Le Forze donanti hanno bisogno della completa attenzione per poter trasmetterti i Doni spirituali, e quindi ogni esperienza terrena dev’essere esclusa. L’anima si deve staccare e rivolgere il pensare solo al Regno spirituale. Tutte le vicissitudini terrene stanno bensì in un certo collegamento anche con l’esperienza spirituale, per quanto influenzano l’uomo all’agire e pensare e questo determina di nuovo il lavoro sull’anima. Allora ogni esperienza terrena è anche di Benedizione per l’anima. Ma gli uomini ne sono quasi sempre impressionati solo in modo puramente terreno e non ne traggono nessuna utilità spirituale. Più l’uomo è progredito, meno lo toccano le impressioni esteriori, e quindi non sono più determinanti per il suo sviluppo spirituale. Ed a questo si deve tendere. Un uomo che tende spiritualmente deve accettare tutto come una disposizione dall’Alto, che è solo utile per lui anche se terrenamente sembra diversamente. Nel caso del tempo attuale si può intervenire efficacemente soltanto mentre agli uomini viene portato davanti agli occhi l’impotenza della loro volontà, affinché riconoscano quanta poca influenza hanno sulla formazione della loro vita terrena. Devono riconoscere un’altra Volontà, alla quale si devono sottomettere in ogni momento; devono sentire questa Volontà come un Potere che è possente.
Interruzione
TraduttoreDe gevende krachten hebben onverdeelde aandacht nodig om jou geestelijke geschenken te kunnen geven en zodoende moet elke aardse belevenis uitgeschakeld worden. De ziel moet zich hiervan losmaken en het denken alleen maar op het geestelijke rijk richten. Alle aardse gebeurtenissen staan ook wel in een bepaald verband met de geestelijke beleving, voor zover deze de mens in zijn handelen en denken beïnvloeden en deze weer het werk aan de ziel bepalen. Dan is ook elke aardse belevenis een zegen voor de ziel. Maar meestal raken de mensen daar alleen maar aards van onder de indruk en behalen ze er geen geestelijk voordeel uit.
Hoe verder de mens gevorderd is, des te minder wordt hij door de indrukken van buitenaf geraakt en zodoende zijn ze dan niet meer bepalend voor zijn geestelijke ontwikkeling. En dit moet nagestreefd worden. Een geestelijk strevend mens moet alles aanvaarden als een beschikking van boven, die hem alleen maar tot nut dient, ofschoon het aards anders lijkt.
In de chaos van de huidige tijd kan alleen maar effectief ingegrepen worden, doordat de mensen de machteloosheid van hun wil voor ogen gehouden wordt, zodat ze beseffen hoe weinig invloed ze hebben op de vorming van hun aardse leven. Ze moeten een andere wil erkennen, waaraan ze zich altijd moeten onderwerpen. Ze moeten deze wil gewaarworden als een macht, die enorm is. (Onderbreking)
Traduttore