Tkogod nađe utočište u Meni neće pogriješiti, jer ću mu Ja uvijek pomoći, čak i kada pomoć nije tako očigledna kako bi on želio da bude. Svatko tko nađe utočište u Meni dolazi na pravo mjesto, jer jedino Ja mogu i želim pomoći gdje ljudska pomoć izgleda nemoguća. Tkogod nađe utočište u Meni će se osjećati kao da je Moje dijete i također može sa punim pouzdanjem očekivati od Mene Očinsko razumijevanje. On Me neće zazivati uzalud. Zemaljske nedaće i problemi bi trebali nagnati čovjeka prema Meni ako on ne ulazi u čestu komunikaciju sa Mnom svojevoljno. Tada ću mu Ja morati poslati brige i nevolje tako da će Me se on sjetiti i okrenuti tamo odakle će doći pomoć. Ipak, blaženi oni koji traže kontakt sa Mnom vlastitom voljom.... blaženi oni koji Me često traže u mislima i očekuju od Mene da razgovaram s njima, koji okreću smjer svojih misli prema nebu.... blaženi oni koji ne trebaju zemaljske nedaće i brige da bi Mi prišli.... blaženi oni koji ne mogu živjeti bez Mene, koji Mi se uvijek i zauvijek obraćaju kao djeca njihovom Ocu, koji sebe stoga već smatraju dijelom Mene i pokušavaju Me kontaktirati.... jer im se Ja mogu približiti i otkriti im Sebe.... Ja im mogu dati Sebe, odnosno, podariti im blagoslove bez mjere, jer su uvijek spremni iskoristiti ih i na taj način Mi se približiti.... No, koliko ćesto ljudi ne uspijevaju pronaći put do Mene čak ni u nedaćama i brigama, jer im nedostaje vjera u Onoga Koji im može i želi pomoći....
Budući da su nemoćni i bez snage, njihova bijeda se uvijek nastavlja, samo ako bi oni i dalje mogli biti pridobijeni za Mene.... ili će primiti snagu odozdo, od Mog protivnika, kojem su više naklonjeni nego Meni, jer se opredjeljuju za svijet i njegove udobnosti i stoga također za onog tko je gospodar ovog materijalnog svijeta [[(2 Korinćanima 4:4; Luka 4:5-7)]]. I tada će oni biti izgubljeni za beskonačno duge periode vremena.... Tada će se njihova udaljenost od Mene stalno povećavati, i svaki dar milosti putem kojeg im želim pomoći postići shvaćanje će biti odbačen od strane njih. Stoga, gdjegod vi ljudi vidite nedaću i patnju, to je gdje je Moja briga prepoznatljiva, to je gdje se Ja još borim za svaku dušu, to je gdje Moj protivnik još nije zadobio kontrolu i stoga još ima nade da će im poteškoće dozvoliti da nađu njihovu stazu do Mene. I svaka osoba koja trpi nevolje bi trebala biti upućena na ovog Jednog i savjetovana da Mu se obrati.... on bi s povjerenjem trebao naći utočište u Meni i Ja ću otkriti Sebe i pokazati mu da Sam Ja također Gospodar nad životom i smrti.... Ljudi u ozbiljnim teškoćama povremeno također prihvate pouku i zgrabe uže za spašavanje, okrenu se Jednome Koji im je preporučen kao Spasitelj i Pomagač.... I Ja ću im istinski pomoći da bi im onda osnažio iznimno slabu vjeru; Ja ću Sebe očitovati tamo gdje Se obično držim skrivenim jer nisam zazvan.... Ja istinski neću držati ni jedno od mojih živih stvorenja u nevolji ako Mi ono priđe u molitvi....
AMEN
TranslatorWie tot Mij zijn toevlucht neemt, gaat geen verkeerde weg, want Ik zal hem steeds helpen, zelfs wanneer de hulp voor hem niet zo duidelijk is zoals hij het wenst. Degene die tot Mij zijn toevlucht neemt, gaat naar de juiste plaats, omdat alleen Ik hem helpen kan en helpen wil, waar menselijke hulp onmogelijk lijkt. Degene die tot Mij zijn toevlucht neemt, voelt zich als mijn kind. En hij kan vol vertrouwen verwachten dat de Vader hem begrijpt. Hij zal niet tevergeefs naar Mij roepen. Aardse noden en zorgen moeten de mens naar Mij drijven, als hij niet uit zichzelf de weg naar Mij vindt, als hij niet uit zichzelf vaak samenspraak met Mij houdt. Dan moet Ik hem zorgen en lijden zenden, opdat hij aan Mij denkt en zich daarheen wendt vanwaar voor hem hulp komt. Maar zalig zij die uit zichzelf de verbinding met hun Vader zoeken. Zalig zij die Mij vaak zoeken in hun gedachten en die verwachten door Mij aangesproken te worden, die hun denken naar boven richten. Zalig zij die niet eerst aardse noden en lijden nodig hebben om naar Mij te komen. Zalig zij die zonder Mij niet meer kunnen leven, die voortdurend als kinderen tot hun Vader spreken, die dus al beseffen een deel van Mij te zijn en proberen Mij te bereiken. Hen kan ik naderbij komen en aan hen kan Ik Mij openbaren.
Aan hen kan Ik me schenken, dat wil zeggen onmetelijke genaden uitdelen, omdat ze steeds bereid zijn deze te benutten en daardoor steeds dichter bij Mij te komen.
Hoe vaak echter vinden de mensen ook in noden en zorgen niet de weg naar Mij, omdat ze geen geloof hebben aan die ene die helpen kan en wil.
Machteloos zijn ze en zonder kracht. En hun tegenspoed neemt geen einde, ook al zijn ze nog voor Mij te winnen. Ofwel: ze betrekken de kracht van beneden, van mijn tegenstander, tot wie ze zich gewilliger wenden dan tot Mij, omdat ze zich verkopen aan de wereld met haar goederen en zodoende ook aan degene die heer van de materiële wereld is. En dan zijn ze voor eeuwige tijden verloren, dan wordt de afstand van hen tot Mij steeds groter en elke genadegave waardoor Ik ze zou willen helpen om tot inzicht te komen, wijzen ze af. Waar u mensen daarom nood en leed ziet, is mijn bijstand duidelijk zichtbaar. Daar worstel Ik nog om elke ziel, daar heeft mijn tegenstander de heerschappij nog niet bereikt en daarom bestaat er nog steeds hoop dat de nood hun de weg naar Mij zal laten vinden. En iedere mens die zich in nood bevindt, moet gewezen worden op deze ene en tot Hem bidden. Hij moet vol vertrouwen zijn toevlucht nemen tot Mij en Ik zal me openbaren en hem tonen dat Ik de Heer ben, ook over leven en dood.
Mensen die zich in grote nood bevinden, nemen soms ook een les aan en grijpen de reddingsboei vast. Ze wenden zich tot degene die hun als Redder en Helper wordt aangeraden.
En Ik zal hen waarlijk helpen om het uitermate zwakke geloof nu sterker te maken. Ik zal te voorschijn komen, waar Ik me anders verborgen houd omdat Ik niet geroepen word.
Ik zal waarlijk geen van mijn schepselen dat smekend tot Mij komt, in nood laten.
Amen
Translator