Aardse proef – Het onderwerpen van de wil

Het aardse leven is u bij wijze van proef gegeven. Als u de proef niet doorstaat, dan is uw lot na het verscheiden van de aarde verder een gebonden zijn, want de wil kan niet gedwongen zo in orde gebracht worden, dat u dat doet, wat u uit de gebondenheid verlost. Verlossing kan alleen maar door overgave van jullie vrije wil gevonden worden, omdat de vrije wil zich ooit tegen God verzette en in het aardse leven hebben jullie mensen vaak genoeg de gelegenheid om jullie wil ten offer te geven.

Het lichaam zal onophoudelijk aandringen op het vervullen van zijn verlangens en dan moet de vrije wil moeite doen en weerstand bieden aan de verlangens van het lichaam uit liefde voor God. Dan streeft hij bewust naar zijn verlossing. Zodoende zijn alle aardse vreugden en de verleidingen van deze wereld alleen maar een middel tot het doel, namelijk dat de mens zijn vrije wil actief laat worden en alles opgeeft, omdat hij zich aan de wil van God wil onderwerpen. Tegen de bevrijding uit de vorm, uit de onvrije toestand, weegt elk offer op, dat de mens op aarde gebracht heeft. Hij hoeft nu niet opnieuw voor ketenen te vrezen, zodra hij overlijdt, maar hij zal vrij zijn. Het zal een bevrijding uit elk omhulsel betekenen.

Dus de wil kan niet gedwongen op God gericht worden en vrijwillig geven maar weinig mensen hun vroegere weerstand tegen God op. De mensheid verkeert in het grootste gevaar, want het aardse leven gaat snel voorbij en het werd niet in overeenstemming met het doel geleefd. De mensen onderwerpen hun wil net als voorheen aan de tegenstander, die de oorzaak is van hun gebondenheid. En dat is de aanleiding tot een ingrijpen van God, die de aandacht van de mensen naar Zijn wil wil leiden, opdat ze zich uit de macht van de tegenstander bevrijden en naar God vluchten.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.