5198 De gang van de zielepartikeltjes in de materie Bewust werken aan de ziel

27 augustus 1951: Boek 58

Onder materie is geordende geestelijke substantie te verstaan, die weer geestelijke substantie in zich bergt die gehouden is de ontwikkelingsgang te gaan volgens het heilsplan van eeuwigheid. Deze geestelijke substantie nu, die door de materie als door een uiterlijk omhulsel gevangen wordt gehouden, verenigt zich tijdens de ontwikkelingsgang met steeds gelijke substantie en kan beschouwd worden als zielepartikeltjes die weer de afzonderlijke scheppingswerken bevolken.

In elk scheppingswerk, hetzij de vaste materie, de planten- of dierenwereld,zijn dus zulke zielepartikeltjes aanwezig, die zich ook weer aaneen willen sluiten om dan een geheel te vormen in een nieuwe uiterlijke gedaante die steeds meer en meer overeenkomst krijgt met de menselijke vorm.

Een eindeloos lange tijd vergaat tot na het doorlopen van de hele schepping alle zielepartikeltjes samen zijn gekomen, om nu als menselijke ziel weer een uiterlijke vorm te kunnen betrekken, aan welke een duidelijke opgave gesteld wordt om totale onaf hankelijkheid te brengen van elk uiterlijk omhulsel.

Het menselijk lichaam is dus nu het uiterlijk omhulsel dat de ziel omsluit, en nu als zodanig tot taak heeft: het geestelijke dat het bevat tot rijpheid te brengen. En dit uitrijpen geschiedt nu op die manier, dat de mens in vrije wil - het teken van zijn goddelijke oorsprong - elke zielesubstantie met de juiste orde uit GOD vertrouwd tracht te maken, d.w.z. alle karakteristieke eigenschappen van de ontelbare kleine zieledeeltjes op een godwelgevallige grondslag brengt, dus elke aandrift de richting naar GOD te gaan opdragen. Al het verlangen dat van GOD is af gericht moet veranderd worden in een bewust gevoel op GOD aan te sturen en dit is de bewuste zielearbeid, die de mens tot stand moet brengen tijdens zijn leven op aarde. Dit moet eigenlijk zo begrepen worden dat alles wat de ziel uit haar eerdere belichamingen nog aankleeft moet worden afgelegd, dat dus dierlijke driften overwonnen moeten worden zoals ook het verlangen naar de materie moet worden gedood. Want al deze aandriften stammen uit de voorontwikkeling en hangen de ziel nog ten zeerste aan als een merkteken van de ontwikkelingsgang van voorheen.

Alles wat verschijnsel is uit achterliggende tijden moet worden afgelegd als de positieve ontwikkeling door moet gaan, en al datgene moet worden nagestreefd wat de voortschrijdende ontwikkeling duidelijk merkbaar laat worden: geestelijk-goddelijke eigenschappen zoals nederigheid, zachtmoedigheid, geduld, barmhartigheid, vredelievendheid en rechtvaardigheid. Want al deze eigenschappen komen voort uit de liefde, die in het aardse leven tot de hoogste ontplooiing moet worden gebracht.

Hiermee is een heel duidelijke richtlijn gegeven voor de opdracht die de mens op de aarde heeft, want GOD's Wil wordt erdoor geopenbaard aan de mensen door Zijn Woord. De ziel is als het ware nog het ongeordende geestelijke dat tot ordening moet worden gebracht, er echter zich zelf toe kan bewegen, omdat het zich in het stadium van de vrije wil bevindt. Het kan in zich zelf wel ordening brengen maar is er niet toe gedwongen.

Doch zo gauw er ordening komt heeft de GEEST uit GOD toegang, DIE door een chaos van aandriften en ongeregelde substanties niet kan doordringen, beter gezegd Zelf niet ordenend mag ingrijpen - als de wil ontbreekt. De ordening wordt nu tot stand gebracht als de afzonderlijke speciaal op de voorgrond tredende eigenschappen die een vorige belichaming kenmerken, omgezet worden in het tegendeel. Want al het geestelijke dat zich in het begin van ontwikkeling bevindt, is onvolmaakt, en het volmaakt worden zin en doel van de belichaming is. Dus kunnen de eigenschappen die nog uit de vroegere belichaming herkenbaar zijn nooit met de goddelijke ordening overeenstemmen, maar moeten worden omgezet in het tegendeel tot alleen nog liefde, goedheid nederigheid, zachtmoedigheid, gerechtigheid en barmhartigheid het karakter bepalen van de mens en voortekenen zijn van de nagestreefde voltooiing. Tot de goddelijke ordening te zien is en de ziel van de mens nu haar doel bereikt heeft en dan haar lichamelijke, materiële uiterlijke vorm kan verlaten, om als geestelijk wezen nu opwaarts te streven, echter in het bezit van licht en kracht - die haar vooruitgang in het hiernamaals verrassend snel bevorderen.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
11 LICHAAM ZIEL GEEST ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations