0425 Ontwikkeling van de jeugd - Ingrijpen van God

20 mei 1938: Boek 9

Er zal je een opdracht gegeven worden, waarvan de uitvoering veel wilskracht vergt. En daarom moet deze wilskracht steeds weer opnieuw gesterkt worden door onze leringen. Zo heeft de Heiland je voor vandaag een onderrichting toebedacht, die betrekking heeft op de interne ontwikkeling van alle politieke maatregelen die uitsluitend de bedoeling hebben de macht te versterken, maar ook het volk van zijn totale vrijheid te beroven.

Dit zijn de maatregelen die men aanwendt om geheel en al vat op de jeugd te krijgen. Juist in de periode waarin de jonge mens zich zou moeten bezinnen op zijn innerlijke leven, wanneer hij zou moeten beginnen de natuur in goddelijke zin te bekijken, wanneer hij veeleer al het heerlijke in de wereld met geestelijke ogen zou moeten leren bekijken, juist in deze periode wordt hij opgeleid met mechanische oefeningen die al het geestelijke in hem laten verstikken of verkommeren. Er wordt hem een wereldbeschouwing opgedrongen waarvan het geheel de bedoeling is voor de toekomst alles in zijn gedachteleven uit te schakelen wat gunstig zou kunnen uitwerken op een veredeling van zijn ziel.

Men gaat hierbij van de gedachte uit een volledig nieuwe denkrichting te ontwikkelen. Men bereikt daardoor slechts een vervlakking van al het geestelijke denken. De gedachtegang van deze jongeren zal zich slechts in gebieden bewegen die weliswaar in overeenstemming zijn met de nagestreefde vorderingen voor de jeugd, maar die nooit de rijpheid van de ziel teweeg kunnen brengen. Want van een ziel en haar bestemming weten deze jongeren niets af of ze beschouwen zo’n verklaring slechts als een fabel die een mens van de tegenwoordige tijd geen aandacht behoort te schenken.

Zodoende is de opdracht die vandaag aan deze jongeren gesteld wordt, in geestelijke zin totaal niet volbracht. Alles wat er nagestreefd wordt, is alleen maar een ontwikkeling voor het aardse leven, maar het heeft niet de geringste bevorderende invloed op de geestelijke gesteldheid van de jonge mens. Zonder consideratie wordt het denken dat nog voorhanden is, omgevormd. Vol genoegdoening kijken de verantwoordelijke jeugdleiders tegen hun werk aan, dat bestaat uit een volledig aardse vorming van de jeugdige ziel, maar dat de weg verspert naar het vrije zoeken naar de waarheid en haar elke gelegenheid ontneemt voeding te vinden of na te streven dat bevorderlijk is voor de geest.

Hoe moeten deze mensenkinderen geleid worden? Hoe moet in hen het werk volbracht worden dat voor hen een andere denkrichting opent? Naargelang de tijd verstrijkt schieten deze mensen wortel in een bodem die niet erg geschikt is om de juiste geest te kunnen ontwikkelen. Ze zullen daarentegen er alles aan doen elke leer bij te slijpen die getuigt van God en van het nederdalen van Gods Zoon Jezus Christus op aarde ter verlossing van de mensheid. Ze zullen proberen Zijn leer die voor iedereen het heiligste zou moeten zijn, als volledig verzonnen voor te stellen.

En dit is voor de jeugd de ergste tijd, waartegen met alle wil en alle macht opgetreden zou moeten worden. En daarom zal de Heer daar ook de zaak aanpakken. Hij zal dan ook een gericht laten komen over degenen die zo’n verkeerd opvoeden van de jeugd in hun schild voeren. Waar zou Gods Liefde zich meer levendig openbaren dan bij degenen die aan de goddelijke Liefde toevertrouwd zijn en die de vijand haar nu probeert te ontworstelen. Zo gemakkelijk geeft de Heer hen niet op.

Hij zal het jonge gemoed weten te beschermen. Hij zal eveneens de vraag in het hart leggen: Wat is het doel van het ganse aardse bestaan voor het wezen van de mens? En met de hulp van de Heer zal deze vraag niet lichtzinnig van de hand gewezen worden, maar in het gemoed zal deze vraag beantwoord worden en het planmatige vernietigen van alle geestelijke beleving zal door de wil van de Heer een krachtige stoot ondergaan.

En sla er dan acht op, jullie ongelovigen, hoe de drijfveer om een hoger Wezen te aanvaarden, bij de jeugd steeds sterker te merken zal zijn. Zie, hoe de weerstand zich steeds sterker voelbaar zal maken en uiteindelijk de vrijheid verlangt voor al het innerlijke leven. Want God zal nooit degenen verlaten die Hem gedenken en Hij zal zich in het bijzonder over de jeugd ontfermen, opdat ze geen schade lijden aan hun ziel.

Wacht daarom op de tijd die niet meer ver is en die jullie zal vrijmaken van de kneveling van de geest. Want dat alles geschiedt volgens de wil van de Heer die Zijn kinderen om zich heen zal verzamelen om hen hun eigenlijke bestemming bekend te maken opdat ze deze bestemming achterna gaan en ze daardoor uit de ban van de wereld mogen ontsnappen.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is niet opgenomen in de themaboekjes.

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften

Translations