• Indietro

“Il Principio di tutte le cose Sono Io “

Il Principio di tutte le cose Sono Io. Prendete questo a cuore quando vi muove il minimo dubbio sulla Creazione di tutto ciò che vedete intorno e sopra di voi. Se quindi la Mia Potenza basta per chiamare ogni essere da Me in Vita, di quale genere dovrebbe esser allora la forza che oppone alla Volontà di Creare un’altrettanta volontà di distruggere? Allora dovrebbe essere all’opera una seconda divinità accanto a Me, la cui espressione di forza andrebbe contro il Mio Operare. Chi ora s’immagina la Divinità come un Essere imperfetto, certamente può affiancare a quest’Uno ancora molti di tali dei, ma dell’Unica vera Divinità Che ha creato tutto e domina tutto, non se ne fa una giusta idea. Chi vuole riconoscere Me, deve credere – e sottomettersi come creazione al Creatore. E gli verrà Luce e vedrà Me in questa Luce come Dominatore del Cosmo. Egli riconoscerà che nessuna forza contraria può agire contro di Me, che agisce distruttiva dove Io creo. Soltanto la riformazione materiale della superficie della Terra è lasciata alla libera volontà dell’uomo, affinché la spinta di creare dell’uomo che Io gli ho ugualmente messo nel cuore, possa attivarsi. Loro possono ora agire insieme secondo il proprio benestare, ma devono sempre riconoscere la loro insufficienza e dipendere sempre dall’Onnipotenza del Creatore e dell’Operare delle Forze della Natura e non possono opporvisi abusivamente. Ora nulla è più comprensibile che il voler sondare l’Onnipotente Creatore e ciononostante nulla di più impossibile. L’intelletto umano non basta di gran lunga ad afferrare Me nella Mia totale Forza Ur, e gli riuscirà ancora meno di specializzare Me, cioè, di mettere in una qualsiasi forma il Mio Essere e Divenire, da apparire accettabile dall’intelletto umano. Questa è una faccenda senza speranza, che non potrebbe mai portare ad un risultato soddisfacente, perché Io Ero, Io Sono e Sarò sempre in eterno uno Spirito insondabile, il Quale cela in Sé tutto ciò che l’intero Universo ha da mostrare – a Cui sottostà ogni Creazione, perché è proceduta da Lui – ed il Quale E’ il Principio e la Fine di tutte le cose – Lo Spirito dell’Amore da Eternità in Eternità.

Amen

Ik ben het begin van alle dingen

Ik ben het begin van alle dingen. Neem dat ter harte als de geringste twijfel u bezighoudt over de schepping van alles wat u om u heen en boven u ziet. Als mijn macht dus volstaat om uit Mij ieder wezen in het leven te roepen, van welke aard zou dan de kracht wel moeten zijn die tegenover mijn wil tot scheppen een even grote wil om te vernietigen stelt? Er zou dan naast Mij een tweede godheid aan het werk moeten zijn, wiens blijk van kracht tegen mijn scheppen indruiste.

Wie zich nu de Godheid voorstelt als een onvolmaakt wezen, kan waarlijk nog veel van zulke goden naast deze ene Godheid stellen. Maar van de ene ware Godheid, die alles heeft geschapen en alles beheerst, heeft hij dan nog geen juist beeld. Wie Mij herkennen wil, moet geloven en zich als schepsel aan de Schepper onderwerpen. Dan zal het licht in hem worden en in dat licht zal hij Mij zien als Heerser van het heelal. Hij zal beseffen dat geen tegenkracht kan handelen in strijd met Mij, die daar verwoestend werkt waar Ik schep.

Alleen de materiële omvorming van het aardoppervlak is overgelaten aan de vrije wil van de mens, opdat de scheppingsdrang van de mensen, die Ik eveneens in hun harten heb gelegd, zich kan uiten in daden. Zij kunnen nu als het ware handelen naar eigen goeddunken, maar zullen toch steeds hun eigen ontoereikendheid moeten inzien. En ze zullen altijd op de almacht van de Schepper en op het werkzaam zijn van de natuurkrachten aangewezen zijn en kunnen zich daar niet eigenmachtig tegen verzetten.

Niets is nu begrijpelijker dan het willen doorgronden van de almachtige Schepper, en toch is weer niets onmogelijker. Het menselijke verstand is bij lange na niet toereikend om Mij in heel mijn oerkracht te begrijpen en nog veel minder zal het hem lukken Mij nauwkeurig te omschrijven, dat wil zeggen: mijn zijn en mijn wezen in wat voor vorm dan ook onder te brengen die het menselijke verstand aanvaardbaar lijkt.

Dit is een hopeloze aangelegenheid die nooit een bevredigend resultaat kan opleveren. Want Ik was, Ik ben en zal altijd een eeuwig ondoorgrondelijke Geest zijn, die alles in zich bergt wat heel het universum kan laten zien, aan wie heel de schepping is onderworpen omdat ze uit Hem is voortgekomen en die het begin en het einde is van alle dingen - de Geest die Liefde is van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen