Dall’Eternità sono nati tutti i pensieri. L’infinita ampiezza del Cielo è colma di un esercito di spiriti creatori. Ma all’uomo è data solo la possibilità di vivificare soltanto una minuscolissima particella nell’Infinito con i suoi pensieri ed idee. Tutto il resto è sottoposto al mondo degli esseri spirituali creatori, i quali, eseguendo sempre la Volontà del Signore, sono instancabilmente attivi nell’Universo. La materia in tutto il Cosmo è sottomessa a questi esseri, e quello che è voluto, avviene. Un tale esercito di questi esseri spiriti circonda anche ora la Terra ed interviene in modo determinante in ogni avvenimento sulla Terra, ma lasciando anche spazio e potere alle forze che lavorano contro la Volontà del Signore, perché la Terra dev’essere influenzata da ambedue le parti, perché altrimenti nella Creazione verrebbe esclusa la cosa più importante - la libera volontà. Un essere non può svilupparsi similmente a Dio, quando il suo fare ed agire dev’essere appunto solo così, come lo determina un Essere superiore. Deve piuttosto conservare su di sé l’auto determinazione, dev’essere esposto ad ambedue, al potere buono e cattivo, e poi potersi esprimere in una propria forza di giudizio, dev’iniziare un tendere interiore, di stare nel servizio di questi o quei poteri. Ma l’esercito degli esseri spiriti, che vi assiste, rimane immensamente mobile nel suo creare, quello che voi considerate come del tutto naturale nella natura intorno ed al di sopra di voi, viene costantemente generato da questi esseri, che contemporaneamente intervengono con ciò anche nel vostro essere più intimo, perché vi formano e guidano i vostri pensieri continuamente sulla Creazione, vi lasciano pure dare uno sguardo nella loro attività, fanno in modo che voi siate in genere prima capaci di vivere, appunto attraverso la sfera che vi circonda, che dovete riconoscere, di poter formare da voi stessi ciò a cui tendete in un ambiente creato da Dio Ponetevi una volta la domanda: A chi di voi uomini è data solo una possibilità unilaterale di comprendere, chi di voi non può riconoscere da sé stesso contemporaneamente il Bene ed il male, a chi di voi manca la facoltà di discernere il Bene ed il male? Quindi, dove esistono ambedue le cose, anche l’uomo potrà necessariamente poter e dover decidere per ciò che gli sembra desiderabile, e così dapprima è attiva la libera volontà, per chiarire il desiderio dell’anima. E nuovamente da ciò è visibile la grande Benedizione, che ha per conseguenza un intimo collegamento con gli esseri spiriti che vi circondano. Più fiduciosi sottomettete a loro tutto il vostro pensare, più sicuri verrete guidati e più chiaro potete afferrare i vostri pensieri Bene e male, imparate a riconoscere e vi rivolgete del tutto dalla libera volontà a ciò che vi garantisce il più alto perfezionamento, allora dovete appunto diventare perfetti, quando siete guidati da esseri perfettissimi, che mai vi possano circondare. Non potete mai più sbagliare, perché la Forza del Bene avrà su di voi incomparabilmente più influenza che quella del male. Ed allora intraprenderete perciò sicuri la via verso la Vita eterna, quando vi date ai poteri ed alle Forze che eseguono la Volontà del Signore, quindi vi sottomettete volontariamente al Padre celeste.
Amen
TraduttoreAlle gedachten worden uit de eeuwigheid geboren. Een leger aan scheppende geesten vult de oneindige wijdte van de hemel. Maar de mens is alleen maar de mogelijkheid gegeven een heel klein deeltje van de oneindigheid met zijn gedachten en ideeën leven in te blazen. Al het andere is ondergeschikt aan de wereld van de scheppende geestelijke wezens die, steeds de wil van de Heer uitvoerend, onvermoeibaar in de ruimte werkzaam zijn. De materie van het hele heelal is aan deze wezens onderworpen en wat gewild wordt, dat gebeurt.
Een dergelijk leger van geestelijke wezens omgeeft nu ook de aarde en grijpt in alle gebeurtenissen op aarde bepalend in, hoewel ze de krachten die tegen de wil van de Heer in werken, ook ruimte en macht laten. Want de aarde moet van beide kanten beïnvloed worden, aangezien anders het belangrijkste in de schepping uitgeschakeld zou worden - de vrije wil. Een wezen kan zich niet gelijksoortig aan God ontwikkelen als zijn doen en laten slechts precies zo moet zijn als een hoger wezen het bepaalt. Het moet veeleer de zelfbeschikking behouden. Het moet aan beide prijsgegeven zijn, de goede en de slechte macht, en dan uit eigen kracht een oordeel kunnen uiten. Er moet een innerlijk streven op gang komen om ten dienste te staan van deze of gene machten.
Maar het leger van geestelijke wezens dat jullie begeleidt, blijft buitengewoon actief in zijn werken. Wat jullie als vanzelfsprekend beschouwen in de natuur om jullie heen en boven jullie, wordt voortdurend door deze wezens tot leven gewekt. Zij grijpen daarmee tegelijkertijd ook in jullie binnenste wezen in, want ze vormen jullie en wijzen jullie gedachten voortdurend op de schepping. Ze geven jullie als het ware inzicht in hun werkzaamheid. Ze zorgen ervoor dat jullie juist door de jullie omgevende sfeer eigenlijk pas levensvatbaar zijn. Zo moeten jullie je realiseren dat jullie je in een door God geschapen omgeving kunnen vormen, wat jullie nastreven.
Stel jullie eens de vraag: Wie van jullie mensen is slechts een eenzijdige opvattingmogelijkheid gegeven? Wie van jullie kan niet tegelijkertijd het goede en het kwade rondom zichzelf herkennen? Wie van jullie ontbreekt de bekwaamheid goed en kwaad te onderscheiden? Waar dus van beide voorhanden is, zal de mens ook noodgedwongen zelf kunnen en moeten beslissen over wat hem begeerlijk lijkt. En dan is eerst de vrije wil werkzaam om het verlangen van de ziel op te helderen. En wederom blijkt daaruit de grote zegen die het gevolg is van een innige verbinding met de jullie omgevende geestelijke wezens.
Met hoe meer vertrouwen jullie al je denken aan hen onderwerpen, des te zekerder zullen jullie geleid worden en des te helderder zullen jullie gedachten het goede en het kwade kunnen vatten. Jullie leren inzien en keren je volledig uit vrije wil naar hetgeen jullie de hoogste voltooiing garandeert. Jullie moeten dan immers volmaakt worden wanneer jullie geleid worden door de meest volmaakte wezens die jullie ooit kunnen omgeven. Jullie zullen nimmer verkeerd kunnen gaan, aangezien de kracht van het goede onvergelijkelijk meer invloed op jullie zal hebben dan die van het kwade. En jullie zullen daarom ook zeker de weg naar het eeuwige leven betreden, wanneer jullie je overgeven aan de machten en krachten die de wil van de Heer uitvoeren en jullie je aldus ook bereidwillig aan de hemelse Vader onderwerpen.
Amen
Traduttore