Zonder enig gevaar kun jij je voor alle geestelijke vragen aan ons overgeven. Wij weten waar nood is. En wanneer je ziel nog bezorgd is, dan komt dit voort uit het diepe verlangen je waardig te betonen voor de liefde en zorg van de Heer. Want degene die zich niet verheugt over een bezit, maakt zich nooit zorgen over het verlies. En daarom wil de Heer je vandaag opwekken in de geest.
Mijd alle vreugden van de wereld. Zo luidt Zijn liefdevolle aanmaning. Maar niet om iets van jullie af te nemen wat jullie vreugde geeft, doch slechts om jullie niet onbekwaam te maken om geestelijke leringen op te nemen. Jullie kunnen het niet allebei tegelijk. Want de zintuigen van de mens keren zich zo graag naar de wereldse genoegens toe. En deze laten dan geen ruimte voor iets wat zich niet tastbaar laat vatten, maar slechts opgenomen kan worden met een geest die van de wereld is afgewend. Geheel uiteenlopend zullen deze twee begrippen het menselijke hart beroeren. De mens zal met zijn aardse lichaam steeds verlangen naar aardse vreugden. Maar des te moeilijker zal de Geest erin slagen verblijf te nemen in zijn innerlijk.
De mens richt al zijn verlangens op de wereldlijke genoegens. En het tegemoet komen van het goddelijke Wezen komt hem veraf en onwerkelijk voor, zolang hij nog niet begrepen heeft dat dit pas kan gebeuren zodra er tussen de hemelse Vader en het kind op aarde een contact tot stand gebracht is, dat veroorzaakt is door de eigen wil om met de Schepper in verbinding te treden. Deze wil ontstaat of heeft zijn oorsprong in de ziel van de mens, niet in één of ander orgaan van het menselijke lichaam. Als deze ziel nu bereid is zich aan de Heer te onderwerpen, dan wekt de hemelse Vader dit heilige gevoel in jullie om de vereniging met het hoogste wezen nastreven. En zoals bij elke wil van de mens die spoedig tot daad wordt, zo heeft de vereniging ook reeds plaatsgevonden zodra de menselijke wil dit nagestreefd heeft. En met de vereniging begint voor de mensen een nieuw leven. Een leven dat naast het aardse leven en geheel op zichzelf de menselijke geest vormt en hem tot steeds hogere voltooiing laat rijpen.
Het aardse bestaan als zodanig kan de mensen weliswaar ook genoeg werk geven, zodat daardoor de vervulling van alle aardse behoeften zeker gesteld wordt, maar het geestelijke werken draagt meestal pas vrucht na de voleinding van dit aardse bestaan. Waar het menselijke hart volledig doordrongen is van de wil, de goddelijke Vadergeest te naderen en door de liefde en wijsheid van de Heiland gevoed te worden, daar zal voor het kind van God spoedig zo een rijk innerlijk leven ontstaan dat zijn grootste zorg voortaan zal zijn om van de geestelijke vreugden te mogen genieten. Het zal niet meer naar de wereld en haar vreugden verlangen, maar alle bedrijvigheid van de wereld zal hem oppervlakkig toeschijnen en alleen wat hem geestelijk laaft en verheugt, zal begerenswaard voor hem zijn. En om jullie dit te bieden, om jullie echte vreugden te geven, waarschuwt de Heer jullie voor de vreugden van de wereld.
Amen
VertalerSem qualquer perigo você pode se deixar a nós em todos os assuntos espirituais.... sabemos onde é necessário, e se sua alma ainda teme, é por um profundo desejo de provar que é digna do amor e cuidado do Senhor.... Pois nunca se teme por uma perda a quem a posse não agrada. E assim o Senhor quer reanimar-te em espírito hoje....
Fuja de todos os prazeres do mundo.... Assim é a sua adorável admoestação.... mas não para te privar de algo que te dê prazer, mas apenas para não te tornar incapaz de receber ensinamentos espirituais.... Não se pode fazer ambos ao mesmo tempo, pois os sentidos do homem se voltam tão prontamente para os prazeres mundanos, e estes então não deixam espaço para algo que não pode ser compreendido de modo tangível, mas que só pode ser recebido com um espírito mundano abandonado. Em tal diversidade estes dois conceitos tocarão o coração humano.... O ser humano com seu corpo terreno sempre desejará a alegria terrena.... mas, mesmo assim, mais difícil será para o espírito se fixar dentro de si mesmo.... O homem dirige todo o seu desejo para os prazeres do mundo.... E a aproximação da essência divina parece distante e irreal para ele.... Desde que ele ainda não tenha compreendido que isso só pode acontecer tão logo o contato entre o Pai celeste e o filho terreno tenha sido estabelecido, motivado pela sua própria vontade de fazer contato com o Criador. Esta vontade surge ou tem a sua origem na alma do ser humano, não em nenhum órgão do corpo humano. Se esta alma está agora disposta a submeter-se ao Senhor, o Pai celestial desperta em vós esse sentimento santo para lutar pela unificação com o Ser supremo, e assim como toda a vontade humana se torna em breve uma escritura, a unificação também já se realizou assim que a vontade humana se esforçou por ela, e com a unificação começa uma nova vida para o ser humano.... uma vida que, ao lado da vida terrena e inteiramente só, forma o espírito humano e o deixa amadurecer em perfeição sempre mais elevada. A existência terrena enquanto tal pode certamente ocupar o ser humano o suficiente para assegurar a satisfação de todas as necessidades terrenas, mas a criatividade espiritual geralmente só dá os seus frutos após a conclusão desta existência terrena.... Onde o coração humano é completamente permeado pela vontade de se aproximar do divino Pai-Espírito-Pai.... para ser alimentado pelo amor e sabedoria do Salvador, ali o filho de Deus logo desenvolverá uma vida interior tão rica que a partir de agora sua maior preocupação será a de poder desfrutar dos prazeres espirituais.... Ele não mais ansiará pelo mundo e seus prazeres, mas toda a azáfama do mundo lhe parecerá obsoleta, e só aquilo que o refresca e o encanta espiritualmente será desejável para ele. E para lhe oferecer isto, a fim de lhe proporcionar verdadeiras alegrias, o Senhor o adverte contra os prazeres do mundo....
Amém
Vertaler