Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

La moderazione

Dovete condurre una vita moderata già sin dalla giovinezza, e perciò il superamento della materia vi sarà facile. Non desidererete dei godimenti terreni, e non vi sarà difficile astenervi, per via di un guadagno spirituale. Ma più viene risvegliata la brama per il godimento terreno, più l’anima ne ha da combattere, perché sarà sempre ostacolata attraverso l’avidità terrena per tendere ad un bene spirituale, perché i suoi sensi sono catturati, e non è facile per loro staccarsi dalle cose materiali, che procurano soltanto benessere al corpo, ma che sono nocivi e lo rimarranno sempre per l’anima. Perciò è già consigliabile, di raccomandare agli uomini un certo “digiuno”, ma questo digiuno consiste soltanto nella limitazione di ciò che i sensi desiderano vivacemente. All’uomo non è vietato del tutto il godimento, soltanto può danneggiare sé stesso con la misura, mentre rende appunto i sensi inutili per la ricezione del bene spirituale, mentre un “vincitore”, un uomo, che riesce a dominare sé stesso ed è contento di poco, è facilmente aperto per i beni di genere spirituale, perché la materia non lo ostacola più, ma egli stesso la rende soggetta a sé attraverso la sua volontà. La moderazione non può mai fare male, ma sempre servire, mentre invece la sovrabbondanza è sempre nociva, e l’uomo non giunge mai nel possesso di un bene spirituale, che calma soltanto i bisogni del suo corpo, e non ne trova una misura. Finché l’uomo stesso si domina, è da aspettarsi in lui anche un’apertura per l’afflusso spirituale; ma se si pensa troppo al corpo, che significa ogni adempimento di brama, allora l’uomo si chiude all’afflusso spirituale, perché per ambedue non esiste la possibilità, perché la materia esclude lo spirituale, perché sono due Regni differenti, che danno la loro parte, ed ambedue contemporaneamente non possono trovare risonanza nel cuore. Ma all’uomo è stato concesso una certa misura, perché quello di cui il corpo ha bisogno per l’esistenza, l’uomo lo può desiderare e rendere suo. Ma in minor misura viene approfittato di questa misura, più vantaggio ne trae l’anima, mentre le vengono dati in ultra abbondanza quei beni, che hanno unicamente il valore, perché sono imperituri, e vengono portati nel Regno, che unicamente è reale, nel quale l’anima entrerà quando si stacca dal suo corpo ed entra nel Regno dell’aldilà. Allora riceverà in abbondanza, perché era contenta di poco, quando sulla Terra tutto era a sua disposizione. Allora non dovrà imporsi nessuna costrizione, riceverà ciò che desidera e sarà resa felice per l’Eternità.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Matigheid

U moet een sober leven leiden - al van uw jeugd af aan - en daardoor zal de overwinning van de materie u lichter vallen. U zult geen aardse genietingen begeren en het zal u ook niet moeilijk vallen daarvan af te zien terwille van geestelijk gewin.

Hoe meer echter de begerigheid gewekt wordt naar aards genot, des te meer heeft de ziel daar tegen te strijden, want ze zal steeds gehinderd worden door aardse begeerten bij het streven naar geestelijk goed omdat haar zinnen gevangen zijn en zich niet makkelijk los kunnen maken van materiële zaken die alleen het lichaam welbehagen verschaffen, maar voor de ziel schadelijk zijn en steeds zullen blijven.

Daarom is het al raadzaam de mensen een bepaald "vasten" aan te bevelen - maar dit vasten bestaat alleen in een beperken van datgene wat de zinnen ten zeerste begeren.

Het is de mens niet verboden om helemaal te genietet, alleen kan hij zichzelf schade toebrengen door de mate waarin, doordat hij dan juist de zinnen ongeschikt maakt om geestelijk goed in ontvangst te nemen, terwijl iemand die overwint, een mens die zichzelf beheersen kan en met weinig tevreden is, makkelijk open staat voor goederen van geestelijke aard, omdat de materie hem niet meer hindert, integendeel hij haar zelf aan zich dienstbaar maakt door zijn wil.

Matigheid kan niemand schaden, maar steeds nuttig zijn - terwijl daarentegen overdaad steeds schade berokkent, en de mens die alleen zijn lichamelijke behoeften stilt en daarom geen maat kent, nooit in het bezit van geestelijk goed zal komen. Zolang de mens zichzelf in bedwang heeft, is er ook bij hem een zich openen voor het toestromen van het geestelijke te verwachten; wordt echter het lichaam overdreven veel bedacht, wat betekent dat elke begeerte vervuld wordt, dan sluit de mens zich af voor het toestromen van het geestelijke, omdat er voor beide tegelijk geen mogelijkheid bestaat - omdat de materie het geestelijke uitsluit - omdat het twee verschillende rijken zijn, die hun eigen deel uitstralen en beide niet tegelijk in het hart weerklank kunnen vinden.

Maar een bepaalde mate is de mens toegestaan, want wat het lichaam nodig heeft om zich staande te houden mag de mens verlangen en zich eigen maken. Maar hoe minder op deze maat een beroep wordt gedaan, des te meer voordeel trekt de ziel daaruit, doordat ze overvloedig bedacht wordt met die goederen die alleen van waarde zijn, omdat ze onvergankelijk zijn en worden meegenomen naar het rijk dat alleen werkelijk is, dat de ziel betreden kan als ze zich van haar lichaam losmaakt en het hiernamaals binnengaat.

Dan zal ze ontvangen in overvloed, omdat ze tevreden was met weinig, toen haar op aarde alles ter beschikking stond. Dan zal ze zich geen dwang meer hoeven op te leggen, ze zal ontvangen wat ze begeert en ze zal verblijd worden in eeuwigheid.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte