Bog ljude obdaruje u skladu s njihovom vjerom.... To se treba razumjeti tako da si ljudi duhovno prisvajaju ono što ih uči njihova vjera, pa će tako i ispunjavati sve što se putem vjere od njih zahtijeva. Pri tom ispunjavanju Bog vrednuje volju čovjeka, koja je dakle dobra, jer se ona priklanja Bogu... Čovjek želi činiti ono što je Bogu milo, čemu ga uči vjera. I kad ta Bogu naklonjena volja određuje njegovo razmišljanje i postupanje, to je Bogu i milo, čak i ako se čovjek ne nalazi u Istini, ako je dakle bio naučen krivoj vjeri.
Tako da će i oni ljudi kojima nedostaje prava vjera postati blaženi, samo ako se pred Bogom trude postići ispravan način života i uvijek čine ono što im se pred Bogom čini ispravno. Doduše, uvijek će im biti dana mogućnost da prihvate pravu vjeru, biti će im približena Čista Istina. No ako čovjek vjeruje da ju ne može prihvatiti, budući da sâm vjeruje da je u Istini, a opet vodi ispravan način života, Bogu mio, i on će biti priznat pred Bogom, pošto taj čovjek želi dobro, pošto želi ispuniti Božju volju. Tako da će svaki postupak koji on izvodi biti vrjednovan s obzirom na njegovu volju.... I svaka ceremonija, koja je sama po sebi bezvrijedna, će putem volje da se time služi Bogu postati postupkom koji je Bogu mio.
Dakle dobar čovjek se Bogu može omiljeti putem svakog postupka, samo ako ga izvodi Bogu na slavu, ako time vjeruje da služi Bogu, iako ta akcija sama po sebi nema dublje vrijednosti. No nasuprot tome, neki ceremonijalni postupak je bezvrijedan ako nije utemeljen u toj Bogu-naklonjenoj volji. A isto tako, čovjek može bez takve ceremonije svom svojom voljom težiti Bogu, i ta volja će biti isto tako visoko cijenjena od Boga, pa čak Bogu može biti daleko bliže onaj čovjek koji zapostavi sve vanjsko, a svjesno želi služiti Bogu.
No kakva je čovjekova vjera, tako će i djelovanje Boga na njemu biti izraženo, pošto Bog neće razočarati čovjekovu vjeru, dok god ona nije usmjerena protiv Boga. Ali krivo je pretpostavljati da Bogu-ugodno živi samo onaj čovjek koji strogo ispunjava sve vanjsko. Ništa od onoga što je na van prepoznatljivo ne odlučuje pravu vrijednost pred Bogom nego jedino volja, koju Bog vidi, skroz svejedno da li čovjek izvodi akcije koje su putem vjere od njega zahtijevane....
AMEN
TranslatorGod bedenkt de mensen overeenkomstig hun geloof.
Dit dient zo te worden opgevat, dat de mensen zich datgene tot geestelijk eigendom maken wat het geloof hun leert en dat ze dus ook aan alles voldoen wat door het geloof van hen wordt geëist. Bij deze vervulling beoordeelt God de wil van de mens, die dus goed is, want hij keert zich naar God toe.
De mens wil dat doen wat God welgevallig is, wat het geloof hem leert. En als deze op God gerichte wil zijn denken en handelen bepaalt, is dat ook God welgevallig, hoewel de mens niet in de waarheid leeft, hij dus in een onjuist geloof werd onderwezen. Daarom zullen ook die mensen zalig worden, bij welke het juiste geloof ontbreekt, als ze maar een voor God juiste levenswandel nastreven en steeds dat doen wat hun voor God juist lijkt. Er wordt hun wel steeds de mogelijkheid gegeven het ware geloof aan te nemen, de zuivere waarheid wordt hun bijgebracht. Maar denkt hij deze niet aan te kunnen nemen omdat hij gelooft zelf in de waarheid te staan, dan zal hij toch een juiste, God welgevallige levenswandel leiden. En God zal deze erkennen, omdat de mens het goede wil, omdat hij de wil van God wil vervullen. En zo wordt ook elke handeling die hij verricht beoordeeld overeenkomstig zijn wil.
En elke ceremonie die op zich helemaal geen waarde heeft, wordt door de wil God daarmee te dienen, tot een God welgevallige handeling. Dus kan de goede mens door zo’n handeling het welgevallen van God verwerven, zodra hij ze tot eer van God verricht, zodra hij gelooft God daarmee te dienen, ofschoon de handeling op zich geen diepere betekenis heeft. Anderzijds echter is een bepaalde ceremoniële handeling zonder waarde, wanneer er niet de op God gerichte wil aan ten grondslag ligt. En evenzo kan een mens zonder zo’n ceremonie met zijn gehele wil op God aansturen en wordt deze wil door God net zo hoog gewaardeerd. De mens die alle uiterlijkheden buiten beschouwing laat, maar bewust God wil dienen, kan zelfs veel dichter bij God staan. Maar zoals het geloof van de mens is, zo zal ook het werkzaam zijn van God bij hem zichtbaar worden, omdat God het geloof van de mens niet te schande laat worden, zolang dit zich niet tegen God keert. Het is echter onjuist om aan te nemen dat alleen die mens naar Gods welgevallen leeft, die alle uiterlijkheden strikt vervult. Niets wat naar buiten toe zichtbaar is, geeft de doorslag voor de werkelijke waarde voor God, alleen maar de wil, die God beoordeelt, ongeacht of de mens de handelingen verricht die door het geloof van hem worden gevraagd.
Amen
Translator