Compare proclamation with translation

Other translations:

SEDMA I OSMA ZAPOVIJED....

Za Moje dijete, koje Mi služi sa odanošcu i upornošcu, još jedan znak Moje Ljubavi i milosti: Vama je takoder bila dana zapovijed: ‘Ne ukradi.’ Ako uzmete štogod pripada njemu vi prilicno ocito zanemarujete zapovijed Ljubavi za vašeg bližnjega. Vi bi trebali poštovati vlasništvo vašeg bližnjega, i doista ga cak štititi protiv njegovih neprijatelja, inace ne osjecate Ljubav spram njega koju zahtjevam od vas. Vi trebate Ljubiti vašeg bližnjega kao sebe same.... i vi cete biti zahvalni svakome tko poštuje vaša vlasništva; otud vi trebate napraviti isto kako bi takoder zadobili Ljubav vašeg bližnjega. Štogod steknete nezakonski nece za vas rezultirati u nijednom blagoslovu, radije ce vas opteretiti i prignjeciti vašu dušu koja se želi uzdici. Vi ne smijete krasti.... Ovo se ne tice jedino zemaljske robe, koju ne bi trebali oduzeti od drugih ljudi. Vi mu takoder možete prouzrociti duhovnu štetu nijecuci mu ono što koristi njegovoj duši i što Moja milost daje svim ljudima i što njemu može biti dano od strane svakog od njegovih bližnjih ljudskih bica. Time, svatko tko posjeduje duhovno blago je njega primio od Mene.... Medutim, vaše bližnje ljudsko bice takoder ima isto pravo sudjelovati u njemu.... i vi ne bi trebali umanjiti ovo pravo uskracujuci mu stvari koje su takoder naumljene za njega. U tom slucaju vi više nego manje takoder oduzimate od njega ono što mu pripada, cak ako on još nije došao u posjed toga. Vaše ponašanje onda nece otkriti nikakvu Ljubav za vašeg bližnjeg i cak još manje Ljubav za Mene, vašeg Boga i Stvoritelja od vjecnosti. Svako umanjenje duhovnog ili zemaljskog blaga je prema tome ukljuceno u ovu zapovijed, i bilo koji nemar Ljubavi za druge ljude ce se reflektirati na vas same, koji cete primiti kako dajete, i koji cete izgubiti ono što oduzmete od drugih ljudi. I time, duhovno i zemaljski vi cete primiti nagradu koju zaslužujete....

I u istom duhu vi trebate razumjeti sljedecu zapovijed ‘Ne svjedoci lažno o svom bližnjemu.’ Vaša usta bi uvijek trebala govoriti iskrenu (casnu) Istinu, vi nikada ne bi trebali oštetiti ugled vašeg bližnjega, njegov položaj medu njegovim bližnjim ljudskim bicima, tako što govorite laži. Bilo kakvo klevetanje je grijeh protiv ove zapovijedi, sa svakom laži osoba uzrokuje štetu drugim ljudima i djeluje okrutno i nepošteno, za što ce on morati odgovarati. Kad je od vas zatraženo da svjedocite vašem bližnjemu budite istiniti i puni Ljubavi za njega. Pokušajte razumjeti njegove pogreške i dobro-dušno mu ih ukažite ali ne iskorištavajte njegovu slabost tako što ga pokušavate poniziti radi vašeg osobnog dobitka. Vi možete oštetiti drugu osobu sa nepromišljenom rijecju i probuditi misli osvecivanja u njemu koje ce ugušiti svu Ljubav i uciniti osobu grešnom. Vi bi zasigurno trebali ostati istiniti, time ne hvaliti jednu nezaslužnu osobu protivno svom uvjerenju i savjesti, ali udaljite sebe od svakog cina neljubaznosti, udaljite sebe od svakog omalovažavanja drugih ljudi radi vaše vlastite prednosti. Svaki sud nad vašim bližnjim koji se ne podudara sa Istinom je gnusno kršenje ove zapovijedi jer mu nedostaje sve Ljubavi i ne donosi casti vama ljudima. Svaka laž treba biti osudena ali kada je jasno naumljena oštetiti drugu osobu ona postaje dvostruki grijeh, grijeh protiv druge osobe i grijeh protiv Mene, Koji Sam Osobno vjecna Istina.... To je prijestup protiv zapovijedi Ljubavi protiv Mene i protiv vašeg bližnjega.

AMEN

Translator
Translated by: Lorens Novosel

Het zevende en het achtste gebod

Mijn kind (B.D.), dat MIJ in trouw en volharding dient, (hier is) nog een teken van Mijn Liefde en genade: er is u verder het gebod gegeven:"Gij zult niet stelen". U overtreedt dit gebod van de naastenliefde heel duidelijk, als u zich dus vergrijpt aan alles wat het zijne is. U moet het eigendom van uw naaste eerbiedigen, ja, het zelfs beschermen tegen zijn vijanden, daar u anders geen liefde voor hem voelt zoals IK ze u gebied. U moet uw naaste beminnen als uzelf en u zult diegene dankbaar zijn die uw eigendom eerbiedigt, dus moet u hetzelfde doen om ook de liefde van uw naaste te verwerven. Wat u wederrechtelijk in bezit neemt, zal u geen zegen opleveren, veelmeer zal het u bezwaren en uw ziel teneer drukken, die er naar streven wil opwaarts te gaan. "U zult niet stelen". Het zijn niet alleen aardse goederen die u van uw naaste niet zult mogen ontvreemden. Ook geestelijk zult u hem schade kunnen berokkenen, doordat u hem onthoudt wat voor zijn ziel bevordelijk is, en wat Mijn genade alle mensen doet toekomen en door ieder naar zijn medemensen kan worden overgedragen.

Wie dus in het bezit is van geestelijke goederen, heeft deze van MIJ ontvangen. Maar ook de medemens komt hetzelfde recht toe zijn honger eraan te stillen, en dit recht mag u hem niet beknotten, doordat u hem onthoudt wat ook voor hem bestemd is. U neemt hem dan in zekere zin af wat ook hem toebehoort, zelfs wanneer hij het nog niet in bezit heeft genomen. Uit uw handelwijze blijkt dan geen liefde voor uw naaste en nog minder liefde voor MIJ, uw GOD en Schepper van eeuwigheid. Elk verkleinen van geestelijke of aardse goederen valt onder dit gebod en elk veronachtzamen van de liefde tot de naaste valt op uzelf terug, u zult ontvangen met de maat waarmee u meet en u zal ontnomen worden wat u de mensen ontneemt en daarom zult u naar ziel en lichaam het loon ontvangen dat u verdient.

En op dezelfde manier is ook het volgende gebod te verstaan: "U zult geen valse getuigenis afleggen tegen uw naaste". Steeds moet er zuivere waarheid uit uw mond vloeien en nooit mag u door een leugen uw naaste schade berokkenen in zijn aanzien, in zijn positie onder de medemensen. Elke laster is een zonde tegen dit gebod, door elke onware uitlating over hem schaadt de mens de naaste en handelt liefdeloos en onrechtvaardig, waarvoor hij zich moet verantwoorden. Als er van u een getuigenis verlangd wordt over uw naaste, wees waarheidsgetrouw en vol liefde jegens hem. Probeer zijn fout te begrijpen en hem vol liefde erop te wijzen, maar misbruik zijn zwakheid niet ten voordele van uzelf, doordat u hem tracht te kleineren tot uw eigen voordeel. Door een onbedachtzaam woord kunt u de naaste schaden en de gedachte om te vergelden wordt wakker in hem, en deze verstikt elke liefde en maakt de mens zondig. U moet wel waarheidsgetrouw blijven, dus niet tegen dat wat u weet en uw geweten in, een mens loven die het niet verdient, maar elke daad van liefdeloosheid zij verre van u, verre van u zij elke daad tot eigen voordeel die de naaste benadeelt.

Elk oordeel over uw naaste dat niet volgens de waarheid is, is een grove schending van dit gebod, want het ontbeert elke liefde en strekt u, mensen niet tot eer. Elke leugen is te veroordelen, maar als ze duidelijk tot schade van de naaste is, is het een dubbele zonde, een zonde tegen de naaste en een zonde tegen MIJ Zelf, DIE de eeuwige WAARHEID ben. Het is een schending van de liefde jegens MIJ en jegens uw medemens.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte