0735 Waarde van het verlossingswerk – Het aardse lijden van Jezus

5 januari 1939: Boek 15

Stel je voor hoe hulpeloos een mensenkind aan de boze macht blootgesteld zou zijn, als de goddelijke Heiland niet in Zijn liefde de macht van de dood gebroken zou hebben. En hoe hopeloos al het streven op aarde zonder het verlossingswerk van de Heer zou zijn. De ziel vindt vanuit de nacht van de duisternis de weg naar het licht door het geloof in de goddelijke Verlosser. Ze kiest uit eigen beweging die weg, die naar een stralende gedaante van haar wezen voert. En onvermijdelijk moet de goddelijke liefde de ziel doordringen, als deze aan de Verlosser denkt. En aan al het lijden en alle pijn, waardoor de Heiland voor de zondige mensheid gegaan is.

De liefde van God is eindeloos, en alleen in het besef van deze liefde is het offer, dat de Heer voor de mensen op aarde en alle wezens in het heelal gebracht heeft, begrijpelijk. Wat de Heer voor de mensheid heeft gedaan, is voor iedereen tot zegen geworden en het hele universum staat in het licht van de waarheid door het werk van de liefde van God voor de mensen. De aarde was ertoe voorbestemd om de drager van de eeuwige Godheid in aardse belichaming te zijn.

En een mensenkind, dat in het volle geloof staat, kan zichzelf daarom bevrijden zolang het nog op aarde verblijft, als het maar in staat is om de goddelijke Verlosser met alle tederheid van het hart lief te hebben, want alleen de liefde overwint de dood. Alleen de liefde bevrijdt de ziel uit de boeien van de materie. En in liefde voor de goddelijke Heiland onderwerpt het mensenkind zich bereidwillig aan de hemelse Vader en neemt dankbaar de genaden van het verlossingswerk uit Zijn hand aan.

Maar de mens is, wanneer hij nog op aarde leeft, niet in staat om de gehele diepte en het belang van de grootste daad van genade sinds het begin van de wereld, te beseffen. Hij weet wel dat de Vader Zich door Zijn liefde voor Zijn kinderen heeft opgeofferd en hij weet dus ook dat zonder het goddelijke verlossingswerk de mens reddeloos aan de eeuwige dood vervallen zou zijn, en toch kan deze kennis niet bij benadering opheldering geven over de draagwijdte van de menswording van Christus voor het gehele scheppingswerk van God. En het is nog veel moeilijker om zonder deze kennis van de overgrote liefde van God het lijden en sterven van Jezus aan het kruis te kunnen doorgronden.

Diegene zal daarom ook in de verste verte niet kunnen beoordelen hoe zeer de betekenis van dit offer in een mens levend moet worden en hoe onnoemelijk de Heiland daarom geleden heeft, omdat Zijn lichaam eveneens mens was als alle wezens op aarde, voor wie de goddelijke Heiland het grootste offer op Zich nam. Hij verkeerde in onuitsprekelijke zielennood en alleen de diepste liefde voor de mensheid gaf Hem de kracht om het aardse lichaam alle kwellingen en lijden te laten ondergaan. En zodoende was het verlossingswerk voor ons wat dat betreft het overwinnen van de dood en zijn macht, omdat de Godheid Jezus niet bovenaards liet lijden, maar de aardse mens, Die wel de eeuwige Godheid in Zich borg, het echter volledig aards ervaarde, het onbeschrijfelijke lijden van de kruisdood op zich nam en zo dus waarachtig de dood overwon, opdat de verschrikkingen van de dood voortaan afgenomen werd van allen die in de Verlosser geloven, Hem van ganser harte liefhebben en om vergeving van hun zonden smeken.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations