Un mode de penser totalement mondain s'adaptera difficilement à des conditions de vie modifiées et il s'occupera constamment pour une amélioration de celles-ci, et cela empêchera l'homme de se consacrer à tout travail sur l'âme. Celui qui fait devenir la matière son Seigneur, et pour qui la perte de biens terrestres n'est pas une aide pour la dépasser, s'engagera de nouveau avec un zèle croissant à augmenter ceux-ci, et s'il doit de nouveau être aidé, alors cela peut se produire seulement à travers une nouvelle perte, pour qu'il apprenne à reconnaître la caducité de la matière et en tirer utilité pour son âme. Mais chaque foi il tombera victime d’une tendance accrue vers le terrestre, et déjà à cause de cela on reconnaitra de l’extérieur des camps séparés. D’un coté des hommes croyants qui perçoivent leur situation terrestre opprimée comme un Envoi de Dieu et donc qui ne tendent plus à une augmentation des biens terrestres, tandis que d’autres tendent vers leur possession parce qu’ils ont perdu la foi dans un Pouvoir qui veut se manifester à lui en lui causant des pertes matérielles au travers des événements. Son désir pour le monde est grand et pour cela il ne reconnaît pas Dieu et il n'oriente pas sa vie selon Sa Volonté. Et ainsi une activité extrêmement vive commencera, car les hommes voudront améliorer leur situation de vie qui est devenue extraordinairement lourde à cause de la Volonté de Dieu. Et maintenant la pensée d'un homme deviendra manifeste, celui qui vit dans l'amour aidera le prochain pour lui rendre la vie supportable, mais celui qui est sans amour voudra seulement refaire de nouveau sa vie, il se donnera du mal pour se procurer de nouveau du bien-être, et il n’hésitera pas à le faire au détriment du prochain. Et vite on reconnaitra clairement avec le soutien de qui il travaille, qui lui procure la force pour agir sur la terre et donc qui a pris en possession son âme. Le fidèle trouvera de l’aide dans tout besoin, seulement cela ne sera pas visible à l'extérieur, mais la Force de Dieu l'inondera, il deviendra maitre de chaque situation de vie et restera toujours en liaison avec Dieu, sa foi deviendra plus intense, l'amour pour la matière diminuera, et cela est un progrès bien plus important que l’augmentation de la possession terrestre du premier. Parce que celui qui vend son âme pour sa vie terrestre, celui-ci compte seulement sur le bref temps terrestre, qui pour lui peut être fini chaque jour. Et il ne pense pas à l'éternité qui pour lui sera horriblement atroce, parce que la matière l'enchaînera de la même manière que sur la Terre. Et pour cela l'homme doit chercher à se libérer de tout désir pour celle-ci, il doit prendre sur lui le temps difficile de la reddition à la Volonté de Dieu et pour cela s'unir plus intimement avec Dieu, plus il est sans aide terrestre. Parce que Dieu l'aidera, il se révélera avec des aides souvent merveilleuses. Et pour lui le temps du tourment sera seulement bref, mais infiniment longue sera la vie dans le Royaume spirituel où, libéré de toute matière, il sera indiciblement bienheureux, parce que déjà sur la Terre il est devenu victorieux de la matière.
Amen
TraducteursEen totaal werelds gericht denken zal zich bezwaarlijk in de veranderde levensomstandigheden inleven en zich voortdurend alleen bezighouden met een verbetering ervan. En dit zal de mens ook van elke arbeid aan zijn ziel afhouden. Wie de materie de baas laat worden, zal haar ook nooit overwinnen. En voor wie het verlies van aardse goederen niet een hulp zou zijn deze te overwinnen, die zal zich met vergrote ijver erop storten ze weer te vermeerderen. En als hij weer geholpen moet worden, dan kan dit alleen gebeuren door nieuw verlies, opdat hij de vergankelijkheid van de materie leert inzien en daaruit geestelijk voordeel zal trekken.
Doch aan een vergroot aards streven zal ook elk geloof ten offer vallen. En zo zullen alleen al daarom partijen die gescheiden zijn ontstaan, die uiterlijk herkenbaar zijn. Gelovige mensen vatten hun aards benauwende toestand op als zending van God en zijn daarom niet meer op de vermeerdering van aardse goederen bedacht, terwijl hij, die naar bezit streeft, het geloof heeft verloren in een Macht, Die zich aan hem wil openbaren door het gebeuren dat hem materieel verlies bracht. Zijn verlangen naar de wereld is groter en daarom herkent hij God niet en richt hij ook zijn leven niet in naar Zijn Wil. En zo zal er een buitengewoon drukke bedrijvigheid inzetten en de mensen zullen hun levensomstandigheden, die door de Wil van God uitermate zwaar zijn geworden, willen verbeteren.
En de gedachten van een mens zullen nu duidelijk worden. Hij die in liefde leeft zal de medemens helpen het leven voor hem draaglijk te maken. Maar de liefdeloze zal alleen zijn eigen leven een nieuwe vorm willen geven. Hij zal alles doen om zich weer een luxueus leventje te verschaffen en hij zal er ook niet voor terugschrikken, dit ten koste van zijn medemens te doen. En het zal spoedig duidelijk zichtbaar zijn, met wiens ondersteuning hij werkt, wie hem kracht verschaft om aards te scheppen en daarvoor in ruil zijn ziel in bezit heeft genomen.
Maar de gelovige zal ook hulp krijgen in alle nood, alleen niet uiterlijk zichtbaar. Maar de Kracht Gods zal hem overstromen. Hij zal ook elke levenssituatie de baas worden en steeds met God in verbinding blijven. Zijn geloof zal zich verdiepen. De liefde voor de materie zal afnemen. En dit is een heel wat grotere vooruitgang, dan het vermeerderde aardse bezit van de eerste. Want wie zijn ziel verkoopt terwille van het aardse leven, houdt alleen rekening met de korte tijd op aarde, die elke dag voor hem ten einde kan zijn. En hij denkt niet aan de eeuwigheid, die voor hem verschrikkelijk kwellend is, omdat de materie hem op dezelfde manier kluistert als op aarde.
En daarom moet de mens proberen zich van elk verlangen ernaar vrij te maken. Hij moet de zware en moeilijke tijd met berusting in Gods Wil op zich nemen en zich des te inniger bij God aansluiten, hoe meer hij aards hulpeloos is. Want God zal hem helpen en Zich ook aan hem openbaren door de vaak wonderbare hulp. En de tijd van ellende zal slechts kort voor hem zijn, maar eindeloos lang het leven in het geestelijke rijk, waar hij geheel zonder materie onnoemelijk gelukzalig zal zijn, omdat hij al op aarde en overwinnaar van de materie is geworden.
Amen
Traducteurs