• Terug

Kennisgeving over goddelijk ingrijpen

De waarheden zullen aan menigeen gegeven worden. Maar hij zal ze ongelovig afwijzen, omdat alles in hem ernaar verlangt vrij en ongebonden door het leven te gaan. Wanneer de Heer zijn aandacht er nu op vestigt en zijn geest wendt er zich hardnekkig van af en weigert stellig de aanname van zulke waarheden, dan kan de Heer hem alleen nog door beproevingen van allerlei aard dwingen zich ernstig te bezinnen op het doel van zijn bestaan. En toch volgen zeer velen ook deze wenken niet. Liever zien ze alle ongemak met doodsverachting in de ogen, maar hun eigen opvatting veranderen ze niet in het minst.

Deze bijzonder hardnekkige kinderen van de aarde zal de Heer ook met bijzondere tekenen tegemoet moeten treden, zodat hun levenstheorieën aan het wankelen gebracht worden en ze plotseling totaal radeloos tegenover de werking van de natuur staan. En in Zijn barmhartigheid en mildheid probeert de Heer in te werken op allen die over de aarde gaan.

De wereld heeft zich op dit moment al teveel toegeëigend. Ze is al te zeer onafhankelijk geworden van de genade van God. Ze laat enkel nog haar aardse kennis, haar aardse verklaringen gelden voor alles wat ongrijpbaar is. Ze wil de mensen een opvatting aanleren die ver van de waarheid afwijkt om hen aan haar materiële wensen te onderwerpen. Want waar zich momenteel een leer vestigt die eerst eer aan God geeft en aan de mens eerst de plichten tegenover God voorschrijft, daar wordt afbreuk gedaan aan de aardse macht en dat moet tegen elke prijs verhinderd worden.

En zo zal het geschieden dat spoedig de deuren open gaan voor het Woord dat de Heer Zelf op aarde onderwezen heeft. Geen enkeling die het zich tot taak heeft gesteld in verbinding te treden met de Heer van hemel en aarde, zal aan dit Woord weerstand kunnen bieden. Voor hem zal plotseling alles duidelijk zijn wat hij voordien nog verloochende. Want de wil van de mens om het goede te doen zal verder zo’n uitwerking hebben en zich zo uiten, dat de mens naar geestelijk voedsel verlangt. En het Woord van God zal de juiste spijs zijn.

En dan zal het geloof daaraan sterker zijn dan het geloof aan de aardse macht. Eerstgenoemde zal veel eerder zijn opvattingen veranderen, dan dat een mens die vertrouwd is met het Woord van God, zich van dit Woord losmaakt. Het is allemaal om het even, wat jullie van aardse zijde geboden wordt. Alles blijft volledig waardeloos tegenover dat ene, dat de Heer Zelf jullie gaf, dat jullie tot in alle eeuwigheid moeten bewaren als van God gegeven.

Het jongste gericht belooft erbarmen aan degenen die zonder kennis van de leer van God gefaald hebben, maar hun aantal zal klein zijn. Want nu wordt overal de aandacht gevestigd op het grote vraagstuk van de verhouding van het mensenkind tot zijn Schepper en van de goddelijkheid van Jezus Christus. Zal er dan iemand in volledige onwetendheid kunnen blijven bij de huidige pogingen alles te vernietigen en daarvoor iets volledig nieuws op gang te brengen? Heeft niet veel eerder iedereen daar belang bij omdat het om het zielenheil van ieder afzonderlijk gaat?

Het hele geheim van de menswording van Christus is nu juist heel duidelijk onthuld. De mensen hoeven slechts hun ogen en oren open te houden, dan zal deze brandende vraag aan niemand voorbijgaan. Maar of iedereen in alle ernst het belang van deze vraag inziet, of ze zich ervan bewust zijn dat hun zielenheil van de oplossing van deze vraag afhangt en dat ze voor de nieuwe tijd alles opofferen wanneer ze de kern van de zaak niet naderbij komen, hangt alleen af van de wil van ieder afzonderlijk.

God gaf de mensen in elke periode profeten. Hij liet hen de mensen hier ook op attent maken en maakte zichzelf bekend door allerlei soorten gebeurtenissen. Maar hoe wijzer de mensheid zich waant, des te hardnekkiger sluit ze zich af voor zulke wenken en openbaringen van gene zijde. Het is nu eenmaal veel gemakkelijker de mensen door aardse beloftes op een nieuwe zaak te wijzen dan ze met zuiver goddelijke waarheid naar het licht te leiden. Want deze waarheid glinstert en glanst niet zoals al die aardse voordelen die de mensen geboden worden.

Hoe eenvoudiger en natuurlijker een leer is, des te minder bijval ze vindt. Christus leerde de mensen anders niets dan liefde, liefde tot God en tot de naasten, en Hij bood daarvoor het meest heerlijke, de eeuwige gelukzaligheid. Maar omdat dit de mens niet tastbaar voor ogen staat, is zijn aardse welzijn voor hem belangrijker. Hij probeert het te bevorderen en te verbeteren en hij denkt niet aan de nood van de ziel na de dood. En daarom geeft hij in alles toe aan het verlangen van de wereld en zodoende wordt hij ook meer en meer door de wereld gevangen.

Overal laat hij aardse voordelen de drijfveer zijn voor zijn handelen en denken. En het geloof dat hem niets grijpbaars voor de tijd van dit leven biedt, geeft hij op. Maar elke macht die dit bespeurt, maakt van de gelegenheid gebruik en meet zich zelf alle rechten aan die alleen God toekomen. Wie erover nadenkt, zal ook spoedig inzien dat niets aards van lange duur is. En al was het nog zo goed en schitterend gevestigd, dan nog had de Heer het alleenrecht over leven en dood en de macht om de materie te vernietigen of te laten vergaan. En zo begint dan steeds de strijd waar het hoogste Wezen zich genoodzaakt ziet op te treden tegen inbreuken die zich keren tegen de allerhoogste Godheid, tegen de geboden en tegen de leringen van deze Godheid.

Voor het aardse leven alleen heeft de mens werkelijk geen geloof nodig. Want wat zou er aan een korter of langer leven gelegen zijn, wanneer het met de dood van het lichaam afgelopen zou zijn? Of de mens het leven volgens deze of gene opvatting volbracht zou hebben, zou totaal onbelangrijk zijn. Maar kunnen jullie het geringste steekhoudende bewijs leveren, dat het leven dan werkelijk ten einde is?

Denk er in elke onenigheid aan of het voor jullie wel mogelijk zou zijn bewijzen te leveren voor jullie opvattingen. Denk eraan dat jullie ook nooit het bewijs kunnen geven van de waardeloosheid van de leer van Christus. En wanneer jullie er niet helemaal zeker van zijn, wend jullie dan tot de Almachtige, opdat Hij jullie een lichtje geeft. En Hij zal jullie echt niet vergeefs laten vragen. Maar waar jullie vanuit jullie verstand op willen aansturen, is een enorme dwaling die jullie ziel in de diepste duisternis zal hullen en jullie verlossing daaruit ontzettend bemoeilijkt.

Neem dankbaar van God aan wat Hij jullie zendt en sla acht op de tekenen en de woorden die van boven komen. En oordeel niet waar jullie de gave daartoe ontbreekt. En sla dan acht op de tijd die zal volgen, want de Heer laat jullie dan zichtbare waarschuwingen toekomen om jullie die op het punt staan de weg naar de afgrond op te gaan, op de goede weg te brengen. En roep dan de Vader in de hemel aan om verlichting.

Amen

Kundgabe über göttliches Eingreifen....

So manchem werden die Wahrheiten gegeben werden, doch er wird sie ungläubig abweisen, weil alles in ihm danach verlangt, frei und ungebunden durchs Leben zu gehen. Wenn nun der Herr diesen aufmerksam macht und sein Geist sich hartnäckig abwendet und die Annahme solcher Wahrheiten strikt verweigert, so bleiben dem Herrn dann nur noch die Nötigungen vorbehalten, daß er durch Prüfungen aller Art sich ernstlich besinnt auf seinen Daseinszweck. Und doch folgen auch solchen Hinweisen gar sehr viele nicht.... sie sehen lieber allem Ungemach mit Todesverachtung ins Auge, ändern aber sich selbst in ihrer Anschauung nicht im geringsten. Diesen besonders hartnäckigen Erdenkindern wird der Herr auch mit besonderen Zeichen aufwarten müssen, auf daß ihre Lebenstheorien erschüttert werden und sie plötzlich vollständig ratlos dem Wirken der Natur gegenüberstehen. Und in Seiner Barmherzigkeit und Milde versucht der Herr, einzuwirken auf alle, die auf Erden wandeln. Die Welt hat zur Zeit sich selbst schon allzuviel angeeignet.... sie ist schon so unabhängig geworden von der Gnade Gottes.... sie läßt nur noch ihr irdisches Wissen, ihre irdischen Erklärungen für alles Unfaßbare gelten.... sie will mit einer Anschauung die Menschen belehren, die weit abweicht von der Wahrheit, um sie für ihre materiellen Wünsche gefügig zu machen. Denn wo sich heut eine Lehre festsetzt, die erst Gott die Ehre gibt und dem Menschen erst die Pflichten gegen Gott vorschreibt, dort wird der irdischen Macht Abbruch getan, und das soll verhindert werden um jeden Preis. (2.7.1938) Und so wird geschehen, daß bald sich die Türen öffnen werden für das Wort, das der Herr Selbst gelehrt hat auf Erden. Nicht ein einziger wird diesem Wort widerstehen können, der es sich zur Aufgabe gemacht hat, in Verbindung zu treten mit dem Herrn des Himmels und der Erde.... Ihm wird plötzlich faßlich sein alles, was er vordem noch verleugnet hat, denn der Wille des Menschen, Recht zu tun, wird sich fürderhin so auswirken und äußern, daß der Mensch nach geistiger Nahrung verlangt, und die rechte Speise wird sein das Wort Gottes. Und so wird der Glaube daran stärker sein als der Glaube an irdische Macht.... Viel eher werden jene sich in ihren Ansichten ändern, bevor sich ein mit dem Wort Gottes vertrauter Erdenmensch trennt von diesem. Einerlei wird es sein, was euch geboten wird von irdischer Seite.... alles bleibt völlig wertlos dem einen gegenüber, das der Herr Selbst euch gab.... das ihr bewahren sollt als von Gott gegeben bis in alle Ewigkeit.... Das jüngste Gericht verheißt Erbarmung denen, die in Unkenntnis der Lehre Gottes gefehlt haben, doch wird die Zahl derer klein sein, denn jetzt wird überall die Aufmerksamkeit gelenkt auf die große Frage über das Verhältnis des Erdenkindes zu seinem Schöpfer.... und über die Gottheit Jesu Christi. Wird wohl jemand in völliger Unkenntnis bleiben können bei den jetzigen Bestrebungen, alles zu vernichten und dafür etwas völlig Neues ins Werk zu setzen?.... Ist nicht vielmehr ein jeder so daran interessiert, weil es um das Seelenheil eines jeden einzelnen geht?.... Das ganze Geheimnis der Menschwerdung Christi ist jetzt gerade so augenscheinlich enthüllt worden, es brauchen nur die Menschen Augen und Ohren offenhalten, und an niemandem wird diese brennende Frage vorübergehen. Obzwar alle gleich ernst die Wichtigkeit dieser Frage erkennen, ob sie sich dessen bewußt sind, daß ihr Seelenheil von der Lösung dieser Frage abhängt.... daß sie für die neue Zeit alles opfern, wenn sie dem Kern der Sache nicht näherkommen.... das liegt allein im Willen eines jeden einzelnen. Gott gab den Menschen Propheten zu jeder Zeit, Er ließ sie auch diese aufmerksam machen und gab Sich Selbst kund durch Geschehnisse jeglicher Art.... doch je weiser sich die Menschheit dünkt, desto hartnäckiger verschließt sie sich solchen Hinweisen und Offenbarungen aus der jenseitigen Welt. Es ist nun einmal viel leichter, die Menschen durch irdische Versprechungen einer neuen Sache zuzuwenden, als sie mit rein göttlicher Wahrheit dem Licht zuzuführen, denn dieses gleißt und glänzt nicht wie all die irdischen den Menschen gebotenen Vorteile. Je einfacher und natürlicher eine Lehre ist, desto weniger Anklang findet sie. Christus lehrte den Menschen nichts weiter als Liebe.... Liebe zu Gott und dem Nächsten.... und bot dafür das Herrlichste.... die ewige Glückseligkeit. Doch da diese nicht greifbar dem Menschen vor Augen steht, geht ihm sein irdisches Wohlleben darüber.... er trachtet, dieses zu heben und zu verbessern, und bedenkt nicht die Not der Seele nach dem Tode. Und so gibt er in allem dem Verlangen der Welt nach und wird sonach auch mehr und mehr von der Welt gefangen. Er läßt überall irdische Vorteile Triebkraft seines Handelns und Denkens sein und verläßt den Glauben, der ihm nichts Handgreifliches für die Lebenszeit bietet. Jede Macht aber, so sie dieses spüret, nützet die Gelegenheit und maßt sich selbst alle die Rechte an, die nur Gott allein zustehen. Wer darüber nachdenkt, wird auch bald erkennen, daß doch nichts Irdisches von Dauer ist.... und wäre es noch so gut und glänzend gefestigt, denn noch hat der Herr über Leben und Tod das alleinige Recht und die Macht, die Materie zu zerstören oder vergehen zu lassen. Und so beginnt immer dann der Kampf, wo sich die höchste Wesenheit genötigt sieht, einzuschreiten gegen Übergriffe, die sich gegen die allerhöchste Gottheit, gegen die Gebote und gegen die Lehren dieser Gottheit wenden.

Für das irdische Leben allein braucht der Mensch wahrlich keinen Glauben.... denn was läge schon an einem kürzeren oder längeren Leben, wenn es mit dem Leibestode sein Ende hätte; ob ein Mensch in dieser oder jener Ansicht das Leben vollbracht hätte, wäre so völlig gleichgültig. Doch könnt ihr dafür, daß das Leben dann wirklich beendet ist, nur den geringsten stichhaltigen Beweis erbringen?! Daran denket in jedem Streit, ob es euch wohl möglich wäre, für eure Anschauungen Beweise zu liefern.... denket daran, daß ihr auch niemals den Beweis erbringen könnt von der Wertlosigkeit der Lehre Christi.... Und so ihr nicht ganz gewiß seid, so wendet euch an den Allmächtigen, auf daß Er euch ein Lichtlein gebe, und Er wird euch wahrlich nicht vergeblich bitten lassen. Aber was ihr aus eurem Verstande heraus anbahnen wollt, ist entsetzlicher Irrtum.... der eure Seele in tiefste Finsternis hüllen wird und euch die Erlösung daraus unsagbar schwermacht. Nehmt von Gott dankbar an, was Er euch sendet, und achtet der Zeichen und Worte, die von oben kommen.... und urteilet nicht, wo euch die Gabe dazu fehlt. Und so habet acht auf die nächste Zeit, da der Herr euch sichtbare Warnungen zugehen läßt, um euch auf den rechten Weg zu führen, die ihr im Begriff seid, den Weg in den Abgrund zu betreten.... und dann rufet den Vater im Himmel an um Erleuchtung....

Amen