Compare proclamation with translation

Other translations:

SLUŽENJE ILI BORBA.... RAZLIČITI CILJEVI/NAMJENE PATNJE

U fazi slobodne volje stvorenje ne bi trebalo strepiti od Božjeg protivnika, samo kada bi živjelo u ljubavi. Tada ga je svladalo, jer Božji protivnik je potpuno nemoćan protiv ljubavi. Dakle, čovjek bi se mogao riješiti kušnji i napasti, jer one nemaju utjecaja na njega jedino ako je aktivan u ljubavi. A ovo ovisi o čovjekovoj slobodnoj volji, i zbog toga se čovjek u životu mora sâm opredjeliti, za život koji je neprestana borba ili za život služenja u ljubavi.

Bog providi srce svakog pojedinca i On čini/dozvoljava da mu se dogodi ono što mu je potrebno, kao i što dozvoljava da ‘gladuje’ onaj koji ne treba Njegovu pomoć, Njegovu utjehu i Njegovu podršku, jer je iznutra protiv Njega, ne djelujući dakle u ljubavi koja bi svjedočila o njegovoj volji usmjerenoj ka Bogu.

Ljubav i Bog su jedno/isto, i time je čovjek u ljubavi spojen sa Bogom čime je nesumnjivo moćniji od Božjeg protivnika. Ako je čovjek voljan aktivirati se u pružanju ljubavi bližnjemu, neće ga spopadati napasti ovoga svijeta; iste je na izvjestan način već prevladao, što opet ne isključuje podnošenje patnje, jer patnja ne služi samo privođenju Bogu čovjeka koji je još Bogu nasuprotne volje, nego isto tako treba pročistiti i čovjeka koji stremi Bogu.

Međutim, u te dvije faze patnja se doživljava različito. Prva se tome opire jer se ne želi prepustiti sili koja ga ograničava u životnim užicima/nasladama/slastima.... On još traži svijet [[-ske užitke]] i svaku patnju doživljava kao poniženje i kao nedostatak životnih užitaka i time kao prisilu koju ne želi uvažiti/prihvatiti. I eventualno je potrebno dosta patnje dok se ne preda, a takva jedna borba djelo je protivnika koji još uvijek uz pomoć svijeta i njegovih užitaka pokušava zadobiti čovjeka, mameći ga istima kako bi mu pojačao čežnju/žudnju za svijetom i time ga okrenuo od Boga.

Ali ako je čovjek aktivan u ljubavi, tada mu patnja samo koristi pri usavršavanju, pri sazrijevanju du­še, tada Božji protivnik ima slabu moć nad njim, tada se on okreće od svijeta, i putem patnje sve se intimnije povezuje s Bogom. Ta razlika mora biti shvaćena kad se razmišlja o različitosti patnje, kojom su pogođeni dobri i loši ljudi.... Ljudi koji su još skroz okrenuti od Boga, i oni koji očigledno patnju više ne trebaju kako bi Boga pronašli.... Tako da patnja ima različite ciljeve, ali krajnja svrha joj je potpuno povezivanje s Bogom.

Najveća opasnost za čovjeka je privrženost svijetu i njegov nedostatak ljubavi, jer tada se on još uvijek nalazi u vlasti onoga koji ga želi upropastiti. A tada su mu potrebne oštre odgojne mjere kako bi se obratio. Tek kad se privrženost svijetu smanji, u njemu se može upaliti ljubav, i tek tada patnja može poprimiti druge oblike, kojih međutim [[on]] ne ostaje skroz pošteđen sve dok nije potpuno pročišćen [[literalno: očišćen od šljake]]. Zato je činiti djela ljubavi prema bližnjemu odlučujuće/presudno za stupanj čovjekovog razvoja, presudno je za dubinu patnje, jer gdje se djeluje u ljubavi i gdje je dakle Bog i Sâm prisutan, tamo će i patnju biti lakše podnijeti, jer čovjek je time u stanju primiti zračenje Božje ljubavi tako da ga patnja toliko ne pritišće. On se više ne mora boriti, već samo istrpjeti i izdržati do pomoći Božje, koja će ga osloboditi sve patnje, samo kad za to dođe vrijeme.

Čovjek mora ili služiti ili se boriti, i to u zavisnosti od svoje volje i u zavisnosti od svoje ljubavne sposobnosti.... Služenje će mu lakše padati, dok će mu borba zahtjevati puno snage ne želi li podleći sili koja pokušava sve kako bi mu dušu uvukla u mrak, i koja ima utjecaj na čovjeka sve dok ovaj živi bez ljubavi, jer je time još jako udaljen od Boga. Tek ljubav ga oslobađa od te sile, tek ga ljubav čini jakim, jer čovjek koji voli se nalazi u uniji sa Bogom i od Njega dobiva snagu za prevazilaženje Božjeg protivnika.

AMEN

Translator
Translated by: Lorens Novosel

Dienen of strijden - Het verschillende doel van het lijden

In het stadium van wilsvrijheid hoefde het schepsel de tegenstander van GOD niet te vrezen als hij maar in de liefde zou willen gaan. Dan heeft het hem overwonnen, omdat de tegenstander van GOD geheel machteloos is tegen de liefde. Dus zou de mens zich ook vrij kunnen maken van verzoekingen en verleidingen, want deze hebben geen invloed op hem, zodra hij werkzaam is in de liefde. Maar dit laatste is afhankelijk van de vrije wil van de mens en daarom is de mens zelf de beweegreden van zijn bestaan op aarde, dat of voortdurende strijd is of dienende liefde. GOD ziet in het hart van ieder en HIJ laat over de mens dat komen wat hij nodig heeft, zoals HIJ echter ook hem gebrek laat lijden die Zijn hulp, Zijn troost en Zijn bemoedigende woorden niet nodig heeft omdat hij innerlijk tegen HEM is, dus geen liefde beoefent, die blijk geeft van zijn naar GOD gekeerde wil.

LIEFDE en GOD zijn EEN en bijgevolg is een liefdevol mens ook met GOD verbonden en moet de tegenstander GOD's de baas zijn. Is de mens gewiliig werkzaam te zijn in dienende naasteniiefde, dan zal hij niet zo in het nauw worden gebracht door de verzoekingen van de wereld, hij heeft deze in zekere zin al overwonnen, wat echter niet uitsluit dat hij leed moet dragen, omdat leed niet alleen de mensen tot GOD moet brengen wier wil nog van GOD is afgekeerd, maar omdat het ook de mensen die er naar streven bij GOD te zijn, moet louteren. Maar het leed wordt in deze twee stadia verschillend ervaren.

De eerste verzet zich daar nog tegen, omdat hij zich nog niet wil buigen onder een Macht, Die hem beperkt in de genietingen van het leven. Hij zoekt de wereld nog en voelt elk leed als een benadeling, als een gebrek om van het leven te genieten, en dus als een dwang die hij niet wil erkennen. En er kan zeer veel leed voor nodig zijn voor hij zich heeft overgegeven, en zo'n strijd is het werk van de vijand, die nog steeds de mensen tracht te winnen met de wereld en haar vreugden, die hem dit alles voor ogen houdt om zijn begeerten ernaar te versterken en hem dus van GOD af te brengen.

Is echter de mens werkzaam in de liefde, dan dient het leed hem alleen nog tot voltooiing, tot het rijp worden van zijn ziel, dan heeft de tegenstander van GOD weinig macht over hem, dan wendt hij zich af van de wereld en door het leed sluit hij zich steeds dichter bij GOD aan.

Dit onderscheid moet worden onderkend wanneer het verschil van het lijden wordt overwogen, wanneer goede en slechte mensen daardoor worden getroffen, mensen die nog totaal van GOD zijn afgekeerd en degenen die het leed schijnbaar niet meer nodig hebben om HEM te vinden. Steeds heeft het leed een ander doel, maar het eigenlijke doel is de volledige vereniging met GOD. Het grootste gevaar voor de mens is de hang naar de wereld en zijn (eigen) liefdeloosheid, want dan is hij nog helemaal in de macht van degene die hem te gronde wil richten. En dan heeft hij strenge opvoedingsmiddelen nodig om te veranderen. Pas wanneer de hang naar de wereld afneemt, kan de liefde in hem ontbranden en dan pas kan het leed andere vormen aannemen, maar hem niet helemaal bespaard blijven zolang de ziel niet volledig van haar afvalstoffen is ontdaan.

Daarom is het beoefenen van de naastenliefde doorslaggevend voor de graad van zijn ontwikkeling het is doorslaggevend voor de diepte van het leed, want waar de liefde beoefend is, dus waar GOD Zelf is, daar zal ook het leed makkelijker te dragen zijn, omdat de mens de uitstraling van kracht van GOD kan ontvangen en hem derhalve niets terneerdrukt. Hij hoeft niet meer te strijden, veeleer alleen maar te dulden en te wachten op de hulp van GOD, DIE elk leed van hem afneemt als de tijd ervoor daar is.

Dienen of strijden moet de mens en wel beantwoordend aan zijn wil en het in staat zijn van hem, om lief te hebben. Het dienen zal hem licht vallen, het strijden echter grote kracht eisen wil hij het niet moeten afleggen tegen de macht die alles aanwendt om zijn ziel in de duisternis te trekken en die zolang invloed heeft op de mens, zolang hij zonder liefde voortgaat, omdat hij dan ook nog ver van GOD is verwijderd. Pas de liefde maakt hem vrij van deze macht, pas de liefde maakt hem sterk, want de liefdevolle mens is verbonden met GOD en betrekt van HEM zijn kracht om de tegenstander van GOD te overwinnen.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte