L’uomo deve credere, ma non deve credere ciecamente – lui deve prendere posizione verso tutto ciò che gli viene chiesto di credere e poi lasciare decidere il suo cuore se lo rifiuta oppure se l’accetta. Io chiedo questo agli uomini, ma non Mi accontento di una fede cieca la cui pretesa significa una costrizione di volontà, mentre da Parte Mia la volontà dell’uomo è libera. Dovete sempre ricordarvi della libera volontà dell’uomo ed allora riconoscerete anche se un insegnamento ha la sua origine in Me, perché da Parte Mia voi uomini avete la pienissima libertà, da Parte Mia non vi sono stati dati assolutamente dei Comandamenti eccetto i Comandamenti dell’Amore, il cui adempimento però premette anche la libera volontà. Vi voglio condurre soltanto alla beatitudine e per questo vi porto sempre di nuovo la Mia Parola. Vi istruisco e vi porto vicino un bene spirituale, e nuovamente siete liberi di crederlo oppure no. Ma voi stessi dovete prenderne posizione, dovete rifletterci su ed avere la buona volontà a riconoscere ed accettare il giusto. Non pretendo nemmeno che voi crediate ciecamente ciò che vi giunge ora mediante la Mia Parola. Ma pretendo che voi esaminiate prima di giudicare e con un serio esame riconoscere anche come Verità ciò che vi è offerto ed allora non crederete più ciecamente. Non posso assolvere molti uomini dall’ingiustizia di aver accolto un bene spirituale senz’averlo esaminato e di attenersi ora a questo – che loro avrebbero dovuto riconoscere come falso con una seria riflessione. Molti uomini si accontentano di ciò che viene loro trasmesso secondo tradizione, e persino ogni riflessione su questo la considerano ancora ingiustizia, perché anche questo è stato loro insegnato. Come vorranno costoro giustificarsi un giorno? Ogni uomo ha ricevuto da Me il dono della capacità di pensare, ma lui utilizza questa facoltà? Perché esamina i beni terreni sul loro valore mondano, ma trascura di esaminare il valore del bene spirituale? Perché al singolo uomo significa così poco la salvezza della sua anima, che non si domanda con timore se si possa anche fidare se gli viene offerta la Verità? Perché la Verità gli è così indifferente? Perché in verità, chi desidera la Verità non cammina nell’oscurità. Ma questo stato dell’indifferenza si trova ovunque dove ogni bene spirituale viene accolto senza pensare e senza esaminare, perché parte da una certa fonte e proprio questa fonte non è stata dischiusa da Me, altrimenti l’uomo camminerebbe nella Verità e riconoscerebbe anche chiaramente l’errore appena ne prende posizione. Ma voi accettate tutto senza riflettere e credete ciecamente, e con ciò fortificate il potere di colui che è Mio nemico, che vuole spingervi nell’oscurità oppure vuole trattenervi in questa. Vi siete impegnati con una organizzazione, ma non con Me Che voglio guidarvi davvero verso la Luce. Ma la vostra volontà è libera e per questo motivo non sono mai proceduto con forza, ma ho lasciato a voi stessi la decisione. Ma se Mi cercate con tutta serietà, allora Mi lascio anche trovare e vi accendo poi una Luce chiara, che vi illumina l’agire del Mio avversario. Ed ogni uomo può trovarsi in questa Luce, soltanto che la desideri. Ma per questo ci vuole la seria volontà di liberarsi dal Mio nemico, ma questo richiede uno stretto legame con Me. E così ponetevi soltanto la domanda se vi sentite spinti verso Me, che credete ciecamente, come vi è stato ordinato. Nessuno che ha cercato questo stretto legame con Me è andato a mani vuote, perché Mi rivelo ad ognuno e gli dono una Luce che gli illumina il resto della via. Perché se Mi cerca, allora in lui vi è anche l’amore che gli regala anche presto la giusta conoscenza. E così potrà anche scindere l’errore dalla Verità, non crederà più iecamente, il legame con Me lo libererà dal Mio avversario ed a costui non sarà più possibile di rattenere quell’uomo nell’oscurità a cui una volta splende la Luce che lo ha reso felice ed aumenta ancora il suo desiderio di Luce. E quest’uomo si libererà anche dall’influenza di coloro che si presentano come Miei “giusti rappresentanti” sulla Terra, che però loro stessi non si trovano nella Verità e per questo non possono nemmeno divulgare – costoro esercitano la costrizione spirituale sui loro seguaci, cosa che però non corrisponde mai alla Mia Volontà, perché nella vita terrena si tratta della libera decisione di volontà dell’uomo la quale però viene soppressa da quel lato.
Amen
TraduttoreDe mens moet geloven, maar hij moet niet blindelings geloven. Hij moet tegenover alles wat van hem wordt gevraagd te geloven door zijn gedachten een standpunt innemen, en dan zijn hart laten beslissen of hij het aanneemt of afwijst. Dit verlang IK van de mensen, maar IK neem geen genoegen met een blind geloof, wat betekent dat de wil wordt gedwongen de aanspraken ervan te aanvaarden, terwijl van Mijn kant de wil van de mens vrij is.
Aan de wilsvrijheid van de mens moet u steeds denken, en u zult dan ook inzien of een leer van MIJ is uitgegaan, want van MIJ uit hebt u, mensen de volste vrijheid, van Mijn kant zijn u helemaal geen geboden gegeven behalve de geboden van de liefde, waarvan de vervulling echter ook de vrije wil vooropstelt.
IK wil u alleen de zaligheid binnenleiden en daarom doe IK u steeds weer Mijn Woord toekomen. IK onderricht u en maak u vertrouwd met een geestelijk goed en weer staat het u vrij het te geloven of niet. U moet echter zelf een standpunt daarover innemen, u moet er over nadenken en de goede wil hebben het juiste te onderkennen en aan te nemen.
IK verlang ook niet dat u blindelings gelooft wat u nu door Mijn Woord wordt toegestuurd. Maar, IK verlang dat u het onderzoekt voordat u oordeelt. En na een ernstig onderzoek zult u het u aangebodene ook als waarheid onderkennen en dan gelooft u niet meer blindelings. IK kan echter vele mensen niet vrijpleiten van de fout, een leerstelling te hebben aangenomen zonder onderzoek en nu daar aan vast te houden, die zij bij ernstig nadenken als onjuist zouden hebben moeten inzien.
Veel mensen nemen genoegen met wat hun traditiegetrouw werd doorgegeven en zelfs elk nadenken erover zien zij nog als onrecht, omdat het hun zo geleerd werd. Maar hoe willen deze mensen zich daarvoor eens verantwoorden? Ieder mens heeft van MIJ de gave om te kunnen denken ontvangen, maar gebruikt hij deze? Waarom onderzoekt hij aardse goederen op hun waarde en laat het bij geestelijke goederen achterwege? Waarom betekent voor de individuele mens het heil van zijn ziel zo weinig, zodat hij zich niet ongerust afvraagt of hij zich er op kan verlaten dat hem waarheid wordt aangeboden? Waarom is hij tegenover de waarheid zo onverschillig?
Want waarlijk, wie de waarheid begeert, die wandelt niet in duisternis. Maar deze toestand van onverschilligheid is overal daar te vinden waar zonder nadenken en zonder onderzoek elke leerstelling wordt aangenomen omdat ze van een bepaalde bron uitgaat - en juist deze bron niet door MIJ ontsloten werd, anders zou de mens in de waarheid wandelen en de dwaling ook duidelijk inzien, zodra hij daar zijn standpunt tegenover bepaalt.
U echter neemt zonder nadenken alles aan en gelooft blindelings, en u versterkt daardoor de macht van hem die Mijn tegenstander is, die u in de duisternis wil neerduwen of u erin wil houden. U hebt u overgegeven aan een organisatie maar niet aan MIJ,Die u waarlijk naar het "licht" wil leiden. Maar uw wil is vrij en daarom ben IK ook nooit met geweld te werk gegaan maar heb de beslissing aan uzelf overgelaten. Zoekt u MIJ echter in alle ernst, dan laat IK MIJ ook vinden en ontsteek u dan een helder licht dat u voor de activiteiten van Mijn tegenstander belicht.
En ieder mens kan in dit licht staan, iedereen die slechts dit licht begeert. Daartoe behoort echter de ernstige wil om vrij te komen van Mijn tegenstander, maar dat vereist een nauwe band met MIJ. En zo moet u zich de vraag stellen of uw blind geloof, zoals u dit wordt voorgeschreven, u dichter tot Mij brengt.
Niemand die deze nauwe band met MIJ heeft gezocht is met lege handen heengegaan. Want IK openbaar MIJZELF aan ieder mens en schenk hem een licht dat hem de verdere weg verlicht. Want zoekt hij MIJ, dan is in hem ook de liefde die hem spoedig ook het juiste inzicht schenkt.
En dan zal hij ook dwaling van waarheid kunnen onderscheiden en hij zal niet meer blindelings geloven. De band met MIJ zal hem bevrijden van Mijn tegenstander en het zal deze dan niet meer mogelijk zijn die mens in de duisternis te houden die eens door het licht werd verlicht, dat hem gelukkig maakte en zijn verlangen naar licht nog vermeerdert. En die mens zal zich ook vrij maken van de invloed van hen, die zich uitgeven als Mijn "ware vertegenwoordigers" op aarde, die echter zelf niet in de waarheid wandelen en haar daarom ook niet kunnen uitdelen, die geestelijke dwang uitoefenen op hun aanhangers, wat echter nooit volgens Mijn WIL is. Want in het aardse leven gaat het om de vrije beslissing van de wil van de mens, die echter door die zijde aan banden wordt gelegd.
Amen
Traduttore