Confronta annuncio con traduzione


La conoscenza del peccato originario è necessaria per la comprensione dell’Opera di Salvezza, per riconoscere Gesù Cristo come “Redentore”

A voi uomini manca la conoscenza circa il peccato primordiale e così considerate anche l’Opera di Salvezza di Gesù Cristo come se fosse stata compiuta per i soli vostri peccati umani, anzi, voi Gli negate “l’Opera di Salvezza” perché come voi credete, ognuno debba pagare la sua colpa fino all’ultimo quattrino. Se fosse soltanto la vostra colpa che vi siete caricata come uomo, allora questa opinione sarebbe comprensibile, ma si tratta della grande colpa primordiale, della caduta degli spiriti da Me, una colpa che voi non potreste mai espiare, che non può per nulla venire negata. La quale è causa dell’intera Creazione materiale e la motivazione per il Mio divenire Gesù. Chi considera solo la caduta nel peccato dei primi uomini, a questo pare incredibile che per tali peccati sia stata necessaria una “Salvezza”; si atterrà sempre al fatto che l’umanità non poteva venire punita per un peccato che non ha commesso. E così anche i peccati che l’uomo commette come tale, sarebbe ben un’offesa contro il Mio Amore, che loro però non riconoscono nello stato della loro assenza d’amore, la quale è solo la conseguenza di quel grande peccato primordiale. Questo peccato però spiega tutto; e fintanto che gli uomini non sanno del processo della caduta degli spiriti, a loro è anche difficile credere in un divino Salvatore, il Quale per via di questa colpa, è morto sulla Croce sotto massimi dolori e tormenti, i quali Egli Stesso ha preso sia di Sè per offrire a Me il sacrificio dell’espiazione. Per questo ogni insegnamento che rifiuta. Il divino Salvatore che quindi rinnega il Principio della Salvezza, deve anche venire rifiutato come insegnamento errato, anche quando viene rappresentata l’attività di Gesù come Divulgatore del divino Insegnamento dell’Amore. Perché si tratta della Salvezza dal peccato primordiale che soltanto Io Stesso potevo compiere nell’Uomo Gesù, e così diventa anche spiegabile per voi il Mio divenire uomo, perché Io Stesso Sono un Essere che nessuna delle Mie creature potrebbe vedere senza svanire. Se volevo quindi che Mi potessi presentare a voi in modo visibile, questo ha dovuto avvenire nella forma di un essere a voi simile che per voi uomini era l’uomo Gesù. Quindi è prima necessario il sapere del processo della caduta degli esseri da Me, per poi anche comprendere la creazione del mondo visibile. Poi è anche comprensibile l’ulteriore lotta tra Luce e tenebre, e poi l’Apparire del Salvatore dell’umanità in Gesù Cristo, di uno Spirito Primordiale non caduto – nel Quale Io Stesso Mi Sono incorporato perché non potevate farvi alcuna immaginazione della “Forza che tutto crea”. E per questo voi potete e dovete riconoscere un Salvatore il Quale morto sulla Croce a causa della colpa di tutti e che ha chiesto per voi uomini la remissione della vostra colpa; la quale (remissione) non può esservi data in un colpo solo, ma voi stessi la dovete aver richiesta a Lui, perché la caduta è avvenuta nella libera volontà ed ora anche il ritorno da Lui deve svolgersi nella libera volontà Che ora ad un uomo tendente alla perfezione vengano rimessi oltre alla colpa primordiale anche i peccati come uomo, non ne dovete dubitare, affinché ogni colpa venga estirpata ed il perdono sia così assicurato. Ma dato che Gesù raramente viene riconosciuto come Salvatore, dato che quegli insegnamenti errati Lo vedono solamente come uomo e maestro sapiente, ma non vogliono riconoscere il Mio Divenire Uomo in Lui, allora non Gli chiedono nemmeno perdono di tutti i loro peccati. Ma è soltanto Uno il Quale può liberarli della loro colpa, ad Uno spetta il Potere di scrivere ogni colpa nella sabbia – e questo è Gesù, nel Quale Io Stesso Sono diventato Uomo.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

De kennis van de oerschuld is nodig om het verlossingswerk te begrijpen

U mensen ontbreekt de kennis over de val door de oerzonde. Daarom beschouwt u het verlossingswerk van Jezus Christus ook alleen maar als een verzoeningswerk voor uw menselijke schuld. Ja, u betwist Hem het werk van verlossing omdat, zoals u gelooft, ieder zijn schuld tot de laatste cent betalen moet. Zou het alleen de schuld zijn die u als mens op u geladen heeft, dan zou deze mening te begrijpen zijn. Maar het gaat om de grote oerschuld, om de afval der geesten van Mij. Een schuld die u nooit zou kunnen aflossen en dus ook geenszins ontkend kan worden, die de aanleiding is voor het ontstaan van de gehele materiële schepping en die reden is voor mijn menswording in Jezus.

De aanleiding tot deze afval van Mij was dat de geschapen wezens Mij niet konden zien, en daarom maakte Ik Mij zichtbaar in Jezus. Wie alleen maar de vroegere zondeval van de eerste mensen laat gelden, die zal het ongelooflijk voorkomen dat voor deze zonde een Verlosser nodig geweest is. Hij zal er altijd aan vasthouden dat de mensheid niet gestraft kon worden voor een zonde die zij niet begaan had. Zodoende zouden ook de zonden die de mens als zodanig begaat wel een vergrijp tegen mijn liefde zijn, die zij echter niet beseffen in de toestand van hun lichteloosheid - die pas het gevolg van deze grote oerzonde is geweest. Deze zonde verklaart echter alles. En zolang de mensen niets weten over deze gebeurtenis van de afval der geesten, valt het hun ook zwaar in een goddelijke Verlosser te geloven, die ter wille van deze schuld die Hij zelf op zich genomen heeft, aan het kruis is gestorven onder grote smarten en pijn, om Mij het zoenoffer aan te bieden. Daarom moet ook elke leer die de goddelijke Verlosser ontkent, die dus het verlossingsprincipe verloochent, afgewezen worden als dwaalleer, ook al wordt Jezus’ werkzaamheid als Verbreider van de goddelijke liefdeleer benadrukt. Het gaat om de verlossing van de oerschuld die alleen Ik zelf in de mens Jezus volbrengen kon, wat voor u mijn menswording in Hem verklaarbaar maakt. Want Ik zelf ben een Wezen dat geen van mijn schepselen zou kunnen aanschouwen zonder te vergaan.

Wilde Ik dus dat u zich van Mij een zichtbare voorstelling kon maken, dan moest dat in de vorm van een aan u gelijk wezen geschieden, dat voor u de mens Jezus was. Het is dus op de eerste plaats nodig het verloop te kennen van de afval van de wezens van Mij, om dan ook de toedracht van de schepping van de zichtbare wereld te begrijpen. Dan is ook de altijddurende strijd tussen licht en duisternis te begrijpen en het optreden van een Redder der mensheid in Jezus Christus, een niet gevallen oergeest, in wie Ik zelf Mij belichaamd heb omdat u zich van de alles voortbrengende Kracht geen enkele voorstelling kon maken. En daarom kunt en moet u een Verlosser erkennen die ter wille van de schuld van allen aan het kruis is gestorven en ook voor u mensen om vergeving van uw schuld heeft gevraagd. Die vergeving kan u echter niet zomaar toevallen, maar u moet Hem zelf daarom hebben gevraagd, omdat de val in vrije wil is geschied en nu de terugkeer tot Hem ook in vrije wil moet plaatsvinden. Dat nu een ernstig naar volmaaktheid strevend mens, naast de oerschuld, ook de zonden als mens vergeven worden, lijdt geen twijfel. Want alle schuld wordt gedelgd en de vergeving is zodoende verzekerd.

Daar Jezus echter zelden als Verlosser erkend wordt omdat veel dwaalleren Hem alleen als verheven mens en als een opgeklommen meester zien, niet echter mijn menswording in Hem willen erkennen, vragen zij Hem ook niet om vergeving van al hun zonden. Want er is maar Een die hen kan bevrijden van hun grote schuld, slechts Een heeft de Macht alle schuld in het zand te schrijven, en dat is Jezus Christus, in wie Ik zelf mens ben geworden.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte