Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Il basso stato spirituale – La fine di un periodo di Redenzione

Non c’è più in eterno da aspettarsi un progresso spirituale, quando l’umanità ha raggiunto il basso stato spirituale, che non conosce e non riconosce più Dio, perché allora è del tutto separata da Dio e quindi anche senza nessun apporto di Forza, che da sola garantisce la risalita spirituale. Una minima distanza da Dio può essere facilmente annullata, perché allora lo spirituale è ancora sempre nel Circolo della Corrente del divino Amore, e la Forza lo spinge inevitabilmente in Alto. Ma quando la distanza è diventata così grande, che lo spirituale si trova al di fuori di questo Circolo della Corrente, allora è anche totalmente senza Forza, e non gli è più possibile avvicinarsi a Dio, perché allora la forza contraria ha più influenza, che lo tira giù a sé. Ma quando l’umanità è giunta a questo grado di sviluppo, cioè, se si è sviluppata di nuovo a ritroso, allora lo spirituale si è giocato anche il diritto, di condurre sulla Terra un’esistenza come uomo, perché questa ha l’unico scopo dello sviluppo verso l’Alto e lascia questo scopo del tutto inosservato. Allora per questa umanità termina un periodo di sviluppo. La Terra respingeva sé in certo qual modo tutto lo spirituale, che si trova su un gradino superiore di sviluppo, se non vive ed agisce rispetto a questo gradino di sviluppo. Ed allora è terminato un tratto di Redenzione secondo la Volontà divina. Ed ogni uomo può riconoscere da sé il momento, appena considera lo sviluppo spirituale dell’intera umanità. E’ stato raggiunto un basso stato, dove il disamore si manifesta chiaramente, che l’agire della forza opposta a Dio è riconoscibile in questo, che ha luogo ovunque distruzione invece di costante edificazione, la vita e l’agire dell’umanità è totalmente anti divino e quindi contro ogni Ordine Divino, così non è più da aspettarsi, che l’umanità si inserisca di nuovo nell’Ordine Divino nella libera volontà, ed allora secondo la Legge dall’Eternità si deve svolgere la dissoluzione di tutto ciò che ospita in sé dello spirituale, allo scopo di una totale nuova Relegazione, per giungere alla meta in un tempo infinitamente lungo, di sostare di nuovo vicino a Dio nella libera volontà. Per una razza umana degenerata non esiste nessun’altra possibilità di risalita, quando ha raggiunto questo basso stato, che ogni amore è raffreddato, perché allora la Corrente di Forza dell’Amore divino non può più diventare attivo e questo significa totale perdita alla forza opposta di Dio. Ma Dio nella Sua grande Misericordia toglie al Suo avversario ciò che gli è diventato succube, mentre lo rilega nuovamente nella Creazione, sulla quale l’avversario di Dio non ha più nessuna influenza. Quindi anche il ritrasferimento nella materia più dura è un’Opera della Misericordia divina, perché per ciò che si trova nella più grande distanza da Dio viene di nuovo creata una nuova possibilità, di percorrere la via dello sviluppo verso l’Alto, che non era più possibile come uomo. Ed una volta suonerà anche per lui l’ora della Redenzione, anche se dopo un tempo infinitamente lungo. Ma non gli succede nessuna ingiustizia, quando viene ritrasferito nella dura materia, perché a volontà è così indurita nei confronti di Dio, che egli stesso è la causa, che Dio lo lega per un tempo infinitamente lungo. Perché non cambia più, quando un basso stato spirituale viene raggiunto, dove gli uomini non riconoscono più Dio.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Geestelijk dieptepunt - Einde van een verlossingsperiode

Er is eeuwig geen geestelijke vooruitgang te verwachten als de mensheid het dieptepunt heeft bereikt dat ze God niet meer herkent en erkent. Want dan is ze geheel gescheiden van God en dus ook zonder enige toevoer van kracht, die alleen de geestelijke gang opwaarts garandeert. Een geringe verwijdering van God kan gemakkelijk worden opgeheven, want nog steeds bevindt het geestelijke zich dan in de stroomkring van goddelijke liefde en de kracht ervan zet het onvermijdelijk aan om opwaarts te gaan. Is de verwijdering echter zo groot geworden dat het geestelijke zich buiten deze stroomkring ophoudt, dan is het ook volledig krachteloos en een dichter bij God komen is dan niet meer mogelijk omdat dan de vijandige kracht meer invloed heeft, die het tot zich in de diepte trekt. Maar is de mensheid op dit niveau van ontwikkeling aanbeland, dat wil zeggen: is ze in haar ontwikkeling zo ver achteruitgegaan, dan heeft het geestelijke ook het recht verspeeld op aarde een bestaan als mens te leiden, omdat het doel hiervan alleen is, zich positief te ontwikkelen en het dit doel volledig buiten beschouwing liet. Dus dan houdt voor deze mensheid een ontwikkelingsperiode op. De aarde stoot in zekere zin al het geestelijke dat zich op een hogere trap van ontwikkeling bevindt, van zich af, wanneer het niet meer in overeenstemming met deze trede van ontwikkeling leeft en handelt. En dan is een verlossingstijdperk beëindigd volgens goddelijke wil. En ieder mens kan zelf het tijdstip herkennen als hij acht slaat op de geestelijke ontwikkeling van de gehele mensheid.

Is er een dieptepunt bereikt waarin de liefdeloosheid duidelijk aan het licht komt, is het werkzaam zijn van de tegen God gerichte kracht daarin te herkennen dat in plaats van voortdurende opbouw overal verwoesting plaatsvindt, is het leven en doen en laten van de mensheid geheel tegengesteld aan Gods wil en dus tegen alle goddelijke ordening, dan is het ook niet meer te verwachten dat de mensheid zich weer in vrije wil aan de goddelijke ordening aanpast. En dan moet er zich volgens wet van eeuwigheid een ontbinding voltrekken van al datgene wat het geestelijke in zich bergt, met het doel van een volledig nieuwe kluistering om in een oneindig lange tijd het doel te bereiken eindelijk weer in de nabijheid van God te vertoeven in vrije wil.

Er bestaat voor een ontaard mensengeslacht geen andere mogelijkheid zich opwaarts te ontwikkelen wanneer het dit dieptepunt heeft bereikt, wanneer alle liefde bekoeld is omdat dan de stroom van de goddelijke kracht van liefde niet meer werkzaam kan worden en dit een volledig verlies betekent aan de kracht die vijandig staat tegenover God. Maar in Zijn grote erbarmen ontrukt God aan zijn tegenstander datgene wat van hem afhankelijk is geworden, doordat Hij het opnieuw in de schepping bant, waarop de tegenstander van God geen invloed meer heeft. Dus is ook het terugplaatsen in de hardste materie alleen een werk van goddelijke barmhartigheid, want voor datgene wat het verst van God verwijderd is, wordt er weer een nieuwe mogelijkheid geschapen de weg van de positieve ontwikkeling te gaan, wat als mens niet meer mogelijk was.

En eens slaat ook hiervoor het uur van de verlossing, al is het na oneindig lange tijd. Maar het geschiedt geen onrecht wanneer het in de harde materie wordt teruggeplaatst, want de wil is tegenover God zo verhard dat deze zelf aanleiding is dat God hem bindt voor eindeloos lange tijd. Want hij verandert niet meer als er een geestelijk dieptepunt is bereikt waarin de mensen God niet meer herkennen.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte