0668 Strafgericht van God

14 november 1938: Boek 14

Het strafgericht van God moet over de mensen komen, want de Heer heeft het verkondigd in woord en geschrift en Zijn woord gaat in vervulling in alle waarheid. Want de Heer voorzag de wil van de mensheid zich zo ontwikkelen, zoals het nu over de wereld heerst. En Hij wees steeds weer op het strafgericht om de mensen tot ommekeer te bewegen en zo het gericht af te kunnen wenden, want het ligt alleen aan de wil van de mensheid. Maar als de mensen daarentegen aan alle waarschuwingen en vermaningen geen gehoor schenken, zijn ze zelf schuldig aan de ellende die de aarde zal teisteren.

Het is een onophoudelijk komen en gaan, een leven en sterven op de aarde en iedere generatie heeft van boven de kennis ontvangen en de wil van de Heer vernomen. Maar het geloof is steeds zwakker geworden. Alles wat de Heer ter lering aan de mensen zond, werd ongelovig verworpen en het denken van de mensen werd steeds oppervlakkiger. Alle zogenaamde vroomheid is net zo alleen maar meer formaliteit geworden en dat is het waarom de eeuwige Godheid nu in moet grijpen. Opdat de mensheid teruggevoerd zal worden tot het ware geloof. En zo zal geschieden zoals de Heer het gezegd heeft.

De krachten van de hemel zullen zich met de goeden der aarde verenigen. Zonder enige zichtbare aanleiding zal in de natuur een verandering optreden die alle gemoederen verontrust en ze dan van ontzetting zal laten verstarren. Aan het einde der dagen zien jullie dreigend gevormde wolken en daar weten jullie geen verklaring voor. Jullie zintuigen vernemen een sterk bruisen rondom jullie en boven jullie. Jullie proberen te vluchten en jullie te redden, maar weten niet waar naar toe, omdat het rondom jullie nacht is. En zo zijn jullie nu reddeloos aan het geweld prijsgegeven en jullie hebben nog slechts één bescherming: het gebed tot de Schepper, tot de hemelse Vader. Alleen Hij is jullie steun en bescherming, alleen Hij kan jullie redding brengen en het strafgericht ver van jullie weg houden. En Hij zal iedereen nabij zijn die Hem in zijn nood roept. Vlucht daarom niet, waar jullie ook zijn. Het strafgericht achterhaalt jullie overal en de hulp van God staat evenzo overal voor jullie klaar. Niemand kan uit eigen kracht aan het onheil ontkomen, want de arm van God bereikt alles en net zo ver reikt ook Zijn liefde en barmhartigheid, waar deze begeerd wordt. Ieder onheil wordt een halt toegeroepen als het mensenkind inzicht krijgt en zich naar de Vader wendt.

Maar waar de harten verstokt en verhard zijn, daar zal de aarde dreigen te barsten, en zelfs menigeen zal aan het strafgericht van God ten offer vallen, omdat hij de laatste vermaning van de Heer geen gehoor schenkt en er zo voor hem geen redding is. Een vol jaar van tevoren zal de aarde met kwellingen van allerlei soort geteisterd worden opdat de gedachten van de mensen zich keren, van de wereld af en naar het ware doel toe, opdat hij gelovig wordt en God zoekt. En het leed zal groot zijn, maar onvermijdelijk. Want de Heer is lankmoedig en barmhartig. Hij zou graag het strafgericht afwenden, wat alleen maar kan geschieden als de mensheid zich op het geloof richt. En daarom zet er ook een buitengewone geestelijke arbeid in, want het geldt toch de redding van talloze zielen uit de nacht naar het eeuwige licht.

Wie de Heer gevonden heeft, hoeft het strafgericht niet met angst tegemoet te zien. Hij zal troost vinden in de belofte van de Heer, Die de Zijnen kent en beschermen zal tegen ieder gevaar voor het lichaam en voor de ziel. En alle nood zal aan hen voorbijgaan als ze alleen maar gelovig opkijken naar de Heer en Heiland. Wie zich van de komende tijd bewust is en zich inspant om de wil van God te vervullen, wie steeds de Heer om een vast geloof vraagt en zich voor Hem en Zijn genade aanbevolen houdt, die zal niet verrast worden als de tijd van het gericht er is. Wie steeds alleen maar naar boven kijkt, hem kan het gericht niet verschrikken, daarentegen gaat alleen maar het woord van de Heer in vervulling, zoals voorspeld, en de Heer geeft alleen maar zichtbaar Zijn macht en Zijn wil te kennen tot ontsteltenis van hen, die Hem niet willen horen. Maar Zijn ware kinderen schrikken niet van deze stem. Hij is hen nabij in alle liefde en genade en beschermt ze zodat ze geen schade oplopen en wankel worden in de grote nood die over de aarde komen zal. Bidt daarom voortdurend, zodat jullie in Zijn liefde blijven en dan zullen jullie verschoond blijven van alle onheil.

Amen

Vertaald door: Peter Schelling

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations