Ascolta le Parole del tuo Signore. La tua futura vita è regolata. Avrà sempre luogo uno scambio puramente spirituale, quando il tuo cuore lo desidera. Sentirai degli Insegnamenti divini, e la Grazia del Signore ti darà la piena conoscenza di ciò che accogli. Perché ci sono pochi che sono pronti a darti, che vorrebbero tutti prendere parte al tuo lavoro spirituale, riconoscono sempre di più il compito che ti è assegnato, e nel fervente tendere sono intenzionati a trasmetterti nell’intimo collegamento il patrimonio spirituale. Nella schiera degli insegnanti che ti circondano ed incaricati messaggeri di Dio si trova uno che è del tutto affine al tuo genere d’essere e ti è molto affezionato. Si rivolge sempre di nuovo a te pieno di partecipazione, osservando il tuo lavoro ed incoraggiandoti nel tuo tendere. Perché il suo più grande compito nell’aldilà è rivolto a coloro che consacrano il loro servizio volontariamente al Signore; lui si sforza sempre di promuoverli. Quello che ora ti giunge in Insegnamenti spirituali, viene da lui controllato coscienziosamente, e quando ti assiste nel tuo lavoro, sei in buona custodia. I differenti esseri che ti circondano, si sforzano per te nella stessa preoccupazione, dato che ognuno vuole agire attraverso te, per esercitare attraverso un loro figlio terreno condiscendente la loro attività d’amore su anime ignare a loro affidate. La costituzione spirituale degli uomini ha urgentemente bisogno di un sostegno attraverso cari esseri spirituali, ma questi trovano così poco ascolto presso gli uomini ed ancora meno diretto aiuto attraverso volenterosi figli terreni. Se ora un’anima si è così unita con l’aldilà, che è diventata volenterosa e capace di accogliere gli Insegnamenti spirituali, allora innumerevoli esseri spirituali vorrebbero prendere possesso di una tale disponibile volontà. Tutti vorrebbero comunicare e perciò sono costantemente nella tua vicinanza. Ma il tuo spirito di controllo, la tua guida e protettore, deve provvedere a te secondo le tue forze, la tua volontà è bensì buona, ma non sono ancora abbastanza vigorose le tue forze. L’Amore del Signore ti fa continuamente giungere la Sua Parola, e così vieni istruita e diventerai ricettiva per gli Insegnamenti e Sapienze divini, che presto ti giungeranno facilmente e senza fatica, se soltanto ti dedichi solo sempre piena d’amore a questo tuo lavoro e ti lasci fiduciosa ai tuoi protettori spirituali. Egli ha assunto di sottoporti tutti gli Insegnamenti del Salvatore e la sua preoccupazione è rivolta continuamente a te, grazie al suo ultragrande amore per il Salvatore, anche la sua attività d’amore è straordinariamente commovente ed afferra tutte le anime che sottomettono tutta la loro volontà al Signore. Là può agire sui cuori ed attizzare in loro l’amore per il Salvatore divino, finché in questo amore si completano così i protettori ed i protetti, che la trasmissione di tutto lo spirituale diventa sempre più facile e l’essere terreno impara molto facilmente a comprendere la trasmissione dell’aldilà e si dedica sempre più devoto al suo compito con ardente amore per il Salvatore. Perché è sempre determinante il grado d’amore, fin dove gli Insegnamenti divini trovano accoglienza nel cuore umano. E quando il mediatore di tutto lo spirituale esercita la sua opera d’amore su un figlio volenteroso d’amare, questo s’infiammerà sempre più ardentemente nell’amore per il Salvatore ed allora in un tale ardore d’amore tutte le Sapienze, tutti gli Insegnamenti ed Ammaestramenti divini verranno sempre accolti nel cuore. E così un tale figlio terreno deve ora formarsi e svilupparsi. L’allievo deve diventare simile al suo insegnante. L’unico compito che un insegnante pone al suo allievo, dev’essere risolto per la soddisfazione del Maestro divino, e perciò ti assiste e ti istruisce instancabilmente la Forza spirituale, che ti è stata assegnata come guida e protettore e che con grande gioia amministra la sua funzione. L’essere che ti circonda sempre, che guida i tuoi pensieri, ti vuole bene. E’ il servitore più amato del Signore, Giovanni.
Amen
TraduttoreVerneem de woorden van de Heer. Je verdere leven is geregeld. Een zuiver geestelijke uitwisseling zal steeds plaatsvinden wanneer je hart ernaar verlangt. Je zult goddelijke leringen ontvangen en de genade van de Heer zal je het volle inzicht geven in wat je opneemt. Want het zijn er niet weinig die bereid zijn aan jou te geven en die allen graag zouden willen bijdragen aan je geestelijk werk. Ze realiseren zich steeds meer de opdracht die je gesteld is en in ijverig streven zijn ze erop bedacht je in innige verbinding het geestelijke goed over te dragen.
In de groep van de leraren en de gemachtigde boodschappers die jou omringen is er iemand die met geheel je wezen overeenstemt en die je zeer is toegedaan. Met volle belangstelling wendt hij zich steeds weer tot jou. Hij schenkt aandacht aan je werk en moedigt je aan in je streven. Want zijn grootste opgave in het hiernamaals betreft degenen die hun diensten gewillig aan de Heer wijden. Hij spant zich voortdurend in om hen vooruit te helpen. Wat je nu aan geestelijke leringen toekomt, wordt gewetensvol door hem gecontroleerd. En als hij jou en je werk begeleidt, ben je onder goede bescherming.
De verschillende wezens die je omgeven, spannen zich met dezelfde zorg in. Want elk van hen wil toch door jou werken, om door een mensenkind dat ten opzichte van hen gewillig is, hun liefdeswerken aan de onwetende, aan hen toevertrouwde zielen te volbrengen. De geestelijke hoedanigheid van de mensen heeft zeer dringend ondersteuning van lieve geestelijke wezens nodig, maar ze vinden zeer weinig geloof bij de mensen en nog veel minder directe hulp van bereidwillige mensenkinderen. Als er zich nu een ziel met het hiernamaals verbonden heeft zodat ze gewillig en bekwaam geworden is om geestelijke leringen te ontvangen, dan willen talrijke geestelijke wezens graag die bereidwilligheid in beslag nemen. Ze willen zich allen bekendmaken en daarom zijn ze voortdurend in je nabijheid.
Maar je controlegeest, je leider en beschermer, moet naargelang je krachten aan je geven. Je wil is wel goed, maar je krachten zijn nog niet sterk genoeg. De Liefde van de Heer laat je onophoudelijk Zijn Woord toekomen en zo zul je opgeleid en ontvankelijk worden voor goddelijke leringen en wijsheden, die je weldra gemakkelijk en moeiteloos zullen toekomen, wanneer jij je maar steeds vol liefde aan jouw arbeid overgeeft en je vol vertrouwen aan je geestelijke beschermer overlaat. Hij heeft het op zich genomen je in alle leringen van de Heiland te onderwijzen en hij zorgt steeds voor jou. Op grond van zijn overgrote liefde voor de Heiland is ook zijn liefdeswerkzaamheid buitengewoon bedrijvig en omvat hij al de zielen die hun wil geheel aan de Heer onderwerpen. Hij kan daar inwerken op de harten en in hen de liefde voor de goddelijke Heiland doen ontvlammen, totdat de beschermer en de beschermeling elkaar in deze liefde zo aanvullen dat het overdragen van al het geestelijke steeds maar gemakkelijker wordt en het aardwezen heel gemakkelijk de overdracht vanuit het hiernamaals leert verstaan en het zich in vurige liefde voor de Heiland met steeds meer overgave aan zijn opdracht wijdt.
Want steeds is de graad van liefde doorslaggevend in hoeverre de goddelijke leringen in de menselijke harten worden opgenomen. En wanneer de overdrager van al het geestelijke zijn liefdeswerk overbrengt op een kind dat tot liefde bereid is, zal het steeds vuriger ontvlammen in de liefde voor de Heer. En in zulke liefdesgloed zullen steeds alle goddelijke wijsheden, alle leringen en onderwijzingen in het hart worden opgenomen. En zo moet een dergelijk mensenkind zich nu vormen en ontwikkelen. De leerling moet gelijk worden aan de leraar. De enige opgave die een leraar zijn leerling stelt, moet naar tevredenheid van de goddelijke Leermeester worden volbracht. En daarom word je onvermoeibaar begeleid en onderwezen door de geestelijke kracht die je als leider en beschermer toebedeeld werd en die met grote vreugde zijn taak uitoefent. Het wezen dat je voortdurend omgeeft, dat je gedachten stuurt, is je welgezind. Het is de liefste dienaar van de Heer, Johannes.
Amen
Traduttore