1476 Mammon - Materie - Verkeerde richting van de wil

17 juni 1940: Boek 24

Het is het grote gevaar en een groot onrecht, dat u uw zinnen te zeer op het geld zet en dat u zich dus niet van de materie losmaakt, maar u eerder beijvert ze te vermeerderen. En uw doen en laten zal steeds alleen maar gericht zijn op de vermeerdering van aards goed. En zo hebt u ook geen weet van de bekendmakingen, die het naderende einde aankondigen. U leeft in een wereld van wensen, van het verlangen naar de schatten van deze aarde en u vergeet, dat deze u naar beneden trekken, weer naar de gekluisterde toestand. Het aardse leven is u gegeven, om gelegenheid te hebben u van zulke begeerten vrij te maken, maar u gebruikt het om te vermeerderen. U laat zich steeds meer gevangen nemen en denkt niet aan de ontzettende gevolgen. En uw denken is verblind, want u herkent ook niet meer de wortel van alle kwaad. U kunt de leugen niet van de waarheid onderscheiden en u verheugt zich over elk aards succes en uw geestestoestand gaat achteruit. Er kan u geen licht toekomen, wanneer u zichzelf goed voelt in de duisternis. Want u bestrijdt zelfs het licht. U sluit zich af voor de voorschriften van boven en u gaat tegen uzelf tekeer, als u geen acht slaat op de Stem van God, die u uitsluitsel wil geven over de verkeerde richting van uw wil. U laat alleen dat gelden, wat beantwoordt aan uw liefde en daar uw liefde de wereld geldt en haar goederen, neemt u er aanstoot aan, dat deze als kwaad worden gekenmerkt.

En u verwerpt het Woord Gods, dat u redding moet brengen uit de grootste nood. U richt al uw opmerkzaamheid alleen op aardse gebeurtenissen en denkt er niet aan, dat deze gebeurtenissen het gevolg zijn van verkeerde gedachten en wensen. En wat u gemakkelijk zou kunnen overwinnen, als uw wil op God zou zijn gericht, dat zal u nu een bittere strijd kosten. U zult er ongewild afstand van moeten doen en ontzetting zal u aangrijpen, bij het zien van de waardevolle voorwerpen, die ten prooi vallen aan de vernietiging. En als u dan de waardeloosheid van aards goed inziet, bent u gered. Maar wee degenen, wier hart zich nog niet kan losmaken van de goederen der wereld. Er is hen op aarde geen redding meer te brengen, want ze zijn nog te zeer met de materie verbonden en nog te ver van God verwijderd, om Zijn besturen te kunnen inzien.

Het zal diegene tot voordeel strekken, die alle aardse wensen bestrijdt, want hij zal ook helder en duidelijk zin en doel van alle gebeurtenissen inzien voor de verdere ontwikkeling van de ziel. Maar wie steeds alleen maar de wereld ziet en de schade alleen puur aards zou willen afwenden, die ontbreekt het nog aan het juiste inzicht. Zijn denken is verward en hij zal zich steeds verder van de waarheid verwijderen, want hij zoekt en begeert deze niet, maar is hecht verbonden met datgene, wat het aandeel van de tegenstander is. Zijn gedachtengang is verward en bijgevolg zullen ook alle conclusies dwaling zijn, zolang, tot hij zijn verlangen naar aards goed in zich verstikt en alleen maar geestelijke goederen begeert. Dan pas kan het licht worden in hem en dan pas ziet hij de oorzaak van de lichamelijke en geestelijke achteruitgang van de mensheid in.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
76 Het gevaar van eigenliefde en liefdeloosheid ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations