Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

L’eterna dannazione

La Misericordia di Dio non conosce confini, l’Amore di Dio è infinito, la Sua Pazienza incommensurabile, e perciò le Sue creature non possono andare perdute in eterno, altrimenti Egli non sarebbe perfetto. Perciò è anche sbagliato parlare dell’eterna dannazione, se con ciò s’intende il concetto di tempo, che deve designare qualcosa che non finisce mai. Perché una tale dannazione eterna significherebbe allora qualcosa di totalmente perduto per Dio, quindi qualcosa di essenziale ceduto totalmente al Suo avversario, che originariamente era proceduto da Dio ed è stato svincolato a Lui dal Suo avversario. Ma allora questo avversario sarebbe più grande di Dio, sarebbe in certo qual modo il vincitore e superiore a Dio in potere e forza, che però non può mai essere e non sarà mai, perché nessun essere giunge alla Sua Perfezione, alla Sua Forza, Potere e Sapienza. Quello che è proceduto da Lui, rimane eternamente in Suo Possesso, separato da Lui soltanto temporaneamente, cioè che si trova a grande distanza, perché esso stesso lo vuole così. Ma anche questa distanza non è uno stato duraturo, perché l’essere, per essere beato, deve essere toccato dall’Irradiazione di Forza di Dio e, se esso stesso non ne ha la volontà, viene afferrato dall’Amore e dalla Misericordia di Dio, che vuole preparargli lo stato di beatitudine. Una eterna dannazione sarebbe perciò anche l’opposto dell’Amore e della Misericordia di Dio, oppure questo sarebbe limitato, per cui la Perfezione di Dio subirebbe una diminuzione. Un Essere sublimemente perfetto non ha delle debolezze umane, un’eterna ira però sarebbe una bassa caratteristica umana, come anche ogni stato di punizione della durata eterna non potrebbe essere chiamato un Principio divino, perché il Divino è contrassegnato mediante l’Amore. Ma l’Amore salva ed aiuta, perdona e rende felice e non respingerà mai qualcosa da Sé in eterno. All’avversario di Dio invece manca il Principio divino, l’Amore, e la sua meta sarà sempre di tirare in eterno giù da sé l’essenziale. Ed è lui che confonde agli uomini il concetto di Eternità, che cerca di rappresentare Dio come crudele e duro, per soffocare in lui l’amore, è lui che esso stesso non conosce Compassione e che perciò cerca di rendere infelici le anime senza pensarci, che vorrebbe togliere loro ogni possibilità d’Aiuto, per rovinarle in eterno. E trova dei seguaci volontari della sua dottrina dell’eterna dannazione, nessuno dei quali riconosce Dio nel Suo infinito Amore, altrimenti non potrebbero dare credo a questa dottrina. Ma agli uomini verrà sempre trasmessa la Verità e l’errore illuminato in modo stridente, affinché Dio venga riconosciuto come un Essere perfetto ed amato, affinché gli uomini Lo seguano e disprezzino il Suo avversario.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Eeuwige verdoemenis

Gods barmhartigheid kent geen grenzen, Gods liefde is oneindig. Zijn geduld is onmetelijk en daarom kunnen Zijn schepselen niet voor eeuwig verloren gaan, daar Hij anders niet volmaakt zou zijn. Het is daarom ook verkeerd van een eeuwige verdoemenis te spreken wanneer daar een denkbeeld van tijd onder te verstaan is dat iets nooit eindigends moet omschrijven. Want zo'n eeuwige verdoemenis betekende dan echter: iets dat voor God geheel verloren zou zijn, dus dat het wezenlijke dat oorspronkelijk van God is uitgegaan en door Zijn tegenstander aan Hem is ontrukt, voorgoed aan Zijn tegenstander is afgestaan. Dan zou echter deze tegenstander groter zijn dan God, hij zou in zekere zin overwinnaar zijn en in macht en kracht superieur zijn aan God, wat echter nooit kan bestaan of gebeuren, want met Zijn volmaaktheid, met Zijn kracht en macht en wijsheid kan niemand zich meten.

Wat uit Hem is voortgekomen, blijft eeuwig in Zijn bezit, slechts tijdelijk van Hem gescheiden, dat wil zeggen zich op grote afstand bevindend, omdat het dit zelf zo wil. Maar ook deze verwijdering is geen toestand die blijvend is, omdat het wezen om gelukzalig te zijn, door de uitstraling van Gods kracht moet worden aangeraakt en, als het daar zelf niet de wil toe heeft, door de liefde en barmhartigheid van God wordt vastgepakt, die hem de staat van gelukzaligheid wil bereiden. Een eeuwige verdoemenis zou daarom ook in tegenspraak zijn met Gods liefde en barmhartigheid, oftewel deze zouden begrensd zijn waardoor de volmaaktheid van God aan volkomenheid zou inboeten. Een hoogst volmaakt Wezen heeft geen menselijke zwakheden, een eeuwige toorn zou echter een minderwaardige menselijke eigenschap zijn, zoals ook elke eeuwigdurende toestand van straf geen goddelijke stelregel genoemd zou kunnen worden, want het goddelijke is gekenmerkt door de liefde. De liefde echter redt en helpt, ze vergeeft en maakt gelukkig en zal nooit iets voor eeuwig van zich afstoten.

Aan de tegenstander van God daarentegen ontbreekt het goddelijke principe, de liefde, en steeds zal zijn doel zijn, het wezenlijke voor eeuwig tot zich naar beneden te trekken. En hij is het die bij de mensen het begrip van eeuwigheid verwart, die tracht God als onbarmhartig en gevoelloos voor te stellen, om de liefde tot Hem te verstikken. Hij is het die zelf geen erbarmen kent en die daarom zonder bedenken tracht de zielen ongelukkig te maken, die hun elke mogelijkheid om geholpen te worden zou willen afnemen om ze voor eeuwig te verderven. En hij vindt gewillige aanhangers van zijn leer van de eeuwige verdoemenis, die allen God in Zijn oneindige liefde niet herkennen, daar zij anders deze leer geen geloof zouden kunnen schenken. Maar steeds zal de mensen de waarheid worden overgebracht en de dwaling fel belicht, opdat God als het volmaaktste Wezen herkend en bemind zal worden, opdat de mensen zich bij Hem aansluiten en Zijn tegenstander verafschuwen.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte