Agire sul pensare degli uomini esige grande amore e pazienza da parte degli esseri spirituali incaricati di questo. Più gli uomini stanno lontani da problemi spirituali, più velocemente respingono da sé anche dei pensieri che sorgono all’improvviso, che sono la manifestazione di quelle Forze spirituali, e si rivolgono rapidamente di nuovo a tali pensieri che si riferiscono di più alla loro vita terrena. Di conseguenza la Forza spirituale ha poca influenza su tali uomini. Il loro dovere è di agire solo sul campo spirituale, trasmettere solo pensieri ed insegnamenti puramente spirituali sugli uomini, e proprio questi urtano nella maggiore dei casi su determinato rifiuto, e perciò si deve gestire questa funzione con il massimo amore e pazienza, se si deve manifestare un qualche successo. Un essere spirituale non si può sempre manifestare in diretto collegamento dall’aldilà alla Terra e perciò viene anche sentito solo di rado. Ma la trasmissione di pensieri è molto più difficile da eseguire, perché l’uomo si oppone sovente, perché respinge proprio un’istruzione spirituale, finché non se ne occupa coscientemente. L’uomo pensante pone spesso delle domande alla Divinità e può anche ricevere in ogni momento la Risposta, ma in altro modo di com’è in uso fra gli uomini, e per questo ci vuole fede e fiducia in Dio per accettare questa Risposta anche come divina, che gli giunge in forma di pensieri. Chi desidera realmente la Verità, gli sarà anche data. E chi riconosce in Dio la somma Onnipotenza e l’Amore, non dubiterà che questa Risposta venga dall’Alto, da dove soltanto giunge all’uomo il Chiarimento. Molto è così facile e documenta soltanto l’intimo Amore del Padre celeste per i Suoi figli. Ma l’intelletto umano sfoglia tutto così, che la cosa semplice proprio allora non può più essere riconosciuta. Allora l’uomo cerca di sondare in modo del tutto complicato ciò che gli potrebbe essere dato facilmente e comprensibilmente come chiarimento, se soltanto badasse ai suoi pensieri, che gli presentano davvero nel modo più rapido la giusta risposta. Perché la Forza spirituale utilizza la volontà di ricevere del figlio terreno, cioè è subito pronta a dare e ad agire dove la minima domanda che riguarda dello spirituale, rivela la volontà dell’uomo di giungere alla Verità. Gli esseri spirituali salutano oltremodo gioiosi, quando possono essere attivi ed istruire un cuore affamato della Verità. Soltanto ciò che viene rivelato mentalmente agli uomini, verrà raramente diffuso come pura Verità. Qualche persona si forma bensì un giudizio in base a questa influenza mentale che corrisponde anche alla Verità, ma soltanto molto raramente potrà trasferire questi suoi pensieri ad altri uomini come Verità, che pensa che potrebbero essere il prodotto del proprio scervellarsi, perché l’uomo presenta anche ogni pensare come insufficiente, con ciò non può mai essere presentata una dimostrazione della Veridicità delle Comunicazioni espresse. Solo nel diretto collegamento con l’aldilà alla Terra c’è la possibilità di poter dare ai miscredenti una dimostrazione credibile, cioè anche soltanto quando desiderano seriamente la Verità. E per l’umanità quest’Opera deve diventare una tale dimostrazione, ognuno che porta in sé il minimo desiderio per la Verità divina deve potervi dare uno sguardo. E se riconosce che la capacità ed il sapere di un uomo non bastano per scrivere continuamente tali Comunicazioni, lui stesso ne riconosce un Operare superiore, ora percepirà anche sempre di più l’influenza spirituale di esseri spirituali ben intenzionati e viene pure lui guidato nella Verità, se è la sua volontà di desiderare la Verità divina.
Amen
TraduttoreHet vereist grote liefde en geduld van de zijde van de geestelijke wezens, die ermee belast zijn om op het denken van de mensen in te werken. Hoe verder de mensen van geestelijke vraagstukken afstaan, des te sneller wijzen ze ook plotseling optredende gedachten, die het uiten van deze geestelijke krachten zijn, van zich af en keren haastig weer terug naar zulke gedachten, die meer betrekking hebben op het aardse leven.
De geestelijke kracht heeft dus weinig invloed op zulke mensen. Het is haar taak om alleen op geestelijk gebied te werken, om alleen puur geestelijke gedachten en leringen op de mensen over te brengen. En juist dit stuit in de meeste gevallen op een zekere afwijzing. En daarom moet deze taak met grote liefde en geduld uitgeoefend worden, als één of ander resultaat aan het licht moeten komen.
Een geestelijk wezen kan zich niet steeds in directe verbinding vanuit het hiernamaals naar de aarde uiten en er wordt daarom ook slechts zelden bewust naar geluisterd. Maar de gedachtenoverbrenging is veel moeilijker uit te voeren, want de mens verzet zich vaak, omdat hij juist geestelijk onderricht afwijst, zolang hij zich daar niet bewust mee bezig houdt.
De denkende mens stelt vaak vragen aan de Godheid en mag ook altijd het antwoord in ontvangst nemen, maar op een andere manier, dan het onder mensen gebruikelijk is. En er behoort geloof en vertrouwen in God bij om dit antwoord, dat hem in de vorm van gedachten toegestuurd wordt, ook als goddelijk antwoord aan te nemen. En degene, die in God de hoogste almacht en liefde herkent, zal er niet aan twijfelen, dat hem altijd antwoord van boven gegeven wordt, vanwaar alleen opheldering aan de mensen gegeven kan worden. Veel is zo eenvoudig en het laat alleen de innige liefde van de hemelse Vader voor Zijn kinderen blijken.
Maar het menselijke verstand ontzenuwt alles zo, dat het eenvoudige niet goed meer herkend kan worden. De mens probeert dan, op een hoogst omslachtige manier te doorgronden, waarover hem gemakkelijk en begrijpelijk opheldering gegeven kan worden, wanneer hij enkel acht slaat op zijn gedachten, die hem waarlijk op een snellere manier het juiste antwoord uiteenzet. Want de geestelijke kracht benut de ontvangstbereidheid van het mensenkind. Dat wil zeggen, dat ze onmiddellijk tot geven en tot werken bereid is, waar de geringste vraag, die het geestelijke betreft, ook de wil van de mens om tot de waarheid te geraken, verraadt. De geestelijke wezens begroeten het met buitengewone vreugde, wanneer ze werkzaam kunnen zijn en een hart, dat hongerig naar waarheid is, te mogen onderwijzen.
Alleen zal datgene, wat de mensen in gedachten geopenbaard wordt, zelden als zuivere waarheid verspreid worden. Menig mens vormt zich op grond van deze beïnvloeding door de gedachten een oordeel, dat ook met de waarheid overeenstemt. Maar hij zal hoogst zelden zijn gedachten, die vermeende eigen producten van zijn overpeinzingen zijn, aan andere mensen als waarheid over kunnen dragen, omdat de mens ook al het denken als onbetrouwbaar voorstelt. Dus voor de geuite bekendmakingen kan er nooit een bewijs van de waarachtigheid geleverd worden.
Alleen in de directe verbinding vanuit het hiernamaals naar de aarde ligt er een mogelijkheid om de ongelovigen een geloofwaardig bewijs te kunnen geven. Dat wil zeggen, ook slechts dan, wanneer ze ernstig naar de waarheid verlangen. En dit werk moet zo’n bewijs voor de mensheid worden. Iedereen, die het geringste verlangen naar de goddelijke waarheid in zich draagt, moet dit werk in kunnen zien. En als hij inziet, dat het kunnen en weten van een mens niet voldoende is om doorlopend zulke bekendmakingen neer te schrijven, zal hij zelf een hoger heersen daarin herkennen. Hij zal nu ook meer en meer de geestelijke beïnvloeding van hem welgezinde geestelijke wezens gewaarworden en eveneens de waarheid binnengeleid worden, want het is zijn wil, die naar de goddelijke waarheid verlangt._>Amen
Traduttore