Se vi rendete conto della straordinaria Grazia che il Signore Stesso Si china su di voi e vi insegna la Sua Sapienza, allora Gli dovete cantare l’onore e la lode e ringraziarLo senza sosta. Ma non potrete mai misurare pienamente questa Grazia, perché non sapete quanto incommensurabilmente in Alto Egli sta al di sopra di voi, figli terreni e quale pienezza d’Amore Lo induce a prenderSi Cura degli esseri che di fronte a Lui sono delle minuscole creature. Ma voi accogliete questa grande Grazia con tanta noncuranza e non la degnate sovente nell’amore. Sovente è soltanto un divampare momentaneo, mentre una sublime esaltazione dovrebbe far rabbrividire l’uomo. Ma Dio lascia giungere continuamente questa Grazia agli uomini, per dare loro le possibilità di risalire, per diminuire la grande distanza degli esseri da Lui. Perciò Lui dà la Sua Parola agli uomini sulla Terra, li fa diventare ascoltatori di questa, porta loro vicino un sapere che non è di questo mondo. Egli dischiude loro una regione in cui non si può entrare in modo terreno, cioè sulla Terra non esisterà nessun insegnante, che possa dare su questa un pieno chiarimento, a meno non abbia attinto questo sapere appunto dalla stessa Fonte divina. E più l’uomo desidera questo sapere, più riccamente viene gratificato, più ne potrà ricevere. Ma questa Grazia è così incommensurabile che è comprensibile, che dev’essere di Benedizione per l’umanità. Dio non offrirà mai al mondo qualcosa che potesse perdere di valore oppure che potesse essere chiamato meno adeguato allo scopo. Quello che è da Dio, deve anche affermarsi nel tempo e nell’Eternità. La Sua Parola non potrà essere indebolita dagli uomini, anche se vi passano sopra dei tempi. Che Dio Stesso Si incorpora di nuovo in figli terreni che Lo servono volontariamente, è così imponente che voi uomini non lo potete afferrare. Che Egli Si china amorevolmente a loro ed indica loro la via più percorribile verso l’Alto, è un’Opera di ultragrande Misericordia, e lo fa più di quanto gli esseri lo meritano. Nel Suo Amore Egli passa oltre alla volontà infedele degli uomini, vede soltanto la loro debolezza. E quindi va loro incontro con un mezzo efficace, Egli dice loro ciò che non è giusto e consiglia loro quello che devono fare, trasmette un apporto di insolita Forza a coloro che stanno di fronte a Lui non del tutto nel rifiuto. Elargisce il Dono divino a coloro che lo chiedono di cuore a Lui. Si rivela a loro, Si dà loro a riconoscere, Egli E’ vicino alla Terra e chi vuole allacciare con Lui il collegamento, riceverà anche la dimostrazione della Sua Vicinanza, della Sua Forza e del Suo Amore, perché vuole Essere riconosciuto da loro, vuole Essere desiderato da loro, ed allora vuole anche poi distribuire secondo questo desiderio. Vuole abbreviare agli esseri la via terrena, perché se hanno una volta trovato il Signore, non hanno più bisogno del peso del corpo sulla Terra e perciò possono concludere la loro vita terrena, per quanto corrispondono alla Volontà divina per propria spinta e vivono in modo come compiace a Dio. E questo è lo scopo del Signore attraverso questa grande Grazia, che gli uomini si sforzino a vivere la loro vita secondo la Parola divina, per rendersene degni, affinché li possa poi anche gratificare con dei Doni veramente divini, affinché possa poi dare loro conoscenza del Suo Amore, della Sua Onnipotenza e della Sua Sapienza e questo significa per gli uomini Luce e Forza, che quindi diventa uno stato libero degli esseri ancora dimoranti sulla Terra e poi vadano incontro alla Redenzione.
Amen
TraduttoreAls jullie je de buitengewone genade, dat de Heer zich tot jullie neerbuigt en jullie Zijn wijsheid onderwijst, voorstellen, dan moeten jullie Hem eer en lof toezingen en Hem zonder ophouden bedanken.
Jullie zullen deze genade echter nooit in zijn volle omvang kunnen beseffen, want jullie weten niet hoe onmetelijk hoog Hij boven jullie mensenkinderen staat en welke overvloed van liefde Hem er aanleiding toe geeft om zich om wezens te bekommeren, die nietige schepselen ten opzichte van Hem zijn. En daarom nemen jullie deze genade zo gelaten aan en waarderen jullie het vaak niet overeenkomstig de liefde. En het is vaak slechts een kortstondige opwelling, waar de mensen zouden moeten rillen van de grootste verrukking.
Maar God laat de mensen deze genade onophoudelijk toekomen om hun de mogelijkheden te geven om opwaarts te gaan om de grote afstand van de wezens tot Zichzelf te verkleinen. Hij geeft de mensen op aarde daarom Zijn woord. Hij laat hen toehoorders van dit woord worden. Hij maakt hen vertrouwd met een kennis, die niet van deze wereld is. Hij ontsluit voor hen een gebied, dat aards niet te betreden is. Dat wil zeggen dat er op aarde geen onderwijzer is, die daar volledige opheldering over kan geven, tenzij hij deze kennis eerst uit juist dezelfde goddelijke bron geput heeft. En hoe meer de mens naar deze kennis verlangt, des te rijker zal hij bedacht worden, des te meer zal hij mogen ontvangen.
Maar deze genade is zo onmetelijk, dat het begrijpelijk is, dat ze de mensheid tot zegen moet strekken. God zal de wereld nooit iets bieden, wat aan waarde zou kunnen verliezen of ooit minder nuttig genoemd zou kunnen worden. Wat van God komt, moet ook voor tijd en eeuwigheid betrouwbaar zijn. Zijn woord zal niet afgezwakt kunnen worden door mensen, ofschoon er ook tijden voorbijgaan.
Dat God Zichzelf weer belichaamt in Hem bereidwillig dienende mensenkinderen is zo geweldig, dat jullie mensen niet in staat zijn om het te begrijpen. Dat Hij Zich liefdevol tot hen neerbuigt en hen de meest begaanbare weg naar de hoogte wijst, is een werk van buitengewone barmhartigheid, want Hij doet daardoor meer, dan de wezens verdienen. Hij ziet in Zijn liefde voorbij aan de afvallige wil van de mens en Hij ziet alleen maar diens zwakte.
En zo komt Hij hen met een doeltreffend middel tegemoet. Hij vertelt hun wat niet goed is en adviseert hen wat ze moeten doen. Hij doet degenen, die niet geheel afwijzend tegenover Hem staan, een buitengewone krachtschenking. Hij deelt de goddelijke genade uit aan degenen, die Hem daar vanuit het hart om vragen. Hij openbaart Zich aan hen. Hij geeft Zich te kennen. Hij is in de nabijheid van de aarde en degene, die de verbinding met Hem aan wil knopen, zal ook het bewijs van Zijn nabijheid, van Zijn kracht en Zijn liefde krijgen. Hij wil door hen erkend worden. Hij wil door hen begeerd worden en hij wil dan ook in overeenstemming met deze begeerte uitdelen.
Hij wil de aardse weg van de wezens inkorten, want als ze eenmaal de weg naar de Heer gevonden hebben, hebben ze de lichamelijke last op aarde niet meer nodig en ze kunnen hun aardse leven dus besluiten, indien ze uit eigen beweging aan de goddelijke wil beantwoorden en zodoende leven, zoals het God welgevallig is.
En dat beoogt de Heer door deze grote genade. Dat de mensen, om deze genade waardig te worden, zich inspannen om volgens het goddelijke woord te leven, opdat Hij hen dan kan belonen met werkelijk goddelijke gaven. Dat Hij hun het besef van Zijn liefde, Zijn almacht en Zijn wijsheid kan geven en dat dit licht en kracht voor de mensen betekent. Dat zodoende de toestand van de nog op aarde verblijvende wezens vrijer wordt en dus de verlossing tegemoet gaan.
Amen
Traduttore