Nemojte otvrdnuti vaša srca, i budite voljni svakome dati. A, kada ste zamoljeni, ne budite neodlučni želite li ispuniti molbu, nego dajte, ako je to u vašoj moći. Vi uvijek morate suosjećati u nevolji drugoga, i uvijek biti brižni ovu olakšati svim snagama, onda vi djelujete u Ljubavi, a ova Ljubav će vam jednom biti nagrađena, jer „tako kako vi mjerite, bit će i vama izmjereno“, govori Gospod.... Čovjek koji je ljubavno aktivan, u Božjoj je blizini, i njegov Duh se prosvjetljava u skladu s njegovom aktivnosti Ljubavi. Jer, Ljubav je otkupljujuća, stoga također dokida stanje tame, koje je posljedica vezanog, neiskupljenog stanja. Treba biti spašeno sve što hoda u grijehu.... a grijeh je sve što izvire iz odsustva Ljubavi (tj. iz neljubaznosti, nemilosrdnosti). Posljedično, djela Ljubavi moraju čovjeka pročistiti od krivnje grijeha, budući Bog Osobno uklanja grijehe onih, koji ih prepoznaju i mole za oprost. Ipak, prepoznavanje grijeha i traženje oprosta neće biti pojmljivo bez djelatne Ljubavi, jer duša otvrdlog (bezdušna) čovjeka ne prepoznaje svoju krivnju.... ona odaje počast samoljublju, a to je najveća prepreka prepoznavanju Istine. Čovjek se kroz moć zla osnažuje u svojemu samoljublju, i stoga je neosjetljiv prema patnji bližnjeg. A ne postoji nikakva druga mogućnost spasenja za takvu dušu, kako na Zemlji, tako također i u onostranom. Bez Ljubavi ne može postati slobodna od prisile koja ju muči. Ona sama mora ispružiti ruku da učini situaciju drugih bića podnošljivom, jedino onda olabavljuje svoje okove, i učinjen je prvi korak prema samo iskupljenju. Kada bi samo ljudi htjeli promisliti da njihovo stanje patnje mora biti povećano, ako se oni ne iskažu u ispitima (kušnjama) života, koje je Gospod svakome odredio. Kada bi oni htjeli prepoznati, da duša mora najprije dati, prije nego li može primiti. Ona sama će osjetiti blagodati Ljubavi, stoga također treba doprinijeti u tome da donese pomoć drugim neiskupljenim bićima, i to zemaljski, kao i duhovno.... Čovjek ne smije vjerovati da on sam može crpiti iz izvora milosrđa, dok bližnjemu uskraćuje istu okrjepu. Duhovna nevolja je vrlo velika, i stoga također i tjelesna nevolja mora biti osjetna, tako da čovjek na sebi osjeti gorčinu ove, i potom je obziran da po mogućnosti olakša patnju. Ali, moći vidjeti patnju, bez suosjećanja, svjedoči o otvrdlom stanju duše koja je još vrlo daleko od otkupljenja. Da bi spasio takvu dušu, Bog mora primijeniti nasilna sredstva, te još povećati njenu patnju, tako da se srce čovjeka probudi, i volja u njemu postane djelatna, intervenirajući pomoćno da ublaži ovu veliku patnju. Jedino onda je iskra Božanske Ljubavi zapaljena u njemu i može postati plamen koji djeluje pročišćavajuće i izbavljujuće, i gasi sve zle osjećaje u srcu. Ljubav mora postati aktivna u čovjeku, tako da on pronađe konačno otkupljenje.
AMEN
TranslatorVerhardt uw hart niet en wees bereidwillig om aan iedereen te geven. En als u gevraagd wordt, denk er dan niet over na of u aan het verzoek wil voldoen, maar voldoe eraan, voor zover het in uw macht ligt. U moet zich steeds in de nood van anderen verplaatsen en er steeds aan denken om deze naar vermogen te verlichten. Dan oefent u zich in de liefde en deze liefde zal u eens vergolden worden, want ‘zoals u toemeet, zal u ook weer toegemeten worden’, spreekt de Heer.
De mens, die liefhebbend werkzaam is, is in de nabijheid van God en zijn geest wordt verlicht overeenkomstig zijn werkzaamheid in liefde. Want de liefde werkt bevrijdend, dus ze heft de duistere toestand op, die het gevolg is van de gebonden, niet-bevrijde toestand. Alles, wat in de zonde wandelt, moet bevrijd worden. En zonde is alles, wat in de liefdeloosheid zijn oorsprong heeft. Bijgevolg moeten werken van liefde de mensen zuiveren van de zondenschuld, omdat God Zelf de zonden van hen delgt, als ze inzien en om vergeving vragen.
Maar het beseffen van de zonde en de vraag om vergeving zal zonder werkzame liefde niet denkbaar zijn, want de ziel van een verhard mens beseft haar schuld niet. Ze huldigt de eigenliefde en dit is de grootste hindernis voor het beseffen van de waarheid. De mens wordt door de macht van het kwaad in zijn eigenliefde gesterkt en dus gevoelloos voor het lijden van de medemensen. En er is geen andere mogelijkheid voor de redding van zo’n ziel, zowel op aarde als ook in het hiernamaals. Zonder liefde kan ze niet vrij worden van de dwang, die haar kwelt. Ze moet zelf meehelpen om de toestand van andere wezens draaglijk te maken. Pas dan worden haar boeien losser en is de eerste stap naar zelfverlossing gedaan.
Wanneer de mensen er toch aan zouden willen denken, dat hun toestand van lijden groter moet worden, als ze de levensproeven, die de Heer iedereen oplegt, niet doorstaan. Wanneer ze zouden willen inzien, dat de ziel eerst geven moet, voordat ze ontvangen kan. Ze zal zelf de weldaad van de liefde gewaarworden, dus ze moet er ook aan bijdragen om andere niet verloste wezens hulp te brengen en dat zowel aards als geestelijk. De mens moet niet geloven, dat hij zelf uit de bron van erbarming kan putten, terwijl hij de medemensen dezelfde verkwikking ontzegt.
De geestelijke nood is heel groot en dus moet ook de lichamelijke nood voelbaar zijn, opdat de mens als zodanig de bitterheid hiervan gewaarwordt en erop bedacht is om het lijden zo veel mogelijk te verminderen. Maar het lijden zonder belangstelling te kunnen zien, getuigt van een verharde staat van de ziel, die nog heel erg ver verwijderd is van de verlossing.
Om zo’n ziel te redden, moet God gewelddadige middelen aanwenden en het lijden van deze ziel nog vergroten, opdat het hart in hem ontwaakt en de wil om helpend in te grijpen om dit grote lijden te verminderen in hem werkzaam wordt. Pas dan is de vonk van de goddelijke liefde in hem ontstoken en kan het een vlam worden, die zuiverend en verlossend werkt en alle slechte gevoelens in het hart verstikt. De liefde moet werkzaam worden in de mens, opdat het hem tenslotte bevrijdt.
Amen
Translator