt van alle dingen die voor hem de moeite waard lijken om te onderzoeken. Maar laat deze mensen hun ervaringen uiten en ze zullen steeds op vijandigheid en afwijzing stoten van degenen die menen als enigen de bekwaamheid te bezitten maatgevende opheldering te kunnen vinden. En ze zullen steeds met elkaar in strijd zijn, de wereldwijze met zijn vermeende kennis, die God niet werkelijk erkent of zelfs geheel goddeloos is, en de zoeker naar waarheid, die in diepste deemoed tegenover God staat, die Hem en de mensen wil dienen en aan wie deze waarheid rijkelijk overgedragen wordt door de Heer zelf. Maar de wereld zal zich er nooit van laten overtuigen hoe weinig ze op eigen kracht kan bereiken op het gebied van kennis. Ze zal eerder al het juiste streven tegenwerken en ze zal de dragers van de waarheid willen vervolgen en aan de kaak stellen.

Maar zolang de Heer zelf door hen werkt, is elk optreden tegen hen zonder succes. De macht van de wereldse mensen is gering, maar door de vrije wil zijn ze wel in de positie hun schandelijke voornemen ook ten uitvoer te brengen. Maar de uitwerking zal door God afgezwakt worden, zodat het kind dat God wil dienen volstrekt niet hoeft te vrezen het slachtoffer te worden van deze vijandige pogingen.

De uiteindelijke beslissing is toch steeds in handen van de hemelse Vader. Alleen om de mensen niet in hun vrije wil te belemmeren, moet Hij ieder mens laten handelen zoals het hem belieft.

Toch beschermt Hij de zijnen goed tegen het giftige speeksel van hen die de wereld in het verderf storten en brengt Hij in hun eigen gelederen verwarring teweeg die hen de oren doet spitsen. De natuurwetten zijn steeds de aanleiding tot goed berekende resultaten.

Maar wanneer de wijze Godheid nu zelf zo’n wet omver stoot, aangezien Ze daar van eeuwigheid de macht toe heeft, en de mensen dan radeloos voor verschijnselen staan waarvoor ze geen verklaringen weten, dan is hun het bewijs geleverd dat hun kennis alleen nog zeer gebrekkig is. En zo kunnen generaties zich steeds weer opnieuw met problemen bezig houden. Ze zullen langs zuiver verstandelijke weg nooit tot de definitieve oplossing komen, maar daarentegen in zeer korte tijd helemaal ingewijd en voorgelicht zijn met Gods hulp. Als jullie dit voor jezelf vragen, wandelen jullie nooit in de duisternis en op dwaalwegen, maar jullie weg voert jullie zeker naar het eeuwige vaderland, aangezien God zelf jullie deze weg gewezen heeft.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Los límites del entendimiento – Los sabios del mundo – “Sé que no sé nada”

En el límite del entendimiento deben empezar a actuar las fuerzas del espíritu, porque vosotros, los hombres, nunca podríais resolver los misterios de la naturaleza si al mismo tiempo esos poderes no quisieran impartiros un conocimiento para que podáis encontrar fácilmente acceso al funcionamiento de la Creación divina. Los espíritus que os rodean os enseñan y tratan de dirigir vuestros pensamientos de tal manera que se acerquen a la Verdad. Y cuanto más alberguéis la fe dentro de vosotros, cuanto más sentiréis la esencia de la Divinidad dentro de vosotros, más brillantes y claros estos pensamientos os podrán penetrar.

Pero quien cree poder descubrir por sí mismo lo que el Padre del Universo aún ha ocultado, cuya lucha por el conocimiento permanecerá infructuosa durante mucho tiempo. Nunca estará enteramente seguro de su éxito. Siempre se despertarán dudas en él acerca de la verdad de sus afirmaciones, y con las palabras: “Sé que no sé nada”, tendrá que admitir la insuficiencia de su conocimiento. Sin embargo, la conexión interior con Dios le da la clave de todo conocimiento y al mismo tiempo la garantía de estar en el buen camino y de encontrarse en la verdad más completa. Dios lo ha dispuesto de tal manera que que la vida espiritual en el hombre esté completamente separada de los esfuerzos puramente terrenales y que solo aquel entre al puente espiritual que esté inmerso en lo espiritual y cuyas actividades y acciones estén enraizadas en el conocimiento de su pertenencia a Dios.

Dejad que los inteligentes del mundo investiguen y cavilen. El Señor ha puesto Sus límites, que no se pueden cruzar sin Su ayuda, y esta, a su vez, debe ser exigida con plena conciencia. Porque él que se cree superior a la oración está en camino de perderse completamente. Sin embargo, quien es capaz de enviar una oración íntima al Padre del Universo ya actúa con fuerza espiritual, y ahora puede continuar su investigación y sus cavilaciones sin tener que temer extraviarse. Porque la ayuda que pide le es concedida a partir de este momento. Al hombre realmente piadoso, le llegan muy fácilmente los pensamientos, de modo que solamente necesita aceptarlas, y se le abre ahora un conocimiento sobre todas las cosas que considera deseable explorar.

Sin embargo, dejad que tales personas expresen sus experiencias, y siempre encontrarán hostilidad y rechazo por parte de aquellos que creen que solo ellos tienen la capacidad de encontrar las soluciones decisivas, y así siempre estará luchando quien no reconoce realmente a Dios, si no incluso el impío sabio del mundo con su supuesto conocimiento, y el buscador de la Verdad que está en la más profunda humildad frente a Dios y que quiere servirLe a Él y a sus prójimos, a quien esta Verdad es transmitida en la más rica medida por el Señor Mismo. Pero el mundo nunca se dejará convencer de lo poco que puede alcanzar por su propia fuerza en el campo del conocimiento.

Más bien, todo lo opondrá a esta justa aspiración y querrá perseguir y poner en la picota a los portadores de la Verdad. Pero mientras el Señor Mismo obre por medio de ellos, cualquier acción en contra de ellos será infructuosa. El poder de los hombres mundanos es pequeño, solamente por el libre albedrío son capaces de llevar a cabo sus planes ignominiosos, pero el efecto será debilitado por Dios, de modo que el hijo que quiere servir a Dios no tiene que temer en absoluto de caer víctima de estos esfuerzos contrarios. La decisión final está siempre en manos del Padre celestial; sólo para no estorbar el libre albedrío de los hombres, tiene que dejar que cada uno actúe como le plazca. Pero Él protege bien a los Suyos de la saliva venenosa de esos destructores del mundo y crea una confusión en sus propias filas que les hace prestar atención.

Las leyes de la naturaleza son siempre la razón de resultados bien calculados. Pero si ahora la sabia Deidad Misma anula tal ley, porque desde la eternidad tiene el poder de hacerlo, y los hombres entonces se quedan perplejos frente a los fenómenos para los cuales no tienen explicación, entonces tienen la prueba de que su conocimiento es todavía muy fragmentario. Y así, generaciones pueden enfrentarse a los problemas una y otra vez, nunca llegarán a una solución final de una manera puramente racional, mientras que serán completamente iniciados e iluminados con la ayuda de Dios en el tiempo más breve. Si la pedís, nunca andaréis en las tinieblas y por caminos erróneos, sino que vuestro camino os conducirá con seguridad hacia la Patria eterna, ya que Dios Mismo os lo ha señalado.

Amén

Vertaler
Vertaald door: Anonymous