• Terug

Gave om te spreken - Tegenspraak - Wilskracht - Waarheid en wil

Als je je gedachten maar gelovig naar de hemelse Vader toewendt en Zijn wil probeert te vervullen, zullen er zonder onderbreking woorden tot je komen, die de goddelijke waarheid onthullen. Maar de gave om te spreken kan je pas gegeven worden wanneer je werkzaam wordt, dat wil zeggen wanneer je kennis zo groot is dat je kunt uitdelen wat je ontvangen hebt.

Want de wereld zal steeds tegenspraak bieden en er is een grote redenaarsgave voor nodig om haar dan consequent tegemoet te kunnen treden. Alle twijfel zal evenwel verdwijnen wanneer elke tegenwerping weerlegd kan worden. En er is veel overgave en wilskracht voor nodig om deze rijpheid van weten te bereiken. En hiervoor moet je voortdurend vechten en bidden.

Er zullen dagen komen waarop een enkel woord van tegenspraak al in staat is je geloofskracht te verminderen. En dan gaat het erom des te inniger je toevlucht te nemen tot je Heiland. En je zult dubbel gesterkt uit dat gevaar tevoorschijn komen. Ook daar zal de Liefde weer haar kracht bewijzen. Alles wat je in liefde doet, laat je kracht en je geloof sterker worden.

En zo wil de hemelse Vader door Zijn dienaren met alle macht een nieuwe tijd tegemoet treden. En daarvoor heeft Hij alleen hun goede wil nodig oprecht bereid te zijn de Heer te dienen. Alle benodigde voorwaarden zullen voor het kind dan helder en duidelijk zijn. Het zal zijn opdracht kennen en zich er zonder schroom op kunnen toeleggen.

Alle dwang van de ziel is uitgeschakeld. Het kind wendde zich volledig vrijwillig tot de Vader met de intentie Hem te dienen. En vanaf dat moment zal zijn handelen op aarde ook volledig vrij zijn, aangezien de wil om te dienen hem alles liet toekomen wat hij nodig had. Want de wil onderwierp zich aan de goddelijke wil en zodoende is het mensenkind beschermd tegen verkeerde invloeden. De verdere gebeurtenissen zullen steeds in overeenstemming zijn met de goddelijke wil, want de goddelijke Geest maakt deze wil aan de mens bekend en hij richt al zijn stappen nu vanzelf naar de goddelijke wil.

En zo verneemt hij in zichzelf voortdurend de voorschriften die God hem laat toekomen. Hij denkt en handelt volgens de waarheid zolang hij maar de intentie heeft de godheid in waarheid en zuivere liefde te dienen. Het is de grootste genade van de Heer Zichzelf aan een aards wezen kenbaar te maken. En in het volle bezit van deze genade kan er in de mens echt alleen maar waarheid bestaan. En dan kan de goddelijke wil ook ongehinderd door hem werken, want het hart opent zich bereidwillig voor alles wat goddelijk is en het blijft zodoende aanhoudend onder goddelijke invloed.

Vaak ontstaan er enerzijds onvermoede weerstanden en anderzijds daadkrachtige ondersteuning, en deze stammen beide uit de geestelijke wereld. Maar de goede geestelijke krachten zullen zich ongehinderd kunnen uiten, aangezien ze evenzeer aan de wil van God beantwoorden. Want de wil van het mensenkind verlangt naar waarheid en wendt zich bewust af van alle tegenstromingen. Des te sterker de wil probeert dichter bij God te komen, des te meer gaat Deze over in de mens. En zo verenigt de goddelijke Geest zich steeds inniger met de ziel en daar put de ziel weer kracht uit.

Onderbreking

Gabe zu reden.... Widerrede.... Willensstärke.... Wahrheit und Wille....

Worte, die die göttliche Wahrheit enthüllen, werden ohne Unterbrechung dir zugehen, wendest du doch deine Gedanken gläubig zum himmlischen Vater und suchst Seinen Willen zu erfüllen. Doch die Gabe zu reden kann dir erst gewährt werden zur Zeit deines Wirkens.... d.h., wenn dein Wissen so groß ist, daß du austeilen kannst, was du empfangen hast. Denn die Welt wird immer entgegenreden, und es bedarf einer großen Rednergabe, ihr dann folgerichtig begegnen zu können. Aller Zweifel wird jedoch schwinden, wenn ein jeder Einwand widerlegt werden kann, und um diese Reife des Wissens zu erreichen, gehört viel Hingebung und Willensstärke, um die du ständig ringen und beten sollst.... Es werden Tage kommen, wo ein einfaches Wort der Widerrede dir schon die Glaubensstärke schwächen kann, und dann gilt es, deine Zuflucht desto inniger zu nehmen zu deinem Heiland, und du wirst doppelt gestärkt aus solcher Gefahr hervorgehen. Die Liebe soll auch da wieder ihre Kraft beweisen.... Alles, was du in Liebe tust, läßt deine Kraft und deinen Glauben stärker werden. Und so will der himmlische Vater einer neuen Zeit mit aller Macht entgegentreten durch Seine Diener und bedarf daher nur des guten Willens, dem Herrn wahrhaft dienstbereit zu sein. Dann werden alle nötigen Voraussetzungen dem Erdenkind klar und verständlich sein, es wird seine Aufgabe erkennen und ohne Scheu sich ihr zuwenden können. Aller Zwang der Seele ist ausgeschaltet, völlig freiwillig wandte sich das Kind dem Vater zu.... im Willen, Ihm zu dienen, und völlig frei wird von da an auch sein Handeln auf Erden sein, weil der Wille zu dienen ihm alles zukommen ließ, wessen es bedurfte. Denn der Wille unterstellte sich dem göttlichen Willen, und (es = d. Hg.) ist somit das Erdenkind geschützt vor falschem Einfluß. Die ferneren Ereignisse werden immer im Einklang stehen mit dem göttlichen Willen, denn der Gottesgeist gibt diese dem Menschen kund, und er lenkt alle seine Schritte nun von selbst nach göttlichem Willen. Und so vernimmt er in sich nur immer die Vorschriften, die Gott ihm zugehen läßt.... Er denkt und handelt der Wahrheit gemäß, solange der Wille in ihm ist, eben der Gottheit in Wahrheit und reiner Liebe zu dienen. Des Herrn größte Gnade ist, Sich Selbst mitzuteilen einem Erdenwesen, und im Vollbesitz solcher Gnade kann wahrlich im Menschen nur Wahrheit bestehen.... Und ungehindert kann dann auch der göttliche Wille durch diesen wirken, denn es öffnet sich das Herz willig allem Göttlichen und bleibt sonach andauernd unter göttlichem Einfluß. Es entstehen oft ungeahnte Widerstände einerseits.... und tatkräftige Unterstützung andererseits.... und dieses beides aus der geistigen Welt.... doch werden die guten Geisteskräfte, da gleichfalls dem Willen Gottes entsprechend, sich ungehindert äußern können, weil der Wille des Menschenkindes nach Wahrheit verlangt und sich bewußt abwendet von allen Gegenströmungen. Je stärker der Wille der Gottheit näherzukommen trachtet, desto mehr geht Diese in den Menschen über.... und so vereinigt sich der Gottesgeist immer inniger mit der Seele.... und daraus wieder schöpft die Seele die Kraft.... (Unterbrechung)