Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

„Gesù, il mio Redentore, vive“

Nel mondo spirituale vi è un Giubilo ed una Gioia sulla Mia Opera di Redenzione, perché a tutti gli esseri di Luce diventa sempre di nuovo evidente ciò che si è svolto sulla Terra, e loro Mi lodano e glorificano come il loro Salvatore da peccato e morte, Che ha aperto a loro la Porta al Regno di Luce. Loro sanno del significato spirituale del Mio soffrire e morire, della morte sulla Croce e della Resurrezione il terzo giorno. Loro sanno che tramite questa più grande Opera di Misericordia per l’umanità è assicurata una “resurrezione”, che non è caduta all’eterna morte e che per tutti gli uomini una volta suona l’ora della redenzione dopo un tempo infinitamente lungo della più dura prigionia.

E per questo il loro ringraziamento, il loro giubilo ed il loro amore per Me è incommensurabile ed aumenta, appena partecipano all’Opera di Redenzione, che possono sempre di nuovo vivere come nel presente, perché nel Regno di Luce non esiste nessun limite di tempo, perché vivono anche tutti gli avvenimenti del passato e del futuro come presente. E se gli uomini sulla Terra si immedesimassero pure in quel processo della Crocifissione e della Resurrezione di Gesù, anche loro ne trarrebbero la massima benedizione e nei loro cuori entrerebbero il giubilo e una profonda gratitudine, che Io Stesso in Gesù Cristo ho portato a voi uomini la liberazione dal peccato e dalla morte. Perché questo processo era unico, mai un uomo ha preso su di sé l’incommensurabile sofferenza e mai un uomo ha percorso in totale assenza di colpa la via della Croce più amara, che terminava con la Sua morte sulla Croce, benché molto sovente degli uomini si trovano in situazioni, dove la crudeltà prepara ai prossimi una sorte che sembra insopportabile.

Ma nell’Opera di Redenzione di Gesù Cristo si svolgevano dei processi spirituali, che aumentavano ancora di molto la sua sofferenza corporea, perché l’Anima si trovava nella più alta conoscenza e perciò poteva vedere tutto in trasparenza, sia la miseria spirituale che aveva colpito tutti gli uomini, che anche lo stato spirituale di coloro, che Lo tormentavano ed hanno compiuto su di Lui l’opera dell’oltraggio, che hanno fatto in modo che il Suo Corpo puro servisse ai loro miserabili vizi e cattivi istinti ed Egli li ha percepiti come inviati dell’inferno. Ma Egli ha resistito fino alla Sua morte. Ed Egli risorse in tutta la Gloria il terzo giorno di nuovo dalla tomba, che non poteva tenerLo prigioniero. E così questa Sua Resurrezione ha coronato l’Opera di Redenzione, perché per tutti coloro che si lasciano liberare tramite Gesù Cristo, una cosa è certa, che anche loro risorgeranno di nuovo alla Vita eterna.

La vita dell’uomo non termina comunque con la morte del corpo, perché l’anima non può morire, rimane eternamente esistente. Ma se lo stato dell’anima è poi uno stato della vita o della morte, questo dipende unicamente dal Divino Redentore Gesù Cristo, perché soltanto Lui può dare la Vita all’anima ed Egli è la Porta alla Vita nella Beatitudine. Quindi un’anima può entrare nel Regno dell’aldilà anche nello stato di morte e rimane anche in questo stato finché non invoca Gesù Cristo, che Egli le voglia dare la Vita.

Ma “chi crede in Me, non morrà in eterno”. Per ogni uomo l’ora della morte del corpo può anche già essere l’ora della resurrezione, nessun uomo deve temere l’ora della sua morte, perché Uno ha vinto la morte e Quest’Uno promette ad ognuno la Vita se crede in Lui. E così anche sulla Terra gli uomini potrebbero giubilare ed essere felici, se afferrassero l’Opera di Redenzione di Gesù Cristo nel suo intero significato e ne volessero anche partecipare, allora per tutti gli uomini la morte ha perduto il suo dardo. E tutti gli uomini potrebbero intonare il canto di lode degli esseri spirituali: “Egli è veramente risorto – Gesù, il mio Redentore, vive.”

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

"Jezus, mijn Verlosser, leeft"

In de geestelijke wereld is het een jubelen en juichen over mijn verlossingswerk. Want het wordt alle lichtwezens steeds weer opnieuw duidelijk wat zich op aarde heeft afgespeeld. En ze loven en prijzen Mij als hun Redder van zonde en dood, die voor hen de poort naar het lichtrijk heeft geopend. Ze zijn op de hoogte van de geestelijke betekenis van mijn lijden en sterven, van de kruisdood en de verrijzenis op de derde dag. Ze weten, dat door dit grote werk van erbarmen voor de mensheid een "opstanding" is verzekerd, dat ze niet vervallen is aan de eeuwige dood en dat voor alle mensen eens het uur van de verlossing slaat na eindeloos lange tijd van uiterst zwaar gevangenschap.

En daarom is hun dank, hun jubelen en hun liefde voor Mij onmetelijk en nemen deze toe zodra ze deelnemen aan het werk van de verlossing, dat ze als in het nu steeds weer mogen meemaken, omdat in het lichtrijk de tijd onbegrensd is, omdat ze ook alle gebeurtenissen van het verleden en de toekomst als tegenwoordige tijd beleven.

En zouden de mensen op aarde zich eveneens proberen te verplaatsen in die gebeurtenis van de kruisiging en de verrijzenis van Jezus, dan zouden ook zij daar de grootste zegen uit halen. En in hun harten zou de vreugde en diepe dankbaarheid doordringen, dat Ik zelf in Jezus Christus u mensen bevrijding bracht van zonde en dood. Want dit gebeuren was eenmalig. Nooit had een mens een dergelijk onmetelijk lijden op zich genomen. En nooit is een mens in totale onschuld de meest bittere kruisweg gegaan, die met zijn dood aan het kruis eindigde, ofschoon heel vaak mensen in een situatie terechtkomen waar wreedheid van medemensen hun een lot bereidt dat ondraaglijk schijnt.

Maar er speelden bij het erbarmende werk van Jezus Christus geestelijke voorvallen mee die Zijn lichamelijk leed nog in het veelvoudige vergrootten, omdat de ziel het allesomvattende inzicht had en daarom alles kon doorzien, zowel de geestelijke nood die alle mensen had overmand, als ook de geestelijke toestand van hen die Hem pijnigden en het schandelijke werk bij Hem voltrokken, die hun afschuwelijke begeerten en kwade lusten botvierden op Zijn rein lichaam en die Hij ervoer als afgezanten van de hel. Maar Hij hield vol tot Zijn dood. En op de derde dag stond Hij in alle glorie weer op uit het graf dat Hem niet gevangen kon houden. En zo bekroonde Zijn opstanding het verlossingswerk, want voor allen die zich laten verlossen door Jezus Christus is één ding zeker: dat ook zij zullen verrijzen tot het eeuwige leven.

Weliswaar was voordien het leven der mensen met hun lichamelijke dood ook niet beëindigd, want de ziel kan niet sterven, ze blijft eeuwig bestaan, maar of de toestand van de ziel dan een staat is van leven of van de dood, is alleen van de goddelijke Verlosser Jezus Christus afhankelijk. Want alleen Hij kan de ziel het leven geven en alleen Hij is de poort naar het leven in gelukzaligheid. Dus kan een ziel ook in de toestand van de dood het rijk hierna binnengaan. En ze zal ook zolang in deze toestand blijven, tot ze naar Jezus Christus roept, of Hij haar het leven wil geven. "Maar wie in Mij gelooft zal in eeuwigheid niet sterven."

Voor ieder mens kan het uur van de lichamelijke dood ook al het uur van de opstanding zijn. Geen mens hoeft zijn stervensuur te vrezen, omdat Eén de dood heeft overwonnen en deze Ene het leven belooft aan ieder die in Hem gelooft. En zo zouden ook op aarde de mensen kunnen jubelen en juichen, wanneer ze het verlossingswerk van Jezus Christus in zijn volle betekenis zouden begrijpen en er ook aan zouden willen deelhebben. Dan heeft de dood voor alle mensen zijn angel verloren. En alle mensen zouden kunnen instemmen met het lofgezang van de geestelijke wezens: "Hij is waarlijk verrezen. Jezus, mijn Verlosser leeft".

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte