B.D.-Nr. 2198
Dat de ziel zich met de geest kan verenigen, is een begenadiging, die van het grootste belang is. De geestvonk, die God in elk mens gelegd heeft, is een deel van God. Het is een vonk van goddelijke liefde, die de ziel eerst nog ontbrak en nu de verbinding tot stand brengt tussen dat, wat door de tegenstander van God met de verkeerde wil voortgebracht is en de Schenker van de kracht, die voor deze verwekking nodig was. De liefdesvonk is een deel van God, maar deze kan ook door de mens misbruikt worden, doordat de liefde zich richt op degene, die het wezen verwekt heeft. Maar het kan zich ook tot een heldere liefdesvlam ontwikkelen, wanneer de liefdesvonk ernaar streeft om terug te keren naar God.
Als nu de ziel zich met de geest in zich verenigt, is dus al het denken, voelen en willen van de mens erop gericht om met de goddelijke liefde zelf in verbinding te treden. Dus dan streven de ziel en de geest naar de eeuwige liefde, naar de geest van God terug. Als nu de goddelijke geestvonk niet bij de ziel gevoegd zou zijn, dan zou ze op aarde nauwelijks haar laatste levensproef doorstaan. Ze zou onvermijdelijk weer terugvallen en naar dat streven, waarvan ze door eindeloze tijden heen afhankelijk was, omdat haar de kennis zou ontbreken, van wat het deel van God is.
Maar de geest in haar probeert haar naar het eeuwig goddelijke toe te laten keren. Hij strijdt dus met de tegenstander van God om de ziel, ofschoon hij haar niet dwingt om zich bij hem aan te sluiten. Maar hij heeft toch invloed op de ziel, als deze niet geheel weerspannig is. God helpt zo de zwakke, doordat Hij kracht bij hem brengt, die hij alleen maar hoeft te gebruiken. Want de goddelijke geestvonk in het hart van elk mens is kracht, zoals God Zelf eveneens kracht in Zichzelf is.
Het is nu een ongeëvenaarde zegen, als de ziel één wordt met de geest. Dat wil zeggen de kracht gebruikt, die haar door Gods grote liefde toekomt. Want één worden met de geest betekent voor de ziel dat ze van elke verantwoordelijkheid ontheven is, want dan zal de geestvonk, de kracht uit God, het denken van de mens leiden en wat hij nu ook onderneemt, het zal de goedkeuring van de hemelse Vader vinden.
En hiermee is de vereniging van de geestvonk met de ziel de zekerheid voor de uiteindelijke terugkeer naar God, want de goddelijke geestvonk straalt van God uit en ook weer naar Hem terug. En hij trekt als het ware de ziel met zich mee. Maar de goddelijke geestvonk is liefde. Hij zal liefde onderwijzen en daarom moet de mens, wiens ziel zich met de geest verenigt, zich volledig tot liefde vormen. Hij moet de liefde voor de materie overwinnen en in vurige liefde voor God ontvlammen en dan is de ziel teruggewonnen door God. Ze is één geworden met Degene, Die de liefde Zelf is.
Amen