Lorsque l'Éternel Amour Même se baisse jusqu’à vous, il ne peut plus se produire de retombée dans l'abîme, parce que ce qu’Il saisit, Il le retient uni à Lui éternellement, parce que l’amour a retrouvé l'Amour. Donc vous les hommes pourvoyez pour conquérir Mon Affection, pourvoyez pour que vous viviez dans Ma volonté et qu’ainsi vous vous formiez vous-mêmes dans l'amour, parce qu'alors Je peux M’unir avec vous, parce qu'alors Je peux vous saisir et rester uni avec vous dans toute l'Éternité. Vous pouvez vous sentir vraiment saisi par Moi, lorsque vous exercez l'amour, lorsque vous faites toujours seulement ce qui est Ma Volonté, parce qu'alors vous vous soumettez à Ma Volonté et Mon Amour vous submerge et vous pousse toujours de nouveau à agir dans l'amour. Dès que vous faites du bien du fait de votre poussée la plus intérieure, Je Suis déjà avec vous, parce que cette poussée intérieure prouve Ma présence, elle montre Mon Esprit d'Amour qui maintenant vous influence, qui vous guide et vous pousse toujours de nouveau à des actions d'amour. Dès que vous déroulez des œuvres d''amour, vous-mêmes êtes unis avec Dieu. Il Est en vous! Mais seulement lorsque vous êtes actifs dans l’amour. L'expression «J’ai mon Dieu en moi....» est justifiée seulement lorsque votre cœur est de bonne volonté pour aimer, parce que Je peux Être présent seulement là où il y a l'amour, parce que Moi-même Je Suis l'Amour. Alors vous pourrez juger si et quand l'homme emploie seulement des mots vides, parce qu'on ne peut jamais et encore jamais parler de Ma Présence, là où le cœur est sans amour. L'Amour et Moi Sommes Un, l'Amour est désintéressé, il est toujours prêt à se sacrifier, à donner, à adoucir la misère, il tend seulement à faire du bien au prochain. L'Amour est divin et rend même l'être une créature divine, avec lequel Moi-même Je peux M’unir, alors que Ma Présence est impossible dans un homme qui agit et pense sans amour, lorsque lui-même du fait de sa nature est sorti de Mon Enceinte du Courant de l'Amour, et n’a donc pas d’autre contact avec l'Éternel Amour, qui est la Force qui le vivifie et qui s’écoule de Moi, mais qui ne le force pas à entrer en contact dans l'amour avec Moi. Un homme «qui pense» ne peut jamais être un renégat de «Dieu». Mais la liaison avec Dieu doit être rendue possible par l'homme lui-même, il doit se préparer par des actions dans l'amour. Seulement alors il peut dire : «Dieu Est en moi....», Parce qu'alors Je l'ai saisi et Je ne le laisse jamais plus s’éloigner de Moi, alors l'homme s'est acquitté des Conditions qui l'unissent avec Moi. Il est entré dans la Loi de l’Ordre éternel, il a changé son être en amour, lui-même a atteint avec force Ma Présence, parce que Je dois toujours Être là où est l'amour, mais ne peux jamais Être là où l'amour manque. Seulement l'amour garantit Ma Présence. L’étincelle d'amour couve dans chaque homme comme Ma Part, mais elle est totalement inefficace tant qu’elle n'est pas allumée, chose que doit accomplir la volonté de l'homme, car alors il reste éternellement uni avec Moi.
Amen
TraducteursWanneer de eeuwige Liefde Zelf Zich tot u over buigt, dan kan er geen terugval in de diepte meer bestaan. Want wat Zij vastpakt, houdt Ze eeuwig vast, omdat liefde en Liefde elkaar hebben gevonden. U mensen, zorg er daarom voor dat u Mijn genegenheid verwerft. Zorg ervoor dat u leeft in Mijn wil en dus uzelf tot liefde vormt, omdat Ik Me dan met u kan verenigen, omdat Ik u dan kan vastpakken en met u verbonden blijf tot in alle eeuwigheid.
U zult zich waarlijk vastgepakt kunnen voelen door Mij als u de liefde beoefent, als u steeds alleen doet wat Mijn wil is. Want dan onderwerpt u zich aan Mijn wil. En Mijn Liefde doorstroomt u. En ze spoort u aan tot steeds nieuwe werken in liefde. Zodra u het goede doet uit innerlijke aandrang, ben Ik al in u. Want dit innerlijk aandringen geeft een bewijs van Mij. Het bewijst Mijn Geest van Liefde, die u nu beïnvloedt, die u leidt en u ertoe aanzet steeds opnieuw in liefde werkzaam te zijn. Zodra u werken van liefde verricht, bent u ook met God verbonden. Hij is in u. Maar alleen als u werkzaam bent in liefde.
De uitspraak: “ik heb Mijn God in mij” is alleen dan gerechtvaardigd, wanneer uw hart tot liefde bereid is. Want Ik kan alleen daar aanwezig zijn waar liefde is, omdat Ik Zelf de Liefde ben. En dan zult u ook kunnen beoordelen of en wanneer de mens alleen maar lege woorden gebruikt. Want nooit kan er van Mijn tegenwoordigheid worden gesproken waar het hart zonder liefde is.
De Liefde en Ik zijn hetzelfde. De liefde is echter onbaatzuchtig. Ze is steeds bereid te offeren, te geven, nood te lenigen. Ze is alleen op het welzijn van de medemens bedacht. De liefde is goddelijk en ze maakt ook het wezen tot een goddelijk schepsel, waar Ik Me Zelf mee kan verbinden.
Daarentegen is Mijn aanwezigheid onmogelijk bij een mens die liefdeloos handelt en denkt. Die zelf, door zijn wezen, buiten het gebied is getreden waar Mijn Liefde stroomt. Die dus daarom geen andere verbinding heeft met de eeuwige Liefde dan alleen deze: dat de kracht die hem leven geeft uit Mij is gestroomd, maar deze kracht niet dwingt om de verbinding in liefde met Mij aan te gaan.
En God kan nooit geloochend worden door een denkend mens. Maar de verbinding met God moet de mens zelf mogelijk maken. Hij moet ze tot stand brengen door werken van liefde. Pas dan kan hij met recht zeggen: “God is in mij”, want dan heb Ik hem vastgepakt en laat Ik hem nooit meer van Mij weggaan. Dan heeft de mens de voorwaarden vervuld die hem met Mij verenigen. Hij is de wet van de eeuwige ordening binnengegaan.
Hij heeft zijn wezen tot liefde veranderd. Hij heeft Mijn aanwezigheid zelf voor zich afgedwongen, omdat Ik steeds daar moet zijn waar de liefde is, maar nooit daar kan zijn waar de liefde ontbreekt. Alleen de liefde garandeert Mijn tegenwoordigheid. De liefdesvonk gloeit zwak in ieder mens als deeltje van Mij, maar blijft precies zolang helemaal zonder uitwerking, als hij niet wordt ontstoken, wat de eigen wil van de mens moet doen. Dan blijft hij echter eeuwig met Mij verbonden.
Amen
Traducteurs