De kracht van het goddelijke woord

Het in ontvangst nemen van het goddelijke woord zal de mens in die toestand brengen, waardoor hij die taak kan vervullen, die het doel van zijn aardse leven is. God heeft de mensen die van goede wil zijn, Zijn genade en kracht verzekerd en hun goede wil laten ze blijken, als ze naar Hem luisteren. Als ze Zijn woord in zich opnemen en hun best doen deze in acht te nemen.

De wil is beslissend en de goede wil leidt beslist naar God, want de kracht, die uit Zijn woord stroomt, leidt weer naar Hem terug. Ze duwt de mens, die bereidwillig is, de stroomkring van de goddelijke liefde binnen en wat Gods liefde eenmaal gevoeld heeft, kan nooit meer zonder deze liefde bestaan.

De opwaartse ontwikkeling gaat via de voortdurende bereidheid om de liefde van God te ontvangen. En die liefde stroomt weer in de vorm van Zijn woord naar elk tot ontvangen bereid hart. Want Gods woord is het uitvloeisel van Zijn nooit eindigende liefde. Gods woord is het toppunt van genade en kracht. Gods woord is de toestroom van Degene, Die Zelf het woord van eeuwigheid af is. God daalt Zelf in het woord naar de aarde af en Hij doorstroomt alles, dat zich aan de werking van dit woord overgeeft, met kracht. Enkel de wil is vereist om het in ontvangst te nemen, om door zijn kracht doorstroomt te worden.

De ontvanger moet zich onvermijdelijk opwaarts ontwikkelen, omdat een achteruitgang niet meer mogelijk is, waar de kracht van God Zelf werkzaam is. Alleen waar er verzet geboden wordt, blijft het woord van God zonder effect. Want daar gaat het aan het oor en het hart van de mens voorbij. De kracht kan niet binnendringen, omdat het hart zich afsluit en de mens blijft onaangedaan. Hij wordt niets van de zegen van het goddelijke woord gewaar.

Begeren betekent ontvangen. Daarom moet de wil van de mens eerst actief worden, voordat de kracht uit God naar hem kan toestromen. Maar waar de wil zich naar God toegekeerd heeft, daar kan de mens nooit krachteloos zijn en deze naar hem toestromende kracht verbindt de mens met God. Ze laat hem zijn oorsprong herkennen en trekt hem onvermijdelijk naar daar terug, vanwaar hij uitgegaan is. Ze leidt hem naar zijn oorsprong terug. Naar God, uit Wiens kracht het wezen voortgekomen is.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.