5194 De zegen van ziekte en leed - Voltooiing

23 augustus 1951: Boek 58

De aftakeling van het lichaam is vaak een heilzame waarschuwing voor de mens die nog te zeer op de wereld gericht is, en daardoor de ziel in gevaar brengt. Hij moet eens leren inzien dat er vanuit de natuur paal en perk kan worden gesteld, en vanuit dit besef zich bewust worden van wat hierna komt als het lichaam helemaal ongeschikt is geworden voor deze aarde. De mens moet vaak gewaarschuwd en vermaand worden, zolang hij niet uit eigen beweging aan zijn ziel denkt.

Lichamelijk lijden, ziektes en het inboeten van lichamelijke bekwaamheden moeten daarom ook als een middel voor de ontwikkeling van de ziel worden aangezien, daar ze het denken van de mensen aanzienlijk kunnen veranderen en daarom ook vaak als heilmiddel voor de ziel worden aangewend - als deze in gevaar is aan de geestelijke dood ten prooi te vallen.

Maar niet altijd beantwoorden ze aan hun doel, dan treedt een toestand van onverbeterlijkheid in, een zich geheel afwenden van het goddelijk-geestelijke. En dan probeert de mens nog alles uit het leven te halen, ondanks ziekte en ongeluk die zijn lichaam hebben getroffen.

Niets wat een mens beschoren is, is zonder bedoeling. Lichamelijke ziekte brengt vaak het herstel van de ziel tot stand en dan is ze tot zegen geweest, want de mens leert de wereld versmaden aangezien hij haar moest missen en zich in de geestelijke wereld vervanging zocht en vond. Kostelijke goederen mag hij in ontvangst nemen als compensatie voor de goederen die de wereld hem onthoudt, en die hij nu als waardeloos inziet. Maar daartoe is nodig dat hij zich ootmoedig buigt onder het lot dat hem terwille van zijn ziel werd opgelegd, zodat hij nu met overgave draagt wat hem wel moeilijk schijnt maar toch ook kan worden overwonnen.

Zodra de mens een gering geloof heeft, bespeurt hij de Hand van GOD boven zich en voegt zich dienstwillig naar de Wil van GOD. En dan kan hij alleen winnen doch nimmer verliezen, dus is er ook niets te betreuren omdat hij aanzienlijk meer bezit dan ’n mens met goede gezondheid en lichamelijke kracht die niet in verbinding staat met het rijk dat ook eens zijn verblijf zal zijn nà de lichamelijke dood.

Maatgevend is alleen de graad van voltooiing die de ziel heeft bij het heengaan van deze aarde. Alles wat kan bijdragen tot verhoging van deze graad wendt GOD aan, ook al ervaart de mens het niet als een weldaad zolang hij zonder inzicht is. Eenmaal zal hij de zegen van lijden en ziekte zien en GOD danken voor de toepassing van middelen die succesvol waren, zonder echter de vrije wil van de mensen te beperken.

Een ziek lichaam is niet zo erg als een zieke ziel, en dit zal deze gezond maken als het lichaam ziekte moet verdragen tot de ziel geduldig is geworden. Tot ze de blik hemelwaarts richt en het aardse leven als slechts een tijdelijke school heeft leren bezien, waarin de mens beproefd wordt. Eens zal zij onbezwaard en ongehinderd naar hogere regionen van de geest kunnen opstijgen en haar Schepper eeuwig danken voor de haar bewezen genade, het lichaam te laten lijden opdat de ziel gezond zou worden.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
23 Waarom moet ik lijden ? ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations