Devi sentire ciò che ti deve dare conforto: E’concesso solo a pochi, stabilire il vivo collegamento con il Padre del Cosmo e questi pochi sono eletti da Me, per adempiere una grande missione. Gli uomini hanno molto spesso il bisogno di entrare in diretto contatto con Me ed Io li provvedo sempre secondo come ne sono degni e questo nuovamente dipende dal grado del desiderio d’amore per Me, e così afferro con tutto il Vigore coloro, che per amore per Me possono sacrificare desideri mondani, perché sono più vicini allo stato della liberazione da ogni materia. Ora va contro la Mia Volontà se ognuno si sente chiamato a sentire la Voce divina, che è ancora molto lontano da Me nel cuore, è nuovamente però del tutto sbagliato, respingere tutte le Comunicazioni di un tal genere, perché coloro che credono di conoscere precisamente Me ed il Mio Agire, stanno in una incredibile auto elevazione, che a loro non sembra possibile un Intervento da Parte Mia. Moltissimi esseri deboli devono bensì temere il pericolo di venir influenzati da esseri spirituali lontani da Dio, ma allora il male di fondo sarà poi sempre un certo interesse terreno, ma chi presta rinuncia a tutto il terreno nella volontà di servire Me, non avrà nemmeno mai da temere di allacciare un collegamento sbagliato, perché Io proteggo tali figli terreni dall’errore e da cattiva influenza. E voglio darti da riflettere quanto ampiamente l’Amore divino ti Si è rivelato. Vedi, possono passarci sopra dei mondi, prima che un tale compito si lasci risolvere, che richiede la libera volontà dell’uomo ed esige contemporaneamente di perseverare contro tutte le resistenze dall’esterno. Gli uomini stessi vorranno sempre e sempre di nuovo distruggere attraverso straordinarie dimostrazioni, che metterebbe la loro volontà in uno stato di costrizione. Una volontà totalmente libera deve completare quest’Opera, deve pure vincere il mondo, mentre è più forte che tutte le aggressioni di questo mondo. Gli uomini vacilleranno sempre di nuovo nella fede, e comunque soltanto una forte roccia può far fluire l’Acqua viva. E la roccia dev’essere esposta a così innominabili assalti ed offrire loro resistenza, soltanto allora questa roccia può aprirsi e da questa può sgorgare la Fonte della Verità. Per questo sono ben chiamati molti e per Me va bene ogni figlio terreno che si sottomette alla Mia Volontà, ma nessuno di loro resiste, quando si avvicinano le tentazioni dall’esterno, e con ciò la fede è debole, Mi vogliono mettere alla prova e con ciò dichiarano la loro mancanza di fede, e se Io non provvedo gli uomini con straordinaria Grazia, diventano scoraggiati e Mi abbandonano e la miseria sulla Terra diventa sempre più grande e più minacciosa. Coloro che sono risvegliati da Me sono deboli e titubanti e si crede di servire Me, mentre si cerca di distoglierMi i Miei operai. Ed a loro Io penso ora in particolare e vorrei farli partecipi nell’Agire del Mio Amore, e così Mi ricompensano il Mio Amore! I Miei figli non possono più riconoscere il Mio Amore, Mi cercano in lontananza, mentre Io Sono loro molto vicino, e danno infinito valore all’afferrare della Mia Parola con atteggiamenti visibili, e sono comunque portatori di questa Parola e devono annunciare il Mio profondo Amore per l’umanità. Li provvedo con grande Forza perché sono attivi secondo la Mia Volontà e guidano a Me delle pecorelle in gran numero, ma non afferrano la profondità del Mio Amore. Erigono una barriera fra sé ed il mondo, non lasciano passare nemmeno oltre la barriera i pochi che sono dello stesso pensare, ma vietano loro l’accesso. Ed il Mio Amore deve assistere e non può aiutare intervenendo, perché la volontà dell’uomo è libera e non dev’essere toccata da Me. La miseria delle anime è indicibile, e perciò dò nuovamente la Mia Parola e questa a coloro che erano stati esposti senza coscienza all’arbitrio di coloro, che tenevano nascosto agli uomini il Libro dei padri. Così penso continuamente ai Miei, cioè a coloro che Mi amano ed in questo amore desiderano venire a Me. Non bado alle leggi che gli uomini stessi si danno e dalle quali ora non vogliono discostarsi di un jota. Il sapere generale vorrà bensì rigettare quel sapere che supera la sapienza dei padri, ma Io non metto delle leggi e dò nel modo, come lo richiede lo stato di maturità spirituale degli uomini. A te, cara figlia Mia, ti è rimasto distante ogni sapere di cose, che ti ho menzionato e questo soltanto dovrebbe bastare per riconoscere un Governo divino, perché per quello che l’uomo impiega diversamente molto tempo, ti è stato trasmesso in breve nella forma più nobile. Ed in questa certezza farai giungere anche la tua fede a quel vigore com’è necessario, per continuare a svolgere il tuo compito come fervente servitrice di Dio.
Amen
TraduttoreJe zal horen, wat je troost zal bieden: Het is slechts weinigen vergund om de levende verbinding met de Vader van het heelal tot stand te brengen. En deze weinigen zijn door Mij uitgekozen om een grote missie te vervullen. De mensen hebben heel vaak de behoefte om in directe verbinding met Mij te komen en Ik bedenk hen steeds naar hun waardigheid. En dit is weer afhankelijk van de graad van het verlangen naar liefde voor Mij. En zo grijp Ik met alle macht degenen, die ter wille van Mij hun wereldse verlangen op kunnen offeren, want ze zijn het dichtst bij de staat van bevrijding van alle materie.
Het is nu in strijd met Mijn wil, wanneer alles en iedereen, die in het hart nog heel ver van Mij verwijderd is, er zich toe geroepen voelt om de goddelijke stem te horen. Maar het is weer helemaal verkeerd om alle bekendmakingen van zo’n soort te verwerpen, want in een ongelofelijke zelfoverschatting staan degenen, die Mij en Mijn werken zo precies geloven te kennen, dat een ingrijpen van Mijn kant voor hen niet mogelijk lijkt.
Zo vele wezens moeten wel vrezen het gevaar om door van God afgewende geestelijke wezens beïnvloed te worden. De basis van dit kwaad is dan immers altijd een zekere aardse interesse. Wie echter met de wil om Mij te dienen afziet van al het aardse, zal ook nooit behoeven te vrezen om een verkeerde verbinding aan te knopen, want zulke mensenkinderen behoed Ik voor dwaling en kwade invloeden.
En Ik wil jou in overweging geven, hoe omvangrijk de goddelijke liefde zich toch aan jou geopenbaard heeft. Zie, daarboven kunnen werelden vergaan, alvorens zo’n opdracht, die de vrije wil van de mensen vereist en tegelijkertijd eist om tegen alle weerstanden van buiten stand te houden, zich laat vervullen.
Eeuwig en altijd weer zullen de mensen zelf willen verwoesten, wat Mijn liefde voor hen op zou willen bouwen. En Ik kan de mensen niet dwingen door buitengewone bewijzen, die hun wil in een toestand van dwang zou brengen. Een volledig vrije wil moet dit werk voltooien. Het moet als het ware de wereld overwinnen, doordat hij sterker is dan alle verzoekingen van deze wereld. Steeds weer worden de mensen aarzelend in het geloof en toch kan alleen maar een sterke rots het levende water laten stromen. En de rots zal aan een grote stormloop blootgesteld worden en het moet hier weerstand aan bieden. Pas dan kan deze rots zich openen en kan voor hem de bron van waarheid ontspringen.
Er zijn er wel vele toe geroepen en elk mensenkind, dat zich aan Mijn wil onderwerpt, is Mij goed, maar geen van hen houdt stand als de verleidingen van buiten naderen, en het geloof is dus zwak. Ze willen Mij op de proef stellen en bekennen daardoor hun gebrek aan geloof, en als Ik de mensen niet met buitengewone genade bedenk, worden ze moedeloos en verlaten ze Mij. En de nood op aarde wordt voortdurend groter en dreigender. En degenen, die door Mij opgewekt zijn, zijn zwak en aarzelend. En men gelooft Mij te dienen, terwijl men Mijn arbeiders afkerig probeert te maken. En Ik denk nu vooral aan hen in het bijzonder en zou hen graag deel willen laten nemen aan de werken van Mijn liefde. En dus belonen ze Mij voor Mijn liefde.
Mijn kinderen kunnen Mijn liefde niet meer herkennen. Ze zoeken Mij in de verte, waar Ik hen heel nabij ben en ze hechten zo eindeloos veel waarde aan het begrijpen van Mijn woord met zichtbare gebaren. En toch zijn ze dragers van dit woord en moeten ze Mijn diepe liefde voor de mensheid verkondigen. En Ik bedenk hen met grote kracht, omdat ze volgens Mijn wil werkzaam zijn en ze Mij grote aantallen schaapjes toevoeren, maar Mijn liefde begrijpen ze nog niet. Ze richten een versperring op tussen zichzelf en de wereld. Ze laten ook de weinigen, die van dezelfde gedachten zijn, niet voorbij deze versperring, maar verhinderen hen de toegang.
En Mijn liefde moet toekijken en kan niet helpend ingrijpen, want de wil van de mensen is vrij en mag niet door Mij aangetast worden. De nood van de ziel is onnoemelijk en daarom geef Ik opnieuw Mijn woord. En dit aan degenen, die gewetenloos aan de willekeur van degenen, die aan de mensen het boek van de Vader onthielden, prijs gegeven waren.
Zo denk Ik onophoudelijk aan de Mijnen, dat wil zeggen aan degenen, die Mij liefhebben en in deze liefde naar Mij verlangen. En Ik sla geen acht op de wet, die de mensen zelf maken en waarvan ze nu geen jota af willen stappen. De algemene kennis, die door de wijsheid van de Vader overtroffen wordt, zal die kennis wel willen verwerpen, maar Ik stel geen grenzen en geef zo, zoals de geestelijke rijpheid van de mensen het vereist.
Jij, Mijn lief kind, bent ver verwijderd geweest van alle kennis betreffende zaken, die Ik jou verklaard heb. En dit alleen al zou voldoende moeten zijn om een goddelijk heersen te herkennen, want waar de mens anders lange tijd voor nodig heeft, dat werd jou in korte tijd in de edelste vorm gegeven. En in deze zekerheid zul jij jouw geloof ook tot deze sterkte laten komen, zoals het noodzakelijk is om als ijverige dienaar van God verder jouw opdracht te vervullen.
Amen
Traduttore