• Indietro

L’Agire dello Spirito - Parole di Padre

Figlia Mia, ci sono così tanti errori nel mondo i cui autori sono gli uomini stessi e che non sono mai sorti attraverso la Parola che ho trasmesso agli uomini. La Mia Parola è Verità e non darà mai motivo per errori finché rimane così non deformata e pura come l’ho data agli uomini durante il Mio Cammino sulla Terra. Ma gli uomini stanno sotto l’influenza dell’avversario, non sono abbastanza forti per offrirgli resistenza. Il tendere dell’avversario però è di compenetrare la Mia Parola con l’errore e questo gli riesce appena la volontà degli uomini è troppo debole, quindi questa volontà non si sottomette totalmente a Me, cioè quando l’uomo vuole accogliere in sé comprensibilmente la Mia Parola ed ora l’avversario lo influenza in modo cattivo in quanto confonde il suo sapere. Il risultato di ciò sono false interpretazioni che nel corso del tempo sono state aggiunte alla Mia Parola. L’uomo non può distinguere dove alla Mia Parola è stata mescolata l’opera d’uomo, se non è illuminato dal Mio Spirito. La Mia Parola rimarrà eternamente la stessa Verità, ma l’opera d’uomo passerà perché tutto ciò che non è da Me, è perituro. Ed ora è venuto il tempo dove la Parola viene sottoposta ad una purificazione, che era stata portata agli uomini come la Mia Parola e che è comunque in gran parte opera d’uomo aggiunta. Questa purificazione dev’essere eseguita, perché gli uomini si smarriscono in insegnamenti che deviano dalla pura Verità e non sono davvero stati offerti loro tramite la Mia Parola. E’ una lotta dubbiosa quando apparenti combattenti di Dio lottano con armi che ha fornito loro l’avversario stesso, mentre la volontà per la Verità è stata ingannata da colui che è il principe della menzogna. Perché questo combattente vuole lottare per Me e va contro di Me, perché vuole rappresentare la Verità e dà oltre l’errore. E così voglio guidare questi uomini volenterosi nella Verità e devo svincolare loro ciò che trasmette loro errore. E perciò non impedisco gli uomini che vogliono procedere contro di Me e la Mia Parola, benché anche loro stanno sotto l’influenza dell’avversario ed eseguono la sua volontà, che vuole minare ogni sapere su di Me e la Mia Parola. Non ostacolo loro, perché la Mia Parola rimane conservata comunque, perché la Mia Parola non può passare, ma la volontà di distruzione è rivolta anche all’opera d’uomo che è a danno dell’umanità, perché confonde il pensare degli uomini. Perché ciò che deve rimanere conservato, viene di nuovo offerto a voi uomini dall’Alto e questa è la Mia Parola ed è intoccabile e rimarrà tale, perché Io lo voglio così. Io voglio che venga guidata all’umanità, che rimanga conservata; e dove la Mia Volontà è all’Opera, là qualsiasi volontà d’uomo è inefficace, perché dov’è la Mia Parola, là Sono Io Stesso e dove Sono Io, c’è la Verità.

Amen

Werkzaam zijn van de geest – Woorden van de Vader

Mijn dochter. Er zijn zoveel dwalingen in de wereld, waarvan de grondleggers de mensen zelf zijn en die nooit door het woord, dat Ik de mensen gegeven heb, ontstaan zijn. Mijn woord is waarheid en zal nooit reden tot dwaling geven, zolang het zo onveranderd en zuiver blijft, zoals Ik het aan de mensen gegeven heb bij Mijn gang over de aarde.

Maar de mensen staan onder de invloed van de tegenstander. Ze zijn niet sterk genoeg om verzet te bieden. En het streven van de tegenstander is om Mijn woord te doorspekken met dwaling en dit lukt hem, zodra de wil van de mens te zwak is, dus dat deze wil zich niet geheel aan Mij onderwerpt. Dat wil zeggen wanneer de mens Mijn woord verstandsmatig in zich op wil nemen en de tegenstander hem nu in zoverre beïnvloedt, dat hij zijn denken verwart.

Het resultaat hiervan zijn verkeerde interpretaties, die in de loop van de tijd aan Mijn woord toegevoegd werden. De mens kan niet onderscheiden, waar Mijn woord met mensenwerk doorspekt is, als hij niet door Mijn geest verlicht wordt. Mijn woord zal eeuwig dezelfde waarheid blijven, maar het mensenwerk zal vergaan, omdat alles, wat niet van Mij is, vergankelijk is.

En nu is de tijd gekomen, waarin het woord, dat als Mijn woord nader tot de mensen gebracht werd en toch voor het grootste deel aanvullend mensenwerk is, aan een reiniging onderworpen wordt. Deze reiniging moet gedaan worden, want de mensen verdwalen in leringen, die van de zuivere waarheid afwijken en hun werkelijk niet door Mijn woord geboden werd.

Het is een dubieuze strijd, wanneer zogenaamde strijders van God met het wapen strijden, dat de tegenstander hem zelf geleverd heeft, doordat de vorst van de leugen, de wil naar de waarheid te slim af geweest is. Want deze strijder wil voor Mij strijden en gaat tegen Mijn wil in, omdat hij voor de waarheid op wil komen en dwaling doorgeeft.

En zodoende wil Ik deze gewillige mensen in de waarheid binnenleiden en moet hun dat ontrukken, wat hun dwaling geeft. En daarom belet Ik de mensen niet, die tegen Mij en Mijn woord willen handelen, ofschoon ook zij onder de invloed van de tegenstander staan en diens wil uitvoeren, die aan elke kennis over Mij en Mijn woord een einde willen maken.

Ik belet het hen niet, omdat Mijn woord toch blijft bestaan. Omdat Mijn woord niet kan vergaan, maar de wil om te vernietigen ook het menselijke werk betreft, dat tot schade voor de mensheid is, omdat het het denken van de mensen verwart. Want wat moet blijven bestaan, wordt jullie mensen weer van boven aangeboden en dat is Mijn woord. En dit woord is onaantastbaar en zal onaantastbaar blijven, want Ik wil het zo. Ik wil dat het bij de mensheid bezorgd wordt en dat het behouden blijft. En waar Mijn wil aan het werk is, daar is elke menselijke wil ineffectief, want waar Mijn woord is, daar ben ik Zelf en waar Ik ben, daar is waarheid.

Amen