5224 De strijd tegen zichzelf op aarde

1 oktober 1951: Boek 58

Ook mijn leven op aarde was rijk aan strijd en verzoekingen en het is verkeerd om aan te nemen dat mijn goddelijke ziel Mij ervoor heeft behoed dat mijn levenswandel niet anders dan goed kon zijn omdat Ik Gods Zoon was die uit de hoge naar de aarde is afgedaald om de mensen te verlossen. Mijn aardse leven als mens was op geen enkele manier anders dan bij ieder ander mens, maar de verzoekingen kwamen buitengewoon heftig op Me af omdat de satan alles deed om mijn missie te verhinderen. Bovendien was mijn ziel ongewoon diepvoelend, zodat ze zowel door het mooie ten diepste werd geroerd, evenals ze echter ook het kwade en onzuivere als uitermate kwellend onderging. Ze was ontvankelijk voor elke indruk en daarom werd Ik ook met de wereld met haar bekoringen en verlokkingen zo veelvuldig geconfronteerd, voordat mijn eigenlijke missie begon. Ik heb een zware strijd moeten uitvechten om overwinnaar te blijven over hem die mijn vlees wilde bezitten om de ziel onbekwaam te maken voor het verlossingswerk.

En zo begon mijn lijden al lang tevoren, het lichaam moest gekastijd worden om de vergeestelijking met de ziel te bereiken. Ik was als mens midden onder de mensen. En mijn menszijn wilde zo veel zeggen als met menselijke hartstochten en begeerten behept te zijn, waartegen Ik de strijd moest voeren om voor de goddelijkheid een woonplaats te worden die geen lage hartstocht in zich kan dulden. Ik was mens. Niets getuigde van mijn goddelijkheid in de jaren vóór mijn werkzaam zijn als leraar. Als alleen maar mens moest Ik worstelen om Mij zelf te vormen tot opnamevat voor het kostbaarste dat een mens ooit bezitten mocht: voor de eeuwige Godheid zelf die zich in Mij wilde openbaren om voor de mensen een zichtbare God te kunnen zijn. En Ik heb de overwinning behaald over hem die probeert over u mensen te heersen, tegen wie Ik ten strijde trok om u te verlossen uit zijn macht.

Het was waarlijk een zware strijd, want de mens in Mij onderging al het mooie en mocht het niet bezitten. De mens in Mij had het leven lief, want hij hield van zijn medemensen en wilde hen niet verlaten. Ik was in het volle bezit van kracht en kon alles aan mijn wil onderwerpen als Ik het wilde en Ik deed vrijwillig van alles afstand. Ik overwon mezelf, mijn lichaam en ook de ziel, die soms in verweer wilde komen als ze voelde hoe Ik leed. Ik heb mezelf overwonnen als mens en zo het bewijs geleverd dat het voor ieder mens mogelijk is zijn zwakheden en begeerten de baas te worden en dat niet goddelijke kracht deze overwinning in Mij volbracht; een overwinning die dan nooit van u mensen zou kunnen worden verlangd als Ik zelf gefaald zou hebben in de strijd tegen het kwade en in de strijd tegen de lust.

Daarom zult ook u mensen hetzelfde kunnen volbrengen, ja, u hebt zelfs nog mijn ondersteuning zodra u Mij aanroept om hulp, zoals Ik het heb beloofd. Geen verzoeking is te groot en de verleider is nooit onoverwinnelijk als u zch van mijn genade bedient. Want voor uw wilskracht ben Ik gestorven aan het kruis. Wat u ontbreekt aan kracht en wil kunt u van Mij ontvangen als u zult willen strijden tegen hem die uw vijand is en die te overwinnen de moeilijkste strijd was die Ik op aarde heb uitgevochten.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
N1 Terugkeer naar God Deel I ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations