Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De wil onderwerpen aan de goddelijke wil

Vanaf het begin van de wereld ondervind je de genade van de Heer. Zodra één van jullie zich aan de wil van de Heer onderwerpt, maakt de Heer jullie wegwijs in de geschiedenis van de schepping. En dan wordt jullie kennis geboden die nooit meer van jullie afgenomen kan worden. Want het is de wil van de Heer dat degene die ernaar verlangt te weten, weet en dat degene die in God zijn Vader ziet, de waarheid inziet. Een oppervlakkig geloof garandeert jullie nooit een begrip van de goddelijke wijsheden. Maar hoe dieper jullie in het geloven staan, des te dieper jullie zullen binnendringen in de scheppingswonderen en des te inniger zullen jullie in de geest met de eeuwige Vadergeest verbonden zijn. Want jullie stammen van Hem af, jullie zijn in het eeuwige licht verwekt. Jullie zijn zelf als deel van het licht een deel van de eeuwige goddelijkheid. Wanneer jullie je inspannen voor het kindschap van God, dan is jullie streven onophoudelijk en steeds alleen maar gericht op de hereniging met de hemelse Vader. Het oerlicht dat jullie oorspronkelijke wezen was, zal in jullie blijven bestaan, ook al is het slechts als een heel klein vonkje aanwezig. Want zijn hoedanigheid zal steeds dezelfde blijven.

Toch moeten jullie je proberen los te maken van wat de wereld toebehoort. Dan zullen jullie bekwaam zijn het licht te herkennen. Jullie zullen ernaar verlangen de intensiteit van het licht te versterken. Jullie zullen alleen nog maar in het licht willen wandelen en het zal steeds lichter worden rondom jullie, totdat jullie de Vader van al het licht genaderd zijn en bijgevolg de vereniging met de Vadergeest kan plaatsvinden, die jullie pas tot volkomen godgelijke wezens verheft, die jullie oorspronkelijk waren en zullen blijven tot in alle eeuwigheid. Zo is de bestemming van de mensheid voorgetekend en de Heer heeft er duizenden uitgekozen, die Zijn geboden op aarde nakwamen, om opnieuw als lichtwezens degenen die nog door geestelijke duisternis omhuld worden, opheldering te brengen. In de fase op aarde staan ontelbare van zulke wezens de kinderen op aarde terzijde en willen graag de geest van zo velen die op aarde wandelen, verlichten.

Wij allen die rondom je zijn, werken actief mee aan de geestelijke gesteldheid van deze velen. Wie zichzelf niet in deze toestand brengt, die hem het voortdurende scheppen uit Gods genadebron mogelijk maakt, die zal moeilijk het licht van de Geest verwerven. Want de kracht van God kan slechts daar werken waar aan de randvoorwaarde voldaan is. Alleen het bereidwillig in zich opnemen van de goddelijke Geest brengt het aardse wezen in de toestand waarin de genade van de Heer hem onophoudelijk toestroomt, aangezien immers alles wat ontstaat uit de wil om God te bereiken, ook nooit kan vergaan of ophouden. Daarom moet ook iedereen in voortdurend bezit van Gods genade zijn, die samen met de Heer hetzelfde nastreeft: een steeds hoger ontwikkelen van de menselijke ziel, opdat ze bekwaam is om de goddelijke Geest te ontvangen.

Zie, dat is de volledige verklaring waarom degene die zijn wil aan de goddelijke wil onderwerpt, hetzelfde doet als wat de Vader in de hemel wil. Hij zal nooit hoeven te vrezen voor een verkeerd handelen, denken of spreken, want hoe zou hij hetzelfde willen als de Heer zelf en toch iets anders doen dan dit. De Heer legt deze kracht bij iedereen in het hart en alleen de vaste wil van de mens laat deze kracht ook in zijn bezit komen, omdat deze van de Vader uitgaat en als eigendom in de wil van de mens overgaat indien het kind op aarde alleen de wil van de Heer uitvoert. Bedenk dat je innerlijke kracht vergroot wordt, steeds wanneer je jezelf aan de Heer overgeeft, en dat je onafwendbaar volgens Gods wil moet handelen en niet verkeerd kunt gaan als je hart zich wendt tot God, de Schepper van hemel en aarde.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Unterstellen des Willens unter den göttlichen Willen....

Von Anbeginn der Welt erlebst du des Herrn Gnade.... Sowie eines von euch sich dem Willen des Herrn unterstellt, weiset euch der Herr ein in die Schöpfungsgeschichte, und nun werden euch Kenntnisse geboten, die euch nimmermehr genommen werden können. Denn es ist der Wille des Herrn, daß da wisse, wer zu wissen begehrt.... und daß erkennet die Wahrheit, wer in Gott seinen Vater sieht.... Ein seichter Glaube verbürgt euch nimmermehr ein Erfassen der göttlichen Weisheiten, doch je tiefer ihr im Glauben steht, desto tiefer werdet ihr eindringen in die Schöpfungs-Wunder und desto inniger werdet ihr verbunden sein im Geist mit dem ewigen Vatergeist.... Denn ihr stammet von Ihm, ihr seid gezeuget im ewigen Licht.... ihr seid selbst als Teil des Lichtes ein Teil der ewigen Gottheit.... Wenn ihr euch bemühet um die Gotteskindschaft, so ist euer Streben ein fortgesetztes und gilt ewig nur der Wiedervereinigung mit dem himmlischen Vater. Das Urlicht, das euer Ausgangswesen war, wird in euch bestehenbleiben, und ist es auch nur als winzigstes Fünkchen vorhanden.... Denn seine Beschaffenheit wird immer die gleiche bleiben.... Jedoch müsset ihr versuchen, euch zu lösen von dem, was der Welt Tribut ist.... dann werdet ihr fähig sein, das Licht zu erkennen; ihr werdet Verlangen haben danach, die Leuchtkraft des Lichtes zu verstärken.... ihr werdet nur im Licht wandeln wollen, und immer heller wird es um euch sein, bis ihr dem Vater alles Lichts euch genähert und somit die Vereinigung mit dem Vatergeist stattfinden kann, die euch erst zu vollkommenen, Gott-ähnlichen Wesen erhebt, die ihr waret von Anbeginn und bleiben sollt bis in alle Ewigkeit.... So ist die Bestimmung des Menschen vorgezeichnet, und es hat der Herr Tausende ausgewählt, die Seinen Geboten nachkamen auf Erden, um wieder als Lichtwesen denen Erleuchtung zu bringen, die noch geistige Finsternis umhüllt.... In dem Stadium auf Erden stehen unzählige solche Wesen den Erdenkindern zur Seite und möchten den Geist erhellen von so vielen auf der Erde Wandelnden. Wir alle, die wir um dich sind, nehmen regen Anteil an der Beschaffenheit des Geistes dieser vielen.... Wer sich selbst nicht in jenen Zustand bringt, der ihm das dauernde Schöpfen aus Gottes Gnadenquell ermöglicht, der wird schwerlich sich des Geistes Licht erringen.... Denn die Kraft Gottes kann nur dort wirken, wo die Vorbedingung erfüllt ist.... Das Willig-Aufnehmen des göttlichen Geistes in sich.... nur das allein bringt das Erdenwesen in den Zustand, wo ihm unausgesetzt die Gnade des Herrn zufließt, weil ja alles, was im Willen, zu Gott zu gelangen, entsteht, auch nimmermehr untergehen oder aufhören kann.... So auch muß in dauerndem Besitz von Gottes Gnade sein ein jeglicher, der mit dem Herrn zusammen das gleiche erstrebt.... ein immer Höherbilden der menschlichen Seele, auf daß diese aufnahmefähig ist für den göttlichen Geist.... Sehet, das ist die ganze Erklärung, weswegen der das gleiche tut, was der Vater im Himmel will.... der seinen Willen dem göttlichen Willen unterstellt. Er wird nimmer fürchten brauchen ein falsches Handeln, Denken oder Reden, denn wie könnte er das gleiche wollen als der Herr Selbst und doch etwas anderes als dieses tun.... Diese Kraft legt der Herr einem jeden ins Herz, und nur der feste Wille des Menschen läßt ihn auch in den Besitz dieser Kraft gelangen, weil diese vom Vater ausgeht und als Eigen in den Willen des Menschen übergeht, somit das Erdenkind nur ausführt den Willen des Herrn. Dies bedenke, wann immer du dich dem Herrn hingibst, daß deine innere Kraft sich mehret und du unweigerlich handeln mußt nach Gottes Willen und darum nicht fehlgehen kannst, so sich dein Herz wendet zu Gott, dem Schöpfer des Himmels und der Erde....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde