Io conferisco il Dono della guarigione degli ammalati a coloro che sono forti nella fede e nell’amore. Posso operare soltanto mediante questi, perché non agisco contro la Mia Legge dell’Ordine. E per questo, quella Forza guaritrice che parte da Me e che apporta piena guarigione agli ammalati, scorre anche soltanto in pochi uomini. Perciò è comprensibile che questi guaritori profondamente credenti annunciano sempre Me ed il Mio Nome, perché anche loro sono di spirito risvegliato e quindi conoscono anche il significato della Mia Opera di Redenzione, e perciò cercano anche sempre ardentemente di istruire i loro simili. Perciò soltanto un confessore ed annunciatore del Mio Nome avrà la Forza guaritrice; voi uomini dovete sempre ricordarlo, perché possono essere anche eseguite delle guarigioni apparenti, che però non avvengono mediante la Mia Forza, ma attraverso l’opera avversa.
Le guarigioni degli ammalati devono perciò sempre avvenire nel Mio Nome, soltanto allora si può parlare di un Dono dello Spirito, dell’ultraforte forza di fede e del Mio diretto Operare sugli uomini, che avviene mediante quei guaritori di profonda fede. E vi dico inoltre che negli ammalati che cercano la guarigione, deve esservi pure un certo grado di fede, che quindi non Mi devono rifiutare, ma che devono essere pronti ad affidarsi con fede al Mio Operare. Allora la guarigione rafforzerà la loro fede e possibilmente stimolerà anche degli uomini miscredenti ad assumere un’altra posizione verso gli insegnamenti di fede; così che anche loro possono giungere ad una vita d’amore soltanto attraverso una fede viva. Perciò in un tal caso non si può parlare di una costrizione alla fede, ma soltanto di un cambiamento di pensiero, dato che tutti coloro che sono toccati dalla guarigione si occupano mentalmente con qualcosa a cui prima non hanno badato. Perciò per loro la guarigione è uno stimolo alla fede, ma possono giungere ad una vera fede soltanto mediante un cammino nell’amore altruistico disinteressato. Ma come già detto, chi si trova già nella fede riceverà mediante una tale guarigione un enorme rafforzamento della sua fede, affinché riconosca appieno il Potere del suo Dio.
Ed in vista della vicina fine Io Mi farò riconoscere ancora sovente in tal modo, ma sempre soltanto là dove esistono delle predisposizioni, dove un uomo Mi si dà totalmente, affinché ora la Forza del Mio Spirito lo possa compenetrare. Allora egli confesserà Me ed il Mio Nome davanti al mondo ed impiegherà la Forza che lo compenetra per il bene dei suoi simili, per la guarigione di malattie e pene di ogni specie. Ma per questo una fede vivente conquistata mediante l’amore ne è la prima condizione. E tutti quegli uomini che hanno in mezzo a loro un tale fratello di profonda fede possono considerarsi felici, perché egli è contemporaneamente un mediatore tra Me e loro, dato che riceve direttamente la Mia Forza e la irradia di nuovo sui suoi fratelli sofferenti ed annuncia loro con piena convinzione Me e la Mia Opera di Redenzione. Un tale uomo è un autentico difensore di Cristo, è un utile servo nella Mia Vigna, egli è capace di far avvenire dei risvegli nel tempo della fine, per condurre gli uomini a Me in Gesù Cristo, per prestare quindi un lavoro di redenzione, per il quale Io lo benedirò. Nel mondo oscurato tutte le luci devono splendere chiaramente affinché gli uomini diventino vedenti.
Amen
TraduttoreDe gave zieken te genezen verleen IK hun die sterk zijn in geloof en in liefde. IK kan alleen door hen werken omdat IK niet tegen Mijn wet van ordening handel. En daarom doorstroomt ook maar weinig mensen die genezende kracht, die van MIJ uitgaat en de zieke totaal geneest.
Het is daarom begrijpelijk dat die diep gelovige genezers altijd MIJ en Mijn Naam verkondigen, daar zij ook geestelijk ontwaakt zijn en bijgevolg dus ook de betekenis van Mijn Verlossingswerk kennen en daarom ook steeds ijverig hun medemensen trachten te onderwijzen. Genezende kracht zal derhalve alleen een ware belijder en verkondiger van Mijn Naam hebben. U mensen moet daaraan denken want er worden ook schijn genezingen verricht, die echter niet door Mijn Kracht maar door vijandelijk inwerken tot stand komen. Het genezen van zieken moet dus altijd in Mijn Naam geschieden, alleen dan kan van een gave des Geestes worden gesproken, van een buitengewoon sterke geloofskracht en van Mijn direct inwerken op de mensen dat door deze diep gelovige genezer geschiedt.
Verder zeg IK u; dat bij de zieke die genezing zoekt evenzo een zekere graad van geloof aanwezig moet zijn, dat hij MIJ niet mag afwijzen maar bereid moet zijn zich gelovig over te geven aan Mijn inwerken bij hem. Dan zal de genezing zijn geloof nog versterken en mogelijkerwijze nog ongelovige mensen aanleiding geven een andere houding tegenover de leringen van het geloof aan te nemen, ofschoon ook zij pas door een leven in liefde tot een levend geloof kunnen komen. Van 'n geloofsdwang kan dan in zo'n geval niet gesproken worden, maar alleen van een verandering in het denken - daar allen die genezing gevonden hebben zich nu in gedachten met iets bezig houden wat zij tevoren buiten beschouwing lieten. De genezing is voor hen dan een aansporing om te geloven, maar tot een waar geloof kunnen zij alleen door een leven in onbaatzuchtige naastenliefde komen.
Doch wat al eerder is gezegd; wie al gelooft die valt door zo'n genezing een geweldige versterking van zijn geloof ten deel, opdat hij de Macht van GOD ten volle beseft. En met het oog op het naderende einde zal IK MIJ op die wijze nog vaak openbaren. Maar altijd alleen daar waar de voorwaarden aanwezig zijn, waar een mens zich geheel en al aan MIJ overgeeft zodat de Kracht van Mijn GEEST hem kan doorstromen. Hij zal dan MIJ en Mijn Naam voor de wereld belijden en de kracht die hem doorstroomt gebruiken voor het welzijn van zijn medemensen, tot genezing van ziekten en gebreken van allerlei aard.
Doch de eerste voorwaarde is een levend door liefde verkregen geloof. En die mensen kunnen zich allen gelukkig prijzen die in hun midden zo'n diep gelovige broeder hebben, want hij is in zekere zin een bemiddelaar tussen MIJ en hen, daar hij Mijn Kracht rechtstreeks in ontvangst neemt en ze weer op zijn lijdende medemensen uitstraalt, aan wie hij echter MIJ en Mijn Verlossingswerk met de volste overtuiging verkondigt.
Zo'n mens is een ware strijder voor CHRISTUS. Hij is een geschikte dienaar in Mijn wijngaard. Hij is ervoor bekwaam om in de eindtijd opwekkingen (van de geest in de mens) (opm.v/d uitg.) teweeg te brengen, om de mensen naar MIJ in JEZUS CHRISTUS te leiden. Om dus een werk van verlossing te verrichten waarvoor IK hem zal zegenen, want in de verduisterde wereld moeten heldere lichten stralen opdat de mensen ziende worden.
Amen
Traduttore