7501 „Ik zal mijn geest uitgieten over alle vlees“

17 januari 1960: Boek 79

Wanneer u door Mij wordt aangesproken, daalt mijn geest op u neer. Mijn vadergeest van eeuwigheid verbindt zich met de geestvonk in u, die onafscheidelijk één blijft met Mij en alleen een uitgestraalde vonk is die weer naar Mij zal terugkeren. Die zich steeds weer met de vadergeest moet verenigen. Wanneer u door Mij wordt aangesproken, wordt u dus vervuld van het vuur van mijn liefde. De geestvonk in u ontvlamt en treedt in werking.

Hij komt in u tot leven, zoals het overeenstemt met zijn oerelement. En nu kan er dus een geestelijke uitwisseling plaatsvinden. Dat wil zeggen: geestelijke inzichten kunnen aan de mens worden overgebracht, want de geest uit Mij weet alles. Er is hem niets onbekend. Er is hem niets onduidelijk. Hij is wetend, net als Ik, en straalt ook zijn weten uit, net als Ik.

Het is mijn geest die u toespreekt. Er is niets anders buiten Mij. Ik zelf ben het die woorden van liefde en wijsheid tot u spreekt. Want u bent door Mij eens uitgestraalde liefdeskracht. U bent geest van mijn geest en u bent daarom ook steeds met Mij verbonden, omdat de liefdeskracht zich niet van Mij zelf kan losmaken. Alleen u zelf, als schepsel, zult u van Mij verwijderd kunnen houden. Een verwijdering die echter alleen in uw bewustzijn bestaat, maar van Mij uit eeuwig niet kan blijven bestaan, omdat uw oerelement gelijk is aan Mij: liefdeskracht die eeuwig met de Krachtbron in verbinding staat. En deze verbinding wordt werkelijkheid, wanneer u Mij hoort. Wanneer mijn geest afdaalt in een geopend vat en nu de mens doorstraalt, zodat hij in staat is mijn stem te horen. Dan is de verwijdering tussen de mens en Mij opgeheven. Hij is weer in de nabijheid van zijn God en Vader getrokken. Hij laat de geestvonk in zich tot een vlam worden. En deze slaat over, weer terug in het vuur van de eeuwige Liefde.

Het vonkje in de mens zoekt de weg naar Mij. En de verbinding die eeuwig bestaat en nooit kan worden verbroken, is ook door de wil van de mens tot stand gebracht. Maar het komt op de bewuste verbinding aan.

Er moet van de kant van de mens naar worden gestreefd, dat de verwijdering wordt opgeheven. De mens moet willen dat hij met Mij in verbinding staat. En dan kan mijn geest werkzaam zijn. Dan kan mijn geest zich "uitgieten over het vlees". En dat zal heel duidelijk gebeuren in de laatste tijd voor het einde. "Mijn geest zal zich uitgieten over alle vlees. Knechten en dienstmaagden zullen profeteren." Want slechts zelden brengen de mensen nog de band met Mij tot stand, zodat het kennelijk moet gebeuren dat Ik Me uit door de geest. Dat Ik mensen uitzoek die Mij niet weerstreven, die zich gereed maken om een opnamevat voor mijn geest te zijn, zodat Ik dan mijn geest in die mensen kan uitgieten en de mensheid nu door hen kan aanspreken tot haar voordeel en geestelijk gewin. Want het is nodig dat Ik tot u mensen spreek.

U allen moet mijn stem vernemen en u allen moet u naar binnen keren, over mijn woord nadenken, ernaar leven en u dus voorbereiden op het einde, dat u niet zult kunnen ontgaan omdat de tijd vervuld is. Ik giet mijn geest uit over alle vlees.

Dit is u mensen aangekondigd. En het zou u daarom niet moeilijk moeten vallen te geloven in een zodanig werkzaam zijn mijnerzijds.

U zou moeten inzien, dat de tijd is gekomen waarop Ik heb gewezen. Dat Ik u door knechten en dienstmaagden zal toespreken, die nu in mijn opdracht moeten verkondigen door hun profetische geest. Want ze zullen vertellen over dat wat komt. Ze zullen u herinneren aan mijn voorspellingen en u zult niet kunnen loochenen dat mijn geest zich weer uitgiet. Dat zulke verkondigers niet uit zichzelf spreken, maar alleen uitspreken wat mijn geest hun aankondigt. En Ik heb hen nodig als tussenpersonen die u mensen mijn woord opnieuw moeten brengen in alle zuiverheid en helderheid. Ik heb hen nodig, zodat ze in mijn plaats tot u spreken omdat mijn aanspreken noodzakelijk is en u de gevaren moet verkondigen waarin u verkeert, wanneer u zich niet naar binnen keert en verandert. Want u mensen leeft allen zonder liefde voort en u geeft u daardoor over aan mijn tegenstander.

U zult uzelf moeten veranderen tot liefde en u zult dan de weg naar Mij kiezen en gered zijn van de ondergang. Maar u hebt niet veel tijd meer en daarom weerklinkt mijn stem steeds luider. En steeds vaker spreek Ik u aan door de mond van mijn dienaren en profeten. En Ik verlang alleen van u dat u diegenen zult geloven over wie mijn geest zich steeds weer uitstort omdat ze in mijn opdracht moeten spreken.

En u zult er geen spijt van hebben, aan hen en hun aanmaningen gevolg te hebben gegeven, doordat u aandachtig naar hen luistert en ernaar streeft te leven volgens het woord dat door mijn dienaren voor u van boven weerklinkt, dat de stem van uw Vader van eeuwigheid is en dat u ook weer naar Mij terug moet brengen, van wie u eens bent weggegaan en u eens in vrije wil verwijderde.

Luister naar mijn woord van boven. Weet dat dit het werkzaam zijn van mijn geest is, dat Ik u helpen wil en Me daarom van die knechten en dienstmaagden bedien, doordat Ik mijn geest uitgiet, opdat Ik door hen tot u allen kan spreken, opdat u niet de ondergang tegemoet gaat wanneer de tijd is vervuld.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
103 Luister naar de innerlijke stem - Deel 1 ePub   PDF   Kindle  
110 Jezus Christus ePub   PDF   Kindle  
152 Jesus Christus ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations